Aktenummer 129
3 mei 1875: Rogier, Femia Johanna vrouw van Bernardus Mulder, water en vuur neringhoudster te Deventer. Klaagt aan: Jansen, Gerritje, vrouw van Willem Arends, geboren te Terwolde, wonende te Deventer.
“Op de 3 mei 1875, door genoemde aangeklaagd van haar ten hare woonhuis aldaar bij onderlinge woordentwist te zijn aangevallen en slagen te hebben toegebracht”
Oorzaak: Woordentwist
veroordeling wegens onderlinge moedwillege mishandeling
12 september 1877
No. 221 ter rolle
In de zaak van het Openbaar Ministeri, ambtshalve klager, tegen:
1e: Femia Johanna Rogier, huisvrouw van Bernardus Mulder, water en vuur verkoopster oud 39 jaar, geboren te Deventer;
2e: Frederika Johanna Grutterink, huisvrouw van Willem Smit, werkvrouw oud 38 jaar, geboren te Apeldoorn
3e: Bernardus Mulder, daglooner oud 39 jaren, geboren te Twello
Allen wonende te Deventer
Beklaagden gedagvaard ter zake: wat de 1e en 2e betreft, dat deze elkaar wederkerih op maandag 13 Augustus jl. te Deventer moedwillig hebben geslagen en gestoten.
wat de 1e betreft, dat deze de 2e beklaagde op 13 Augustus 1877 in de Molengang te Deventer, zijnde een openbare staat, beledigend heeft uitegscholden voor koepelhoer.
wat de 3e betreft, dat deze, toen vrouw Smit en zijne vrouw op 13 Augustus te Deventer bezig naar elkaar te slaan en stoten, vrouw Smit moedwillig bij de haren heeft gegrepen en haar slagen op het hoofd heeft toegebracht
veroordeling: de eerste tot eene cellulaire gevangenisstraf van 10 dagen en eene geldboete van 12 gulden. De tweede en derde beklaagden tot ieder eene cellulaire gevangenisstraf van drie dagen. Indien eertse veroodeelde niet betaald binnen 2 maanden, zal deze boete vervangen worden door drie dagen cellulaire gevangenisstraf.
Overwegende:
"Dat ter teregtzitting onder eede is verklaard:
1e door de getuigen Gerritje Overmaat en Wilhelmna Wenzel, huisvrouw Gerrit Prins, dat zij op 13 Augustus gezien hebben, dat de eerste en tweede beklaagden in den Molengang te Deventer ruzie hadden en elkander wederkerig aangegrepen en slagen gaven en dat daarop de derde beklaagde de tweede heeft aangegrepen, bij de muts getrokken en een slag op het hoofd heeft gegeven.
2e Door de getuige Hendrika Vosmeijer dat op gemelde dag en plaats de eerste beklaager liep naar de woning van de tweede en op straat staande, deze uitschold voor koepelhoer, dat de tweede beklaagde de deur harer woning sloot, doch de eerste beklaagde die opende en daarop ruzie is ontstaan, waarbij zij zag, dat de 1e beklaagde de tweede aangreep.
3e Door de getuige Johanna Hazeveld, huisvrouw van Th. Spaans, dat zij op gemelden tijd en plaats hoorde, dat de 1e beklaagde op de openbare straat de 2e beklaagde uitschold voor koepelhoer. Dat de beklaagden ontkennen die feiten te hebben gepleegd, doch dat door de beëdigde verklaringen van de getuigen wettig en overtuigend is bewezen, dat de drie beklaagden zich schuldig hebben gemaakt aan de hun ten laste gelegde feiten....."
Oorzaak: veroordeling
"Het in kennelijken staat van dronkenschap zich bevinden op den openbare weeg aan de Molenstraat alhier"
1 maart 1902, "dronkenschap Noordenbergstraat. Rogier, Femia Johanna, 62 jaar wed. B Mulder alhier"
Oorzaak: Dronkenschap
Aktenummer 415
Elle est mariée avec Bernardus MULDER.Source 14
Événement partagé avec Albert Jan VROLIJK, Jan Willem EVERS, Bastiaan PIETERS, Adriaan WESSEL WESSELS
Ils se sont mariés le 4 septembre 1862 à Deventer, Gemeente Deventer, Overijssel, Nederland , elle avait 24 ans.Source 14
Enfant(s):
Femia Johanna ROGIER | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1862 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bernardus MULDER |