De Huiszittenhuizen zijn de huizen van waaruit de bedeling aan ‘huiszittende armen’ plaatsvond. Dat waren officieel geregistreerde armen die niet in een gasthuis of tehuis waren gehuisvest, maar nog in hun eigen huis woonden.
Deze vorm van armenzorg is ontstaan uit de armenzorg van de kerk en kwam in de zeventiende eeuw onder de hoede van het stadsbestuur. Er was zowel aan de Oude Zijde een Huiszittenhuis (Oudezijds Huiszittenhuis of Oudezijds Huiszittenaalmoezeniershuis) aan het Waterlooplein, voorheen de Leprozenburgwal of Leprozengracht, als aan de Nieuwe Zijde een Huiszittenhuis (Nieuwezijds Huiszittenhuis) aan de Prinsengracht. In 1808 zijn de beide instellingen samengevoegd onder het bewind van de Regenten van de Huiszittende Stadsarmen. Een aanpassing van de Armenwet in 1870 betekende het einde van de Huiszittenhuizen en hun regenten. Bij raadsbesluit van 9 november 1870 werd de bedeling vanuit de Huiszittenhuizen opgeheven.
Het criterium om in aanmerking te komen was gerelateerd aan inkomen en aan kosten. Afhankelijk van de situatie kreeg iemand dan zomer- en/of winterhulp, bestaande uit bijvoorbeeld voedsel, kleding en stookmiddelen. Het aantal geregistreerde armen wisselde per jaargetijde en was in de winter tot zes maal zo groot. Dat was aanvankelijk ook de reden waarom de bedeling alleen in de wintermaanden plaatsvond, van Kerstmis tot Pasen. Noodgedwongen werd dat later dus het hele jaar door, echter met wisselende hoeveelheden.
De kosten van het huiszittenhuis werden niet altijd door de gemeente betaald, maar om de kosten te drukken ook door de kerkgemeenschap of diaconie van de religie waartoe men behoorde. Daarom staat er in de inschrijfboeken soms achter de religie een plaatsnaam waar het gezin vandaan kwam. Deze kerkgemeenschap diende te betalen of in ieder geval bij te dragen.
Toen haar man Johannes de Bos overleed in 1812 had zij geen inkomsten meer.
Zij gheeft in de jaren 1812 tot maart 1823 van de bedeling geleefd.
Waaarom zij in maart 1823 bedankte is mij nog niet duidelijk.
Mogelijk waren alle kinderen het huis uit.
Zij werd genoemd in een testament verleden bij notaris August Hendrik de Melander, samen met o.a. haar broer Fredrik.
(1) Elle est mariée avec Johannes Philippus de Bos.
Ils se sont mariés le 19 juin 1801 à Amsterdam (NH)Amsterdam (NH).
Enfant(s):
Evénement (Religion): Ev.Luth..
(2) Elle avait une relation avec Brits /Engelse vader onbekend.
Enfant(s):
Evénement (Alternate Marriage) de août 1813 à avril 1814 dans Amsterdam (NH) : Anna Maria was weduwe en ongehuwdAmsterdam (NH).
Naam ook wel Gobel.
Anna Maria Göbel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1801 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johannes Philippus de Bos | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Brits /Engelse vader onbekend |
Les données affichées n'ont aucune source.