Pieter Joppen, geb. ca. 1584, aangezien hij in een akte van 6-1-1625 als inwoner van Barendrecht 41 jaar oud is genoemd
Lijsbeth Antonisdr. (Teunisdr.), j.d. van West-Barendrecht (1619), overl. na 1662, tr. Barendrecht (3e gebod 13-10) okt. 1619 (haar veel oudere oom!) Pieter Joppen, j.g. van West-Barendrecht (1619), ouderling te Barendrecht (1647), overl. tussen 1647 en 25-7- 1651, zoon van Jop Aertsz., boer te West-Barendrecht, heemraad, hoogdijkheemraad van West-Barendrecht, en Trijntje Cleysdr.22.
In het kohier der 1000e penning over Barendrecht uit 1626 staat Pieter Joppen voor 5 pond genoteerd. Heemraad Jacob Adriaensen Horddijck, wonende in West-Barendrecht, transporteerde op 8- 6-1628 aan Pieter Joppen 1 morgen 200 roeden in het Oude Land van West-Barendrecht, noordelijk belend aan 'den Smeetslantssen dijck', alwaar het land ook zijn uitgang had42. Bij akte van 20-6-1629 kreeg Pieter uit naam van zijn schoonzuster Maertge Geemensdr., weduwe van zijn broer Coenraet Joppen, 2 morgen 200 roeden in Smeetsland overgedragen17. In deze polder kreeg Pieter bij akte van 29-6-1631 van Johanna, vrouwe van Heerjansdam, 7 morgen 4 hond overgedragen. Dit land lag in een perceel gemeen met de heer van Thienove en met de kinderen van (zijn zuster/schoonmoeder) zaliger Neeltghen Joppendochter en was aan de oostzijde ook aan Pieter belend. In hetin 1632 opgemaakte verpondingskohier over Barendrecht is onder het hoofd 'huysen staende op de landen' de woning van Pieter Joppen aangeslagen voor 3 gld. 10 stuivers, waarmee tot hij tot de de groep van de hoger aangeslagene behoorde.
In het in 1638 opgemaakte kohier der 200e penning over Barendrecht is Pieter Joppen genoteerd voor 40 pond, zodat de waarde van zijn onroerend goed inmiddels van 5000 naar 8000 pond was gestegen.
In een akte van 1-8-1645 is Pieter Joppen vermeld als belender van land in het Oude Land van West-Barendrecht, terwijl hij in 1647 werd genoemd als ouderling te Barendrecht, maar op 25-7-1651 is er sprake van zijn weduwe als belender aldaar.
Lijsabet Thunis, weduwe en boedelhoudster van Pieter Joppen, met Claes Coennen als haar gekoren voogd, beiden wonende in West-Barendrecht, transporteerden op 21-5-1654 voor 2100 Car. gld. 3 morgen 3 hond in het Oude Land aldaar aan de weeskinderen van de heer Huybert van der Meer, in leven gewoond hebbende te Rotterdam. Aan de westzijde werd dit land belend door de voornoemde Lijsabet en noordelijk door 'den Smeetslanssendijck'. In de in 1654 48 en 1663 opgemaakte kohieren van de Zuidpolder van Oost- en WestBarendrecht en Carnisse is de weduwe van Pieter Joppen aangeslagen voor 3 morgen 104 roeden eigen land. Lijsbet Anthonis, weduwe van Pieter Joppen, wordt nog genoemd als landeigenaresse in de Zuidpolder onder Oost-Barendrecht in een akte van 21-8-1655 .
Nakomelingen van dit echtpaar noemden zich Welborn. Zie verder de uitgave: Geschiedenis en genealogie van de familie Hordijk deel II
Il est marié avec Lijsbeth Anthonis (Teunis).
Ils se sont mariés à l'église le 13 octobre 1619 à Barendrecht.Source 2