op 25 sept gedoopt t kint van oorber Marinus op Hoogvliet genaemt Marinis getuige Heijltje Marinis
Mogelijk was hij (later?) ook bakker, maar in het familiecohier van 1674 te Rhoon staat hij geboekt als arbeider.
Marijnis van Wael / arbeijder 1 1 5 0 0
Hij woont er met zijn vrouw en 5 kinderen
(alle kinderen zijn dus in ieder geval van voor 1674)
Op 11-11-1660 compareerde Cornelis Cornelissen ‘in de wandelingh genaemt Dolleman’, timmerman in de heerlijkheid Rhoon en Pendrecht, als last en procuratie hebbende van de in OudBeijerland woonachtige Ariaentge Cornelis, weduwe van Bastiaen Ariens, en ook last en procuratie hebbende van Jan Willemsz. Boonman, als oom en voogd van de nagelaten weeskinderen van de voornoemde Bastiaen Aernoutsz.(!) ‘anders genaemt Bastiaen in de Waert’, en transporteerde aan Marinus Oibairsz. een huis en erf genaamd ‘de Luick-houck’, en ook een boomgaard, aan de Molendijck te Rhoon. Hij voldeed 200 gld. in gereed geld en voor het restant van 400 gld. werd dezelfde dag een custingbrief t.b.v. de verkopers opgemaakt. In de marge van deze akte staat genoteerd dat Pieter van de Vaeck als armmeester van Nieuw-Beijerland op 7-6- 1676 ter secretarie (te Rhoon) compareerde en had verklaard de laatste termijn van deze schuldbrief te hebben ontvangen.
Bij akte van 9-6-1666 verklaarde de in de heerlijkheid Rhoon wonende Marinus Oirbaersz. 100 Car. gld. schuldig te zijn aan Maertge Cornelis ’t Hart. Als zekerheid voor de aflossing van deze lening zette hij zijn huis met erf en boomgaard aan de Molendijck aldaar op hypotheek. In de marge van de akte staat genoteerd dat Leendert Geerit Corenneeff, in huwelijk hebbende Maartje
Marinus, deze schuldbrief op 1-5-1699 vertoonde en dat deze was afgelost.
Een zeer waarschijnlijk uit het jaar 1667 daterende lidmatenlijst van de kerkelijke gemeente Rhoon maakt melding van een Marinus (zonder patroniem). Na hem volgt de naam van ene Jannetje Bastiaense. in wie wellicht zijn vrouw gezien moet worden. Zij stierf dan kennelijk voor Marinus, want alleen achter haar naam werd naderhand ‘dood’ geschreven. Ook blijkens het feit dat Marinus een zoon Bastiaen had en kleindochters met de naam Jannetje zou zij goed in aanmerking kunnen komen als zijn vrouw. Speculatief zou zij zelfs een dochter kunnen zijn geweest van de voornoemde Bastiaen Ariensz. alias Arnoutsz. alias Bastiaen in de Waert, wiens weduwe (en moeder van Jannetje?) in 1660 te Oud-Beijerland woonde!
Op 25-8-1679 ontving de
diakonie te Rhoon enig geld uit het erfhuis van Jannetje Bastiaens,vermoedelijk dan wel de vrouw van Marinus.
Marinus Oirbaerse, wonende in de heerlijkheid Rhoon, verklaarde bij akte van 1-10-1670 125 Car. gld. schuldig te zijn aan de te Rotterdam woonachtige joffrouw Maria de Raedt. Voor deze lening zette hij zijn huis met erf aan de Mueledijck te Rhoon op hypotheek.
In 1678 had Marinus Oorbertse onenigheid gekregen met Dirck Hendricksz. van Driel en wel over een zak meel van laatstgenoemde waaruit volgens Van Driel te weinig broden zouden zijn gebakken. Hierbij was ook een zoon van Marinus betrokken. De kerkenraad van Rhoon kwam op 1 oktober dat jaar tussenbeide om de feiten van deze twee ruziënde Rhoonse lidmaten te vernemen.
Marinus verklaarde door Van Driel in zijn ‘eer en goede naem en faem’ te zijn aangetast. Uiteindelijk werden Marinus en zijn zoon in hun goede naam hersteld en de partijen reiktenelkander op 8-12-1678 ‘de hand van versoeninge’.
waarschijnlijk begr. Rhoon 1699,
Il est marié avec Jannetje (Bastiaens?).
Ils se sont mariés à l'église en l'an 1660.Source 3
tr. ca. 1660 vermoedelijk Jannetje Bastiaensdr
Enfant(s):
Marinus Oorbers (van der Wael) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1660 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jannetje (Bastiaens?) |
https://www.familysearch.org/ark:/61903/3:1:3QSQ-G9QJ-YLDF?i=64&cc=2037907
https://www.hofoda.nl/wp-content/uploads/archief/PDF/slijkerman/boeken/Duizend_jaar_Voorgeslacht.pdf
DE OUDERE GENERATIES VAN HET GESLACHT MET DE TAKKEN VAN DER WAEL, HOOGVLIET EN DE WINTER UIT HOOGVLIET door K.J. Slijkerman en W.T. Molema-Smitshoek