De eerste Westerdam en haar onfortuinlijke zusterschip Zuiderdam (1) waren gecombineerde vracht/passagiersschepen. De beide schepen waren een vergrote versie van de zusters Noordam (2) en Zaandam (2) welke voor de oorlog reeds in dienst kwamen.
De Westerdam (1) werd tijdens de bouw in beslag genomen door de Duitsers met als doel haar zo snel mogelijk af te bouwen. Aan de afbouwkade werd ze in augustus 1942 getroffen door een bom en zonk vervolgens. Het schip werd gelicht en hersteld maar het geluk was de Westerdam (1) niet goed gezind; in september 1944 werd ze door het verzet tot zinken gebracht. De Duitsers hebben het schip wederom gelicht met als doel haar in de Nieuwe Waterweg te laten afzinken als blokkadeschip. Het verzet wist dit te voorkomen door haar in de Merwedehaven nogmaals tot zinken te brengen.
Na de oorlog werd de Westerdam (1) gelicht en op de werf afgebouwd. Op 24 juni 1946 kon ze eindelijk aan haar eerste reis beginnen. Ruim 18 jaar heeft de Westerdam (1) voor de HAL gevaren. Op 21 november 1964 werd ze opgelegd in Rotterdam in afwachting van de verkoop voor de sloop. In 1965 is de Westerdam (1) gesloopt in Alicante, Spanje.
Nieuw Amsterdam (1938-1974)
Bouwwerf: Rotterdamsche Droogdok Maatschappij NV
Tonnage: 36.287 tonnen
L.o.all: 231,20 x 26,82 x 16,76 m
Snelheid: 21 knopen.
Passagiers: 1e: 568, 2e: 452, 3e: 209
Bemanning; 650 koppen.
De Nieuw Amsterdam (2) was van 1938 tot 1959 het vlaggenschip van de rederij.
Aanvankelijk zou dit nieuwe schip Prinsendam worden genaamd.
Het schip was ontworpen als de "running mate" van de Statendam (3) van 1929.
Door de crisisjaren verliep de financiering moeizaam. Dankzij loonoffers van het werfpersoneel en regeringssteun kon het schip toch worden gebouwd en verfraaid door circa 60 kunstenaars.
Met twee pijpen, een prachtige lijn en luxe accommodatie werd de Nieuw Amsterdam (2) spoedig populair.
Tijdens de oorlogsjaren diende het als troepenschip onder Engels gezag en vervoerde het bijna 400.000 personen. Na een afstand van 530.452 zeemijlen te hebben afgelegd onder veelal gevaarlijke omstandigheden keerde het schip op 10 april 1946 glorieus in de thuishaven terug.
Een herstelperiode van ruim een jaar was nodig om het schip weer geschikt te maken voor de Noord-Atlantische route en voor cruises.
In 1957 kreeg het schip een grijze romp en in 1961 volgde de verbouwing van drie- naar twee-klassenschip.
In 1967 werden nieuwe ketels ingebouwd, waarna de rederij het schip nog ruim zes jaar inzette voor transatlantische lijndiensten en cruises.
In december 1973 maakte het schip de laatste cruise. Hoewel er plannen waren om het schip permanent naar Rotterdam te halen, belandde het toch in maart 1974 bij de sloper in Taiwan (Klaas Krijnen).
Grandview Pahrump Family Cemetry Cemetary - Garden of Devotion Section 3/A/2
Il avait une relation avec (Ne pas publique).
Enfant(s):
PRIVATE