Jutta de Esschen/van den Eschen/van den Esgen/Esschen/Eyssche,
moniale in het klooster van de H. Gerlacus, zuster van Johannes Hoen
van den Eyssche, ridder
Blz 38
Regesten 1202-1474 met index op persoonsnamen
Archief van het Norbertinessenklooster van Sint-Gerlach te Houthem
https://www.google.com/url?sa=t&source=web&rct=j&url=http://www.houthem.info/pages/Regesten%25201202-1474%2520met%2520index%2520op%2520persoonsnamen.pdf&ved=2ahUKEwifxZbiyub2AhVSgP0HHWqqB2IQFnoECAQQAQ&usg=AOvVaw3jLEoMb1sqX7NqqwdAnom-
1370. 29 April .
Datum anno natinitatis dominj Millesimo Tre centesimo septuagesimo mensis Aprilis die penultima .
Goswinus van Weerde , schout , en schepenen der ding bank of proosidij van Meerssen getuigen en erkennen daar ridder Johannes genoemd Hoen van den Eyssche , ridder , bij zijn testament aan zijne zuster jonkvrouwe Jutta van den Eyssche heeft opgedragen en gelast , van zijne goederen een altaar ter ere van St. Georgius , martelaar , in ' t klooster van St. Gerlach te stichten en met 25 gulden jaarlijks voor den rector van gemeld altaar te begiftigen , voor hen verschenen is Nycholaus genoemd Hoen , ridder , welke verklaart , voor zekere som hem door gemelde jonkvrouwe betaald , verkocht te hebben 25 goudgulden jaarrente , vervallende met St. Andries , voor welke rente hij verbindt en tot onderpand stelt de volgende goederen , die vroeger toebehoorden aan Godefridus de Capella , man van wapen , te weten : 150 oude grooten rente liggende op verscheidene plaatsen , 9 morgen land gelegen te Vlechlie bij de plaats genoemd den wipchendael , aan ééne zijde van den weg , en morgen aan de andere zijde van den weg , één morgen bij de plaats aen den pelst bij ' t land van Arnoldus van Vleeck , één half bunder gelegen met een hoek ( cum vna cauda ) op den weg genoemd den bekerwech en met den anderen aan ' t land van Arnoldus genoemd in dysclut , 2 bunders gelegen te Ulenstroten bij den popelboem , een bunder genoemd dat scerbunre op den weg geheeten den nutterwech , 2 bunders le Bergheym naast ' t land van Scarwier in gheyn apsont , 3 morgens in Moervelt op dy grunstrote gaande van Walsitle naar Bergheym , / , bunder op dy bollen kule , bij ' t land van ridder Zezoins , 1 % , morgen bij ' t land van Elisabeth , dochter van Floersken ,
morgen gelegen op den weg van Moervelt naar Berg heym , bij het land der heeren van de Biessen , 5 mor gen te Kanssuen naast landen van Adam van Nut , Johannes van Bochsteyen en jonkvrouwe Alverarde , 27 , morgen naast de weide van den Proost , 1 morgen op den weg van Mersen naast land der armen van Meerssen , ' / , morgen naast de landen der kinderen van lere en van Nycholaus Pyr's soen , en een hof le Werde tusschen den hof van Menghers , en den weg genoemd dye stege . Schout : Goswinus van Weerde ; Schepenen : Gerardus van Roetheym , Gerardus genoemd Wolf , Arnoldus van Bergheym , Lambertus van Ytteren , Gerardus Teykerman , Adam genoemd laerischeyne en Petrus op die Beke .
Orig . op perg . h . 0,26 ; b . 0,25 / s .
Er hingen twee zegels aan pergamenten streepjes . Het ééne , van de schepenbank , verloren ; het andere van ridder Nicholaus Hoen een weinig aan den rand beschadigd . Dit laatste is een schild met een klimmenden leeuw hebbende een dub belen staart ; randschrift : s . n ....... hoen militis scabini traiect .
Blz 59-60
Beredeneerde inventaris der oorkonden en bescheiden van het adelijk klooster St. Gerlach, berustende op het provinciaal archief van Limburg, Volume 4
https://books.google.nl/books?id=ngZ-IXZayIsC&dq=Johan+Hoen+van+Voerendaal&hl=nl&source=gbs_navlinks_s