Op 30 september 1694 wordt een ‘cohier’ opgemaakt van personen binnen de stad Westkapelle die schoorsteengeld (van ‘aardsteden ende rooggaten’) verscguldig zijn. Onder hen zijn Frans Verbeke, Willem en Abraham Verheeke, Pieter den Hollandert (getrouwd met Marija Verheeke, zuster van Willem en Abraham) en de weduwe van Pieter Klincke (dit is Tanneke Willemsdr.). Allen hebben huizen met twee schouwen of haardsteden.
Op 20 augustus 1695 compareert Janneke Arenoutsdr., weduwe van Frans Verbeke, voor de secretaris van Westkapelle. Zij benoemt per testament haar zoon Arenout Verheeke tot enig en universeel erfgenaam waarbij hij de verdere kinderen en hun nakomelingen hun legitieme portie niet zal onthouden.
Op 31 oktober 1695 compareren Johannis Joos Sandersz. en Anna Verbeken, wettige man en vrouw, voor de secretaris van Westkapelle en maken hun testament. De eerststervende zal van de langstlevende het huis en erf erven met de schuren, stallen en toebehoren met daarnaast de schuur met het erf waar het huisje van Pieternelke Rijcke heeft gestaan, inclusief alle huisraad. Zijn broer Davit Sanderse alsmede Adriaen Damme, secretaris van Westkapelle, worden tot voogd over zijn voorkinderen benoemd. Anna Verbeke benoemt haar broer Willem Verheeke tot voogd over haar kinderen alsmede de secretaris Damme. Wanneer Willem Verheeke komt te sterven, wordt haar broer Arenout Verheeke voogd.
Op 4 februari 1707 compareren voor de keurschepenen (= schepenen die criminele zaken berechten) van Westkapelle buiten en Poppekerke alle erfgenamen pro parto voor de weder-helft in de nagelaten goederen van Willem Leunisz. Jongepier met betrekking tot Janneken Pietersdr. Klincke, in haar leven huisvrouw van genoemde Willem Leunisz. Jongepier.
Het zijn Adriaan Pietersz. Schijve, getrouwd met Catelintje Verhulst, wonend in Boudewijnskerke, voor ¼ deel en Janneken Pietersdr., nicht van Willem Leunisz. Jongepier (en dochter van Pieter Leunisz. Jongepier), voor ¼ deel, samen ‘over deene helft’. Daarnaast verschijnen Louweris Adriaansz., schepen van Oostkapelle, voor 1/6 uit ¼ (= 1/24), Johannis Jan Gillisse Leijnse, wonend in Oostkapelle, voor 1/6 van ¼ (= 1/24), de twee kinderen van Jacob Boudensz. voor 1/6 van ¼ (= 1/24), Jan en Isaack Klincke, wonend in Domburg, voor 1/3 van ¼ (= 1/12), Willem en Arenout Verheeke, wonend in Westkapelle, voor hun zelf en ‘de rato’ borg staand voor Louweris Daneelsz., getrouwd met Catelintje Jacobsdr., dochter van Maddaleena Verheeke, idem voor Jacob Bal, getrouwd met Janneke Verheeke, en de kinderen van Abraham Verheeke, samen voor ½ van ¼ (= 1/8), en Jan Ingelse, getrouwd met Josintje Krops, wonende in Boudewijnskerke, mede voor Leendert Boene Wisse, getrouwd met Louwerintje Krops, ook voor 1/2 van ¼ (=1/8).
Bij de later genoteerde, inbegrepen verkoop op 18 januari 1707 van een stuk zaailand wordt het deel voor de twee kinderen van Jacob Boudensz. gesteld op 1/3 uit ¼ (= 1/12) en niet, zoals eerder, 1/6 van ¼ (= 1/24)! Dan klopt het totaal: uitkomend op 12/24 ofwel de (andere) helft van de erfenis
Op 20 februari 1708 compareert op verzoek van Willem en Arenout Verheeke alsmede op verzoek van Josintje Krop, weduwe van Jan Ingelse, wonende tot Boudewijnskerke, Johanniss Jansz. Marander, oud 71 à 72 jaar, wonende binnen Westkapelle, voor de schout van Westkapelle. Deze verklaart dat hij op 14 of 15-jarige leeftijd heeft gewrieven bij Willem Verheeke, vader van Willem en Arenout. Toentertijd kwam daar ook Jan Krop die een ‘eigen’ neef was van Willem Verheeke, en Catelintje Jansdr. van Onckel, die getrouwd is geweest met Pieter Klincke, en de ‘eigen’ nicht was van Willem Verheeke alsook van Jan Krop (in de kantlijn staat bijgeschreven dat Jan Krop ook de ‘eigen’ man was van Catelintje van Onckel).
Ook getuigt Tanneken Stevensdr. Annodt, huisvrouw van burgemeester Cornelis Jan Leunisz. op verzoek van Josintje Krop (haar moeder) dat Josintje haar vertelde dat, voor zij in Boudewijnskerke ging wonen, zij binnen Westkapelle nog vrienden had en dat hun namen Klincke en Verheeken waren. Vervolgens is Tanneken met Josintje naar het huis van Arenout Verheeke gegaan waar mede ontboden waren Janneken Pietersdr. Klincke, dochter van de genoemde Pieter Klincke, die was getrouwd met Willem Leunisz. Jongepier, en Carelintje Jansdr. van Onckel. Zij bevestigden dat zij familie waren maar niet precies wisten hoe het nu zat.
Op 8-12-1708 compareren Jan Theunesz., getrouwd met Janneken Verheeke, en Pieter Pietersz. Hollander, getrouwd met Marija Verheeke, beiden wonend in Westkapelle, ieder voor 1/3 deel, en de diakenen van Westkapelle inzake (broer) Willem Willemsz. Verheeke die ‘van de arme middelen van de stad Westkapelle wordt gealimenteert’ voor het resterende 1/3 deel, allen kinderen en erfgenamen van Willem Verheeke. Zij hebben op 21 november 1708 aan Jan Cornelisz. Dane 1 gemet en 82 roeden zaailand verkocht.
(1) Elle est mariée avec Jan Antheunisz Theune.
Ils se sont mariés à l'égliseSource 2
Janneke trouwt 2de Jan Antheunis
Enfant(s):
(2) Elle est mariée avec Jacob Joosse Bal.
Ils se sont mariés à l'église avant le 28 juin 1701.Source 3
Janneke Willems Vereecke | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Antheunisz Theune | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) < 1701 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||