Kind:
Jan Eekhuis
Geslacht:
Man
Geboorteplaats:
Terwolde
Geboortedatum:
donderdag 2 november 1905
Vader:
Hendrik Jan Eekhuis
Geslacht:
Man
Leeftijd:
26
Beroep:
Landbouwer
Moeder:
Christina Eltink
Geslacht:
Vrouw
Beroep:
zonder beroep
Gebeurtenis:
Geboorte
Datum:
donderdag 2 november 1905
Gebeurtenisplaats:
Terwolde
Documenttype:
BS Geboorte
Erfgoedinstelling:
Gelders ArchiefGelders Archief
Plaats instelling:
Arnhem
Collectiegebied:
Gelderland
Archief:
0207
Registratienummer:
11137
Aktenummer:
247
Registratiedatum:
4 november 1905
Akteplaats:
Terwolde
Bron Burgerlijke stand - Overlijden Archieflocatie Gelders Archief Algemeen Toegangnr: 0207 Inventarisnr: 33173
Gemeente: Voorst Soort akte: overlijden Aktenummer: 264 Aangiftedatum: 24-11-1945
Overledene Jan Eekhuis Geslacht: M Overlijdensdatum: 19-11-1942 Overlijdensplaats: Soest
Vader Hendrik Jan Eekhuis
Moeder Christina Eltink
Partner
Nadere informatie elders overleden; ; geboortepl: Voorst; oud 37 jaar; beroep overl.: metselaar; beroep vader: los arbeider; beroep moeder: zonder beroep
gefusilleerd in Soest
Gerrit Jan van 't Einde werd op 9 mei 1899 geboren als jongste zoon (het dertiende kind) van Gerhardus van 't Einde en Janna de Wilde. Hij trouwde op zaterdag 20 mei 1922 in Epe met de twintigjarige Johanna Hermina (Anne) Broekhuis.
Het echtpaar kreeg 5 kinderen:
Gerharda Johanna (Gerrie); Johanna Hermina (zij werd slechts 9 maanden oud); Rijk Egbert Jan (Rijk); Gerre Johanna (Jo); Hilligje (Hillie).
Gerrit Jan was gemeenteraadslid voor de SDAP. Hij werd op donderdag 19 november 1942 als verzetstrijder in Austerlitz (Utrecht) gefusilleerd, hij was toen 43 jaar oud. Hij werd herbegraven op dinsdag 23 oktober 1945 te Terwolde.
De verzetsgroep
De groep werd al snel na het begin van de oorlog gevormd door mensen die een afkeer hadden van het nationaal-socialisme. Ze hadden een sociaal-democratische en communistische achtergrond. Het eerste jaar beperkten hun activiteiten zich tot het verspreiden van illegale pamfletten. De invalide Voorstenaar Cornelis Lugthart had in zijn invalidenwagentje daarvoor een gecamoufleerd vakje gemaakt. Hij had al voor de oorlog vluchtelingen in huis, waardoor hij toen al wel geconfronteerd met de misdaden van het nazi-regime. Eén van de vluchtelingen had een kapot geslagen rug. In de oorlog bleef hij onderduikers een plaats geven en werd daar in juni 1941, samen met zijn vrouw en twee zoons, voor gearresteerd. Omdat men niemand vond in de schuilplaats en geen bewijzen werden gevonden van zijn illegale activiteiten liep het deze keer goed af.
De verzetsgroep breidde in de loop van 1941 en 1942 haar acties uit met het transport van vluchtelingen over de IJssel.
Een nieuwe aanvoerder
Frans de Wit werd de leider van de verzetsgroep. Hij zorgde ervoor dat de groep zich ging bezig houden met sabotageacties, in het bijzonder met brandstichting. Een meelfabriek en oogsten van NSB-boeren in Voorst, Terwolde, Welsum en Nijbroek gingen in vlammen op. Ook vergiftigden ze aardappelvoorraden van de Wehrmacht. De aanslagen die ze op treinen pleegden hadden, vanwege de geringe kracht van hun explosieven, minder succes. Bij een brandstichting in Welsum aan het begin van het najaar werden twee Terwoldenaren uit de verzetsgroep op heterdaad betrapt. Dat ze verraden waren was overduidelijk, want een forse groep SDers lag in een hinderlaag op hen te wachten. Binnen drie weken werd de hele groep van zeventien personen opgerold. De bezetter nam direct maatregelen door vijftien gijzelaars uit Deventer en omgeving op te pakken. Deze werden op 16 oktober 1942 in Austerlitz geëxecuteerd.
De leden van de verzetsgroep werden stevig verhoord in Arnhem. Op 13 november 1942 werden veertien van hen in een onzorgvuldig proces in de audiëntiezaal van het gerechtshof van Arnhem veroordeeld tot de doodstraf.
De executie
Over de terechtstelling in Soesterberg is in 1971 een boekje verschenen: De drie-en-dertig van Soesterberg. Het werd geschreven door J.W. Ooms en J.B. van Os. Op 19 november 1942 klonk zes keer een salvo over de schietbaan bij het vliegveld Soesterberg. In vijf groepen van zes en één groep van drie werd de executie voltrokken. Onder hen de verzetsstrijders van uit de IJsselstreek.
Uit Terwolde:
Klaas Jurjen Bakker (23) Monteur;
Hendrik Willem Eekhuis (32) Slager;
Jan Eekhuis (36) Metselaar;
Gerrit Jan van 't Einde (43) Stucadoor;
Gerrit Jan Nieuwenhuis (32) Fabrieksarbeider;
Frederik de Weerd (21) Tuinman;
Willem de Weerd (26) Chauffeur;
Gerrit van Werven (26) Landarbeider. Uit Voorst:
Wilhelmus Johannes Lenssen (20) Elektricien;
Cornelis Lugthart (44);
Wilhelm van der Maten (30) Grondwerker.
Uit Twello:
Anton Wijbrand Siedenburg (20) Student;
Franciscus Bernardus Canisius Maria Teelen (36) Schoenmaker en Postbeambte;
Bernard Ernst Lodewijk-Immerzeel (23);
Johannes Rodert (32) Schilder.
De overigen
Twee leden kregen om onbekende reden uitstel van executie. De één werd een jaar later alsnog geëxecuteerd en de ander overleed in concentratiekamp Mauthausen. Alleen Christiaan Lugthart, zoon van de invalide man zonder benen, overleefde de oorlog. Alhoewel hij schuldig werd bevonden, vonden de rechters de zeventienjarige te jong om te executeren. Hij zat tweeëneenhalf jaar in een concentratiekamp. Een periode die hem de rest van zijn leven zou tekenen.
De verrader
Vanaf het begin vertrouwde de groep Frans de Wit niet en er wordt niet aan getwijfeld dat hij de groep verraadde. Hij werd op een bepaald moment gezien toen hij met de SD rustig een sigaretje rookte. Ook zijn er geen stukken aangetroffen waaruit bleek dat hij werd verhoord. De naam Frans de Wit was een schuilnaam. In 1982 achterhaalde journalist Dries Scheepstra de werkelijke naam van de persoon: Cornelis van der Kraats.
De begrafenis
De plaatselijke krant berichtte op 25 oktober 1945 over de (collectieve) herbegrafenis als volgt:
Dinsdag heeft men in de gemeente Voorst aan de stoffelijke resten van een aantal slachtoffers van nazi-terreur een laatste rustplaats gegeven. Het waren de lichamen van ondergrondse werkers, die te Soesterberg, drie jaren geleden, door de overweldigers werden ter dood gebracht.
Zeer velen hebben deze plechtigheden bijgewoond; O.m. waren overal aanwezig alle leden van het college van B en W en een vertegenwoordiger van de CPN.
(… na het bericht over het begraven van een aantal anderen …)
In een groot graf werden de resten geplaatst van G. van 't Einde, C. Lugthart, G.J. Nieuwenhuis, G. van Werven, J. Eekhuis en H.W. Eekhuis. Hier droegen leden van de CPN de lijkkisten, die gedekt waren met de nationale kleuren en de rode vlag met sikkel en hamer, alsmede met bloemen. In de stoet voegden zich de leden van het fanfarecorps "Ons Genoegen" met omfloerst vaandel, omdat de gebroeders Eekhuis lid waren van die vereniging.
Een vriend uit Almelo sprak bij het stoffelijk overschot van Lugthart mede namens de CPN aldaar een afscheidswoord. De burgemeester zeide, hoe het verzetswerk hier allen verenigde, eendrachtig in het ideaal. De heer Otto, uit Enschede, sprak voor de afdelings- en districtsbesturen van de CPN, alsmede voor het hoofdbestuur. De heer Wijnbergen sprak als voorzitter van "Ons Genoegen".
Ds. van Rossum sprak ook hier een troostwoord.
Voor zijn verzetswerk kreeg Gerrit Jan van 't Einde in 1982 postuum het verzetsherdenkingskruis toegekend.
Jan Eekhuis |
Les données affichées n'ont aucune source.