Willem Pietersz Moerman werd geboren in het Vlaamse stadje Blankenberge en staat in het doopregister als Willem Moorman. Zijn ouders namen met hun gezin de vlucht vanuit Sluis naar het toen nog veilige Holland, tijdens de inneming van Belgie door de Spanjaarden in 1587. Willem was toen 14 jaar oud. Het gezin Moorman vestigde zich in Portugaal en raakte in goede welstand. In 1605 trad Willem Pietersz in het huwelijk met Margitgen Rokusdr, die in Hoogvliet woonachtig was. In de Nederlandsche Leeuw Jaarg. LXIX, No. 1, is de volgende huwelijksomschrijving te vinden: Willem Pietersz Moerman van Blankenburche, met Margitge Rokus, van Hoogvliet, ghetrouwdt in Portegael anno 1605. Met Blankenburche werd geen eiland, polder of zandplaat bedoeld, maar de geboorteplaats van Moerman. In vroeger tijd kwam het heel vaak voor, dat de namen werd opgeschreven, zoals die werden uigesproken. Hierdoor is menige naam verbasterd of geheel veranderd. Alom zal bekend geweest zijn, dat Moerman uit Blankenberge afkomstig was, zodat deze stadsnaam spoedig ingeburgerd raakte. Direct na hun huwelijk pachtte het jonge paar een van de zandplaten in de monde van de Maas. Dat was de Middelplaat, die reeds in 1508 bezomerkaad was. In de erfpachtvoorwaarden werden ook weer verplichtingen gesteld. Enkele daarvan zijn: het opzetten van eendekooien, het bedijken van de zandplaat en het steken van een haventje. Hieronder volgt de tekst zoals die op het rouwbord van Willem Moerman is geschreven.
Aandachtige overdenkinge over mijn wedervaren in deze bedroevende, lijdende en strijdende weerelt. Als Spaans freet gespuis heel Vlaanderen gingh kwelle, Zoo dat geen leeuw hem in 't freetste mogh aamstelle, Zoo heeft daarboven nog ons honger zware plage. Daar bij nog zware pest schiere (g)eslaage. Ik die was jong geyaard, moest vluchten door dees nood. Zogt mijn jeugdig hert te vrije van den dood. Ik ben in Holland geraakt. God heeft mij hier gegeven, Bevrijd van straf en nood, genoeg om van te leven. Maar helaas mijn gans geslagt is door dees nood verdreven. Dat nooit een straal daar van in 't minste is verschenen. Maar echter zijn geslagt is in 't licht gebleven. Mijn stam en afkomst was eertijds genaamd Morman; Dit is 't meest wat mij hier van heugen kan. Terweil ik op 't Yland mijn woning nam met zorg. Zoo kreeg ik hier nogtans de Van: Van Blankenburg. Maar omdat mijn afkomst niet blijve zou vergeten, Zoo gaat men mij Moerman van Blankenburg heeten.
God geve, dat ik Moerman van Blankenburg sweven in 's hemels Blankenburg bij God in ewigh leven. De boerderij die hij bouwde kreeg de naam 'BLANCKENBURCH". In navolging van de adel ging Moerman zich 'Moerman van Blanckenburch' noemen. Later ging deze naam over op de polder en nog later op de gehele woongemeenschap. De Voornse Domeinen hebben deze naam overgenomen. In akten van de Voornse Domeinen wordt de vader van Willem Pietersz omschreven als 'Moorman van Portegaele'. In andere akten, eveneens van de Voornse Domeinen, wordt Willem Pietersz aangeduid als Moerman van Blanckenburche. Schim (Samuel Moerman) zou het verhaal over zijn voorvader rond 1700 hebben verteld aan een notaris in Maasland.
De stamvader van dit geslacht is Willem Pietersz. Moerman, die in 1587 vanuit België vluchtte voor de Spanjaarden. De Spaanse soldaten hielden vanwege de 80 jarige oorlog nogal huis in de Zuidelijke Nederlanden, wat stromen vluchtelingen oplevereden naar de Noordelijke Nederlanden.
Willem Pietersz. vestigde zich op het eiland Rozenburg of eigenlijk op een gedeelte daarvan wat hij “Blankenburg” noemde, naar zijn vorige woonplaats “Blankeberge” in België.
Het eiland Rozenburg maakte toen deel uit van de Maasmonding, welke toen erg breed was. Zo breed zelfs dat aan de de rechter oever Vlaardingen, Maassluis en ’s Gravenzande lagen, en aan de linker oever Voorne Putten, Geervliet, Zwartewaal en Brielle. In deze brede monding lagen grote zandbanken, die tot eilanden dicht slipten. Eén van deze eilanden was Rozenburg en het is één van de verdienste geweest van het geslacht Moerman, dat zij er aan meegewerkt hebben om dat land te ontginnen en in te dijken.
Wat de woonplaats van Willem Pietersz. betreft kan men aannemen dat hij zich allereerst gevestigd heeft op een stuk grond dat niet onmiddellijk onder water liep bij verhoogde waterstand en dat hij stelselmatig de droog zijnde en droog komende schorren heeft bewerkt en van dijken en kaden heeft voorzien. Eerst in 1627 werd de aldus ontstane dijkage door de Staten van Holland en West Friesland beschreven en in kaart gebracht en als een onsterfelijk erfdeel aan Hunne Edel Groot Mogendheden als Ambachtsheerlijkheid aangewezen. Bewoner Moerman had toen een bezit van 118 gemet, 187 roeden. Als buren had hij: de weduwe van der Does, Jacob van der Does, Cornelis Jorisz. van Dijk, Jan Doense Sonneveld, Samuel Pietersz. den Ouden, de weduwe van Hendrick van der Kaden en Jan Cornelisz. Van der Plaat.
Op het wapenbord van Willem Pietersz.
Moerman komt een gedicht voor met als titel:
AanDachtige Overdenkenge Over mijn
Wedervaren In dese Bedroefde Lijdende en
Strydende weerelt
Als Spaans freet gespuis heel Vlaandere ging kwelle
Zoo dat geen leeuw hem zoo in 't freetse moet aanstelle
Zoo heeft daarbove nog ons hooger zware plage
Daarbij nog zware pest schier en slaage
Ik die was jong geyaart moest vlugten door dees nood
zogt mijn jeugdig hert te vrye van den dood
Ik ben in Holland geraakt God heeft mij hier gegeven
Bevryd van straf en hoop genoeg om wel te leven
Myn laas zyn gans geslagt is door dees nood verdwenen
Dat nooit een straal daarvan in 't minste is verschenen
Jozef die was verkocht en buitenslans verdreven
Maar echter zyn geslagt is in t ligt gebleven
Mijn stam en afkomst was eertyds genaamt Moorman
dat is t meeste wat my hiervan heugen kan
Terweil ik op t land myn wooning nam met zorg
Zoo kreeg ik hier nogtans de van Blankenburg
maar omdat mijn afkomst niet blyve zou vergeten
Zoo gaat men my Moerman van Blankenburg heten
God geeft dat ik Moerman van Blankenburg sweven
In hemels Blankenburg by God in Ewigh leven
bron: http://home.kpn.nl/ooms51/GENMOERMAN.htm
Het bord hangt in het historich musem van Rotterdam (Schielandshuis)
Hieronder volgt de tekst zoals die op het rouwbord van Willem Pietersz Moerman is geschreven:
Aandachtige overdenkinge over mijn wedervaren in deze bedroevende, lijdende en strijdende weerelt. Als Spaans freet gespuis heel Vlaanderen gingh kwelle, Zoo dat geen leeuw hem in ’t freetste mogh aamstelle, Zoo heeft daarboven nog ons honger zware plage. Daar bij nog zware pest schiere (g)eslaage. Ik die was jong geyaard, moest vluchten door dees nood. Zogt mijn jeugdig hert te vrije van den dood. Ik ben in Holland geraakt. God heeft mij hier gegeven, Bevrijd van straf en nood, genoeg om van te leven. Maar helaas mijn gans geslagt is door dees nood verdreven. Dat nooit een straal daar van in ’t minste is verschenen. Maar echter zijn geslagt is in ’t licht gebleven. Mijn stam en afkomst was eertijds genaamd Morman; Dit is ’t meest wat mij hier van heugen kan. Terweil ik op ’t Yland mijn woning nam met zorg. Zoo kreeg ik hier nogtans de Van: Van Blankenburg. Maar omdat mijn afkomst niet blijve zou vergeten, Zoo gaat men mij Moerman van Blankenburg heeten.
God geve, dat ik Moerman van Blankenburg sweven in ’s hemels Blankenburg bij God in ewigh leven.
(1) Il est marié avec Marijtje Rochus (Marichen) Lems.
Ils se sont mariés à l'église en l'an 1605 à Poortugaal.Source 5
Willem Pieters van Blankenberge met Marichen Rokus van Hoogvliet sijn na derde huwelijkckse proclamaeties getrout in Poortugaal Anno 1605.
Enfant(s):
(2) Il est marié avec Neeltje Jans Block.
L'autorisation pour le mariage a été obtenu le à Pernis.Source 6
Ils se sont mariés à l'église septembre 1621 à Poortugaal.Source 6otr., tr. Pernis) Willem Pietersz., wedr. van Blankenburg [op het eiland Rozenburg] x Neeltge Jansdr., j.d. van Hoogvliet
Enfant(s):
Willem Pietersz/Moerman Moorman | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1605 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Marijtje Rochus (Marichen) Lems | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1621 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Neeltje Jans Block |
Geboorte te Belgie, zie bij feiten
http://johnooms.nl/genealogieen/moerman/
"Groei en Evolutie van Rozenburg eens een eiland: Auteur A.J.M. Tetteroo DSW Dordrecht niet commerciele uitgave 1982.
http://home.kpn.nl/ooms51/GENMOERMAN.htm
Nederlandsche Leeuw Jaarg. LXIX, No. 1, staat in de trouwlijs via Hogenda maar is niet gedateerd, is tussen 1 juni en 10 oktober
trouwlijst Poortugaal https://www.hogenda.nl/wp-content/plugins/hogenda-search/download_attachment.php?id=12120&type=source