Quiryn (Crijn) Cornelisz., geb. ca. 1520/1530, mondig 19-3-1558, landhuurder te Oost-Barendrecht en in De Ziedewij aldaar (1561), tr. N.N.
In 1557 komt hij nog niet voor als landgebruiker, maar blijkens het kohier der 10e Penning 1561 gebruikte hij percelen van 7 morgen en 4 morgen V2(?) hont in het Oudeland (het Binnenland) van Oost-Barendrecht en 4 morgen in De Ziedewij in huur, terwijl hij in Oost-Barendrecht werd aangeslagen voor een door hem bewoond huis.
In hetzelfde jaar kreeg Crijn Cornelisz. betaald voor verrichtte werkzaamheden aan 'de gebrocken dijck' in de polder De Ziedewij. Na hem is in de polderrekening (zijn broer) Huych Cornelisz. geboekt.13
In 1567 kreeg Querijn Corneliss. door de waarsman van De Ziedewij betaald omdat hij 'een hoedt' (een soort afdeksel?) aan de sluis van genoemde polder had geleverd.
Enfant(s):
groep D
Waarschijnlijk was hij de vader:
a. Cornelis Crijnensz., waaruit mogelijk de familie Clootwijck te Puttershoek, zie GROEP D.
b. Jacob Quirijnsz. (Crijnsz.), waaruit de familie Groenendijck met naamdragers Clootwijck en Barendrecht te Oost-Barendrecht, zie GROEP E.
c. Aert Quirijnsz.(Crijnsz.), waaruit de familie Clootwijck met naamdragers Cappiteyn te Kleine Lindt, zie GROEP E.
DE FAMILIEGROEPEN CLOOTWIJCK OP DE ZUIDHOLLANDSE EILANDEN CA. 1500-1700 met naamdragers (de) Pachter, (de) Leenheer, Visser, Groenendijck, Barendrecht en Cappiteyn DEELI door K.J. Slijkerman
http://www.klootwijk.net/dak.asp?gen=2500
DE FAMILIEGROEPEN CLOOTWIJCK OP DE ZUIDHOLLANDSE EILANDEN CA. 1500-1700 met naamdragers (de) Pachter, (de) Leenheer, Visser, Groenendijck, Barendrecht en Cappiteyn DEELI door K.J. Slijkerman