I. Comelis Rochusz. Clootwijck alias Smidt, geb. (Oost-Barendrecht?) naar schatting ca. 1570, weduwnaar en smid tot IJsselmonde (1616), smid (zeker sedert 1597), gemeenlandssmid (1632) te (Oost-)IJsselmonde, heemraad / schepen van het ambacht Oost-IJsselmonde (1618-1645), laagheemraad van de polder Oost IJsselmonde (1618-1645), begr. IJsselmonde (in de kerk in het koor) tussen 21-12- 1647 en 19-12-1648," tr. Ie Ariaentgen Pietersdr., overl. voor medio 1615, tr. 2e Ridderkerk (Ie afk. aldaar 17-1) 21-2-1616 Adriana (Adriaentgen) Bastiaensdr., ged. Ridderkerk 29-6-1586,j.d. van Ridderkerk (1616), begr. IJsselmonde (in de kerk in het koor) tussen 12-5-1632 en 1-7-1633,18 dochter van (Se)Bastiaen Adriaensz. Saentgen (Aryswager), boer te Bolnes onder Ridderkerk, heemraad van Ridderkerk, en Elisabeth (Lijsken) Jansd
Mogelijk is Clootwijck door huwelijk in Oost-IJsselmonde terecht gekomen. Aldaar werd in ieder geval geen spoor van zijn ouders aangetroffen.
In het huizenkohier der 100e penning van Oost-IJsselmonde over 1597 is Comelis Rochusz. Smidt genoemd 'hem gen(erende) mit smeeden'.
Clootwijck was mogelijk identiek met de Comelis Roken die op 24-10-1599 te Ridderkerk doopgetuige was voor een kind van Comelis Comelissen en Bastiaentien Pleunen. Sedert 1600 komt Comelis Roochusz. Smidt tal van keren voor als koper van tienden in Nieuw-Reijerwaard onder Ridderkerk, terwijl hij zich hierbij ook wel als borg voor medekopers stelde.
Van de in Zaltbommel wonende Hendrick de Raedt Elyasz. kreeg Comelis Rochusz. Smidt op 14-5-1602 een 'huyssinge en hoff in het dorp van IJsselmonde getransporteerd, aan de oostzijde belend aan de 'kerckstrate'.Dezelfde dag werd er hiervoor een schuldbrief van 1000 car. gld. ten behoeve van De Raedt opgemaakt.
Zeker al in 1605 voerde Comelis de naam Clootwijck. In dat jaar procedeerde hij
tegen Comelis Voppens, die draalde met de koopcedulle van een door Clootwijck aan hem verkocht huis, waarvan ik overigens geen transport van heb kunnen terugvinden. In 1612 was Clootwijck overigens borg voor deze Cornelis Foppensz. toen deze een tiende kocht in Nieuw-Reijerwaard.
Tot in 1627 komt hij tal van keren voor op rechtdagen te Oost-IJsselmonde, o.a. als eiser voor geleverde arbeid en materiaal. Zo is Clootwijck op 24-5-1607 genoemd als borg voor Jan Janss. Brul, die tienden te Oost-IJsselmonde had gekocht.
Blijkens zijn verklaring van 5-2-1609 verontschuldigde Clootwijck zich bij de ambachtsheer of diens moeder voor het graven van een sloot in de aanwas recht tegenover zijn huis en het afvoeren van de aarde. Hij verklaarde onrecht te hebben gedaan, de aarde terug te zullen brengen en onkosten en schaden te betalen, indien de ambachtsheer maar niet tegen hem zou procederen.
In 1610 was Clootwijck borg voor ene Willem Geeritsse.
Sedert ca. 1610 werd Cornelis Roochusz. Smit jarenlang in de kerkrekeningen vermeld gevonden als pachter van land van de kerk van IJsselmonde. In de rekening van 1610/1611 eenmalig van een stukje 'kercken dycx' en sedertdien met Harmen Adriaensz. van 3 morgen 200 roeden in 't halff houffken'. Harmen deed dit voordien tezamen met ene Pieter Voppen Meullenaer. Later had Clootwijck een andere hoeveelheid land van de kerk in pacht. Hij leverde ook jarenlang ijzerwerk en spijkers en verrichtte arbeid aan de kerk, het predikantshuis en het schoolhuis te IJsselmonde.
Voor medio 1615 stierf de eerste vrouw van Clootwijck. Haar begrafenis komt niet voor in de rekeningen van de kerkmeester. Vermoedelijk is zij te IJsselmonde op eenvoudige wijze op het kerkhof ter aarde besteld en derhalve niet in de rekeningen opgetekend.
Op 20-5-1626 deed Cornelis Roochussen Clootwijck vanwege zijn huisvrouw met de mede-erfgenamen te Ridderkerk transport van de schoonouderlijke hofstede met huurlanden op Bolnes.
In het in 1626 opgestelde kohier der 1000e penning over Oost-IJsselmonde is Cornelis Rocusse Smit geboekt voor 5 gld. waaruit blijkt dat hij met een vermogen van 5000 gld. behoorlijk welgesteld was.
Op 27-5-1627 is Clootwijck genoemd als borg voor de onder Katendrecht wonende Jan Harbartsse30 en bij akte van 18-9-1627 transporteerde hij als inwoner van IJsselmonde en als man en voogd van Adriaentgen Bastiaensdr. aan Pietertgen Ariens Fonckaertsdr., weduwe van Arye P(iete)r Woutersz., een perceel van 1 morgen 400 roeden in Nieuw-Reyerwaard." Ongetwijfeld ouderlijk erfgoed van zijn vrouw.
Op 12-6-1632 verkocht Cornelis Roochus Clootwijck, 'gemeennelants smidt' tot IJsselmonde, een losrente van jaarlijks 37 ponden 5 schellingen aan Adriaen Lenertsen Besemer, regerend burgemeester en raad in de vroedschap van Rotterdam. Hij verzekerde dit op 4 morgen onder Nieuw-Reyerwaard.
Cornelis Roochus Clootwijck transporteerde bij akte van 5-4-1635 aan Dirck Jan Ariens 1 1/2 morgen eigen land in de vierde houve van Oost IJsselmonde, genaamd 'Jan de Jouwe (Jaers) houve en nog eens 1 1/2 morgen in genoemde houve aan Pieter Jan Ariens. Op 29 juni dat jaar transporteerde hij aan Cornelis Willemsz Koon zijn achterhuis met boomgaard, staande aan de zuidzijde van de 'dorpssteenstraet'. De middelmuur zouden zij gezamenlijk moeten onderhouden. Er werden afspraken gemaakt m.b.t. het dichtmetselen en de materialen. Dezelfde dag werd er een schuldbrief opgemaakt van 1027 ponden 10 schellingen t.b.v. van Clootwijck. Uit het hoge bedrag blijkt dat het een vrij aanzienlijke woning moet zijn geweest. Pieter van Golen, schout van Ridderkerk, als bloed- en oppervoogd van de drie nagelaten weeskinderen van zaliger Adriana Bastiaensdr. bij Cornells Roochusen Clootwijck, transporteerde op 28-11-1637 aan Adriaen Goossens 1 morgen 133 roeden 6 voeten in Nieuw-Reyerwaard. Op 5 november dat jaar hadden de gerechten van IJsselmonde toestemming voor deze verkoop gegeven. Het land was belast van 150 gld. hoofdgeld t.b.v. Adriaen Lenertsz. Besemer, vroedschap van Rotterdam." Blijkens het kohier der 200e penning over 1638 was toen het vermogen van Clootwijck enigszins verminderd; mogelijk ten gevolge van de uitkoop van zijn kind of kinderen uit het eerste huwelijk, van wie ik overigens geen spoor heb gevonden.
Hij werd geboekt voor 17 gld. 10 stuivers.
Op 20-11-1642 transporteerde Clootwijck zijn (voor)huis, dan genoemd als gelegen aan de zuidzijde van de 'zeedijcx' en oostelijk belend aan de 'kerckstraet' op het dorp IJsselmonde, met het schuurtje en de boomgaard met beteling aan (zijn schoonzoon) Lenert Huygen Blocq.
Helaas is er geen enkele akte aan het licht gekomen waaruit zijn bij name genoemde kinderschaar blijkt. In Brielle en Poortugaal leefden in de eerste helft van de zeventiende eeuw twee en zeer waarschijnlijk wel drie gebroeders Smidt en Clootwijck, die zeer nauw verwant moeten zijn geweest aan de familiegroep uit Oost IJsselmonde en mogelijk stamden uit een eerder huwelijk van Cornells Rochusz. Clootwijck te Oost-IJsselmonde, maar ook op andere wijze nauw aan hem gerelateerd kunnen zijn geweest. Bij gebrek aan nadere gegevens heb ik hen voorzichtigheidshalve niet als zijn mogelijke kinderen ingepast. Het betreft de volgende personen in willekeurige volgorde vermeld:
Elle est mariée avec Cornelis Rochus Klootwijk.
Ils se sont mariés