Kind: Andries Honcoop
Geboortedatum: 21-10-1832
Geboorteplaats: Hedikhuizen
Geslacht: Man
Vader: Johannes Honcoop
Beroep: veeschatter
Leeftijd: 32
Woonplaats: Hedikhuizen
Moeder: Adriana van Hees
Leeftijd: 33
Woonplaats: Hedikhuizen
Getuige: Adrianus de Raad
Beroep: bouwman
Leeftijd: 32
Woonplaats: Hedikhuizen
Getuige: Jan Pulles
Beroep: bouwman
Leeftijd: 26
Woonplaats: Hedikhuizen
Gebeurtenis; Geboorte
Datum: 21-10-1832
Gebeurtenisplaats: Hedikhuizen
Documenttype: BS Geboorte
Erfgoedinstelling: Streekarchief Langstraat Heusden Altena
Collectiegebied: Noord-Brabant
Archief: 1025
Registratienummer: 3773
Aktenummer: 15
Registratiedatum: 21-10-1832
Akteplaats: Hedikhuizen
de geboorteakte is in het familie-archief onder nummer 00140-G10
Overledene: Andries Honcoop
Geslacht: Man
Vader: Johannes Honcoop
Moeder: Adriana van Hees
Relatie: Josina Bouman
Gebeurtenis: Overlijden
Datum: 08-12-1907
Documenttype: BS Overlijden
Erfgoedinstelling: Streekarchief Langstraat Heusden Altena
Collectiegebied: Noord-Brabant
Archief: 1025
Registratienummer: 5106
Aktenummer: 65
Registratiedatum: 08-12-1907
Akteplaats: Vlijmen
de overlijdensakte is in het familie-archief onder nummer 00140-O10
de overlijdensadvertentie is in het familie-archief onder nummer 00140-O13
Il est marié avec Josina BOUMAN.
Ils se sont mariés le 30 août 1871 à Wijk en Aalburg, Noord-Brabant, Nederland , il avait 38 ans.Source 4
Bruidegom: Andries Honcoop
Geboortedatum: 21-10-1832
Geboorteplaats: Hedikhuizen
Bruid: Josina Bouman
Geboortedatum: 02-05-1848
Geboorteplaats: Wijk en Aalburg
Vader van de bruidegom: Johannes Honcoop
Moeder van de bruidegom: Adriana van Hees
Vader van de bruid: Jan Bouman
Moeder van de bruid: Antje Vervoorn
Gebeurtenis: Huwelijk
Datum: 30-08-1871
Gebeurtenisplaats: Wijk en Aalburg
Documenttype: BS Huwelijk
Erfgoedinstelling: Brabants Historisch Informatie Centrum
Plaats instelling: 's-Hertogenbosch
Collectiegebied: Noord-Brabant
Archief: 50
Registratienummer: 9248
Aktenummer: 7
Registratiedatum: 30-08-1871
Akteplaats: Wijk en Aalburg
de huwelijksakte is in het familie-archief onder nummer 00140-H10a/b
Enfant(s):
ANDRIES HONCOOP (1832/1907) (ID140), notities door Jan Emil Honcoop (ID122)
Particulier te Vlijmen, Lid van het Polderbestuur "Het Vlijmensche Veld" Kerkenraad der Hervormde Kerk. Geboren te Haarsteeg Gem. Hedikhuizen op 21 Okt.1832 en overleden te Vlijmen op 8 Dec.1907. Aldaar begraven op het Protestante Kerkhof op 10 Dec. 1907. Gehuwd te Wijk bij Heusden met Josina Bouman op 30 Sept. 1871 en geboren 2/5/1848 te Wijk bij Heusden als dochter van Jan Bouman en Anna Vervoorn. Mijne moeder overleed 9 Maart 1897 (toen ik JEH) 18 jaar was en in de 4e klasse der HBS zat. Mijn vader was een vriendelijke gezeten man, niet sterk van karakter, driftig en toch zeer goedig. Wanneer hij voor iets moeilijks geplaatst stond "ontwaakte in hem een groote wilskracht."
In zijn jonge jaren joeg, en vischte hij voor zijn plezier. Hij was de zoon van Johannes Honcoop en Adriana van Hees en kreeg op 23 jarige leeftijd een voor dien tijd flink vermogen van zijn achter -achter nicht Johanna Clasina Honcoop, dochter van Willem Honcoop Albertzn. Het was een dochter van mijn Vaders Grootvaders broer. Mijn vader erfde het huis te Vlijmen met inboedel en omtrent 60 mille, benevens een huis aan de Spaanse Kade te Rotterdam, dat op de plaats stond, waar thans het "Hotel Weimar" ligt. Korten tijd was hij eigenaar van een bark de "Johanna Clasina', die al zeer spoedig nadat hij haar in bezit had, op de Maas voor Rotterdam in aanvaring kwam en gezonken is. Wat van het schip gered werd lag in mijn jeugd bij ons op zolder en diende mij tot speelgoed. De wollen scheepsvlag met de naam "Johanna Clasina" erop diende ons dikwijls tot tent en waaide later elk jaar in den winter op de ijsbaan. Dikwijls wanneer ik op den zolder met deze scheepsresten speelde, fantaseerde ik over de zee, niet vermoedende zelf later den grooten plas te zullen bevaren.
Mijn vader heeft alles gedaan wat in zijn verwogen was en met opoffering daarvan, om mij behoorlijk te laten leren en wij een positie te verschaffen in de maatschappij.
Vrees kende hij niet zooals hij bewees bij de opstand der boeren tegen de Tienden. HetTiendrecht in het bezit der Heeren van Vlijmen, de familie Hoey, oorspronkelijk, later vererfde het aan de familie De Muralt, was door Karel de V-de geschonken voor den aanleg van wegen en het ineens betalen van een zekere som aan de Heeren van Vlijmen. Het recht was dat van alles wat groeide, vroeger ook van alles dat geboren werd 1/10 aan den Heer kwam. De laatste Tiend ook wel genoemd de "Creytiende" werd men als de tiend over de aardappelen en de hop door de Heeren geschonken. De koorn? en hooitiend bleef bestaan. Mijn vader was de rentmeester der toenmalige eigenaressen, de freules De Muralt Frans ? I Utrecht (de tantes van mijn zwager). Het rentmeesterschap was vroeger in handen geweest van de familie de Jong van Herpt en Bern te Haarsteeg. Zoodra er echter moeilijkheden kwamen en de boeren het pachten der tiendblokken weigerden, trok de Jong zich terug en werd mijn vader het rentmeesterscbap aangeboden. Mede omdat het een Protestantsche bezitting was wilde mijn vader de zaak entammeeren. Jhr L.Six, Jhr L.Ram. en Robert (de Muralt) kwamen mijn vader verzoeken de taak te aanvaarden en geen onzer heeft in den jeugdigen student een toekomstige schoonzoon, man en zwager gezien. De Boeren maakten een liedje op mijn vader (Randwijk een schoenmaker was de maker ervan) het werd gezongen, op de wijze van "ter rareboem die jee" Er hadden schamen scholingen plaats. Het huis werd door mijn vader met geladen geweer bewaakt, de ruiten werden ingegooid en op het geroep " komt er uit !ging mijn vader ongewapend temidden van het volk en spuwde hen in het aangezicht. De honderden en honderden volks bleven angstig zwijgen en dropen af. Zij kwamen echter terug en enigen tijd later werd het volk door de gereginneerde Marechaussees uit 's Hertogenbosch uiteen geslagen.
Verschillende arrestaties hadden plaats o/a de Wethouder de Vaan werd met 1 maand gevangenisstraf wegens mishandeling gestraft. Dit gebeurde in het jaar 1894. Herhaaldelijk gaf mijn vader ....? bewijzen van moed en volharding. Toen echter haalde hij zich in den beginne de haat van het volk op den hals, maar zooals dikwijls gebeurt, de haat verkeerde in achting en na deze affaire was mijn vader in de streek meer geacht en gerespecteerd dan ooit tevoren.
Het jaar 1881 is ook een merkwaardig jaar geweest in mijn vaders leven. Het was het jaar van den doorbraak te NieuwKuyk, bij den Konijnenbrug. Het was hoog water voor den dijk (die dijk was den dijk van het waterschap der Hoogen Maasdijk van Heusden), van welk waterschap mijn oom Piet, burgemeester van Heusden jarenlang Dijkgraaf was, en wel tot het waterschap in tweeen gescheiden werd door den aanleg van de nieuwe Maasmond, waardoor het Noord westelijk deel van Noord-Brabant, het traject der Beersche Maas droog werd en een aantal woeste gronden een vruchtbaar land werd. In mijn jeugd stroomde het Maaswater bij hoogen rivierstand over den Overlaat te Grave in omringende landen rondom Den Bosch. Het water werd dan nog hooger door het water van Dommel, Dieze en Aa en kon bijzonder hoogen waterstand voor Vlijmen brengen. Wilde het in den winter vriezen, dan was het voor ons een heerlijke gelegenheid tot schaatsenrijden. Geen wonder dus ook dat zoowel de bewoners van Den Bosch als Vlijmen de eerste Schaatsenrijders waren, en mijn ouders waren wel, zooals ik meermaals hoorde, het mooist rijdende paar. Ook mijn zuster en schrijver dezes hoefden niet voor goede rijders van de baan. In het voorjaar was het dikwijls een zee voor Vlijmen en ik herinner mij herhaaldelijk flinke schepen voor Vlijmen te hebben zien ankeren boven gronden waarin des zomers de koeien weiden De oude stoomboot der firma J.&-A. v/d Schuit (ooms van moederszijde) heb ik eenmaal met eigen oogen dwars over het veld zien stoomen. Ik wil hiermede alleen een indruk geven van den dikwijls hoogen waterstand.
In het jaar 1881 was de waterstand al bijzonder hoog. Sterke wind uit het westen dreef het water op, zoodat het water tot aan de kruin der dijken steeg. Overal werden bekistingen geplaatst om het water te keeren. De bewoners binnendijks hadden zeer veel laat van Kwelwater. Dit is water dat binnendijks door den grooten druk op het grondwater omhoog gedrukt wordt. Bij hoogen waterstand nu ging het 'dijkcollege' zitten, d.w.z. de Heemraden, grondbezitters met boven hen de Hoogheemraden, die gekozen werden, gingen dan nacht en dag waken. Dit geschiedde in herbergen en gaf dikwijls aanleiding tot drankgelagen en zwelgpartijen (iets dat in N-Brabant zeer veel voorkomt o.a. bij Schutters- en dueden? feesten z.g. potverteeringen die eens per jaar gehouden werden, begon het feest met bier en genever daarop volgde Palingmalen dan bierfeesten en tenslotte vechtpartijen). Zoo iets schijnt ook gebeurt te zijn bij den doorbraak in 1881/82 (nader kunt ge hierover lezen in het boekje van Shapins, dat wel in den provincialen bibliotheek te Den Bosch te krijgen zijn zal). Men heeft beweerd dat den dijk door mollen zou zijn ondergraven, doch onoplettendheid was de oorzaak van den ramp. In den Nacht zoals mijn ouders vertelden (mijn vader had den doorbraak voorspeld) begonnen de klokken te luiden en begon men met vee te drijven. Mijn ouders, niet wetende, dat het deel van Vlijmen waar zij woonden droog zou blijven haasten zich alles naar den zolder te brengen. Steenkolen, kleden, kasten water etc. Binnen zeer korten tijd stond Vlijmen blank En toen het duidelijk werd dat ons huis geen gevaar liep (ik geef het verhaal mijner ouders) toog mijn vader uit om redding te brengen aan zijn ouders en broers die op de lagere gronden der Haarsteeg woonden. Mijn vaders liefhebberij in visschen kwam mijn vader zeer te stade. Hij was toen in bezit van twee bootjes die hij in de nacht over den dijk trok, en ze over het inmiddels gerezen water binnendijks naar den Haarsteeg voerde, alwaar hij bij grootvader aan het dakvenster aanlegde. Hij was bij die gelegenheid getuige hoe mijn oom Huibert met een drift koeien in een netelige positie kwam.
Hij dreef de koeien zoover hij waden kon door liet water voor zich uit. Toen hij op dieper water kwam greep hij den staart van een sterken os en klom op het dier. Toen de os onder een boom doorkwam en mijn oom de boomtakken op zijde wilde duwen zwom het dier snel onder hem weg en mijn oom bleef aan de tak hangen. Er bleef hem niets anders te doen over dan zich in den boom te hijschen, waaruit hij er later met groote moeite door mijn vader met zijn bootje (schuitje zegt men in Brabant) werd verlost.
Mijn vaders vader en moeder werden eerst naar ons huis gebracht, daarna het vee en de have. De kerk te Vlijmen en ook onze schuur (die thans afgebroken is) stond toen vol vee. Behalve het vee moest natuurlijk ook het hooi erg aangevoerd worden. Gelukkig waren er bij deze overstromingen geen ongelukken te betreuren.
(einde notities J. E. Honcoop)
Het verhuurcontract voor een stuk grond door Andries op 2 November 1888, is in het familie-archief onder nummer 00140-P20.jpg
Wat zijn de verschillen tussen inwoners van Vlijmen en Drunen? (3)
"Vlijmen had één sociale klasse méér"
Gingen eerst gewone maar scherp waarnemende en kritische gemeentegenoten in op het verschil tussen de Drunenaar en de Vlijmenaar, deze keer spraken we met twee autoriteiten op heemkundig gebied, Anton van der Lee en Kees van den Oord.
Door Anton van Bijnen
Kees van den Oord (links) en Anton van der Lee: blik moet gericht zijn op totale bevolking van Heusden.
"Het eerste verschil tussen Vlijmen en Drunen is dat Vlijmen tot en met 1814 bij Holland hoorde, terwijl Drunen al vanaf 1387 Brabants is". Heemkundige Anton van der Lee geeft slechts historische informatie, waarmee niet iedere chauvinistische Vlijmenaar blij zal zijn. Nog een vaststelling: "Per traditie heeft Vlijmen altijd één sociale klasse méér gehad dan Drunen. Dat waren de polderwerkers en later de mandenmakers die niets (te verliezen) hadden en daarom bereid waren te vechten tegen alles". Van der Lee verhaalt over 1672, toen de Franse troepen binnenvielen en ook in Vlijmen neerstreken. "Peter Ariënszoon van den Dungen had zich met zijn maat verscholen in de polder, maar werd door het opkomend water gedwongen om te voorschijn te komen. Toen de Fransozen schapen en geiten begonnen te slachten, bedacht hij zich geen moment en schoot drie keer met zijn snaphaan, waarna de Fransen zich in verwarring terugtrokken". Waarmee hij maar gezegd wilde hebben dat de Vlijmenaren historisch gezien weinig over hun kant lieten gaan. Andries Honcoop, voor hel noch duvel bang, kwam in 1894 in Vlijmen de tienden (belastingen) innen. Hij trotseerde daarbij een opstandige menigte, die bij het zien van zoveel persoonlijke moed maar geleidelijk afdroop. Nog enkele leerzame voorvallen passeren de revue. Historicus dr. Kees van den Oord, al geruime tijd Vlijmenaar, blijkt zich de historische strijdbaarheid die zijn plaatsgenoten aangewreven wordt ook te hebben eigengemaakt. "Het criminele verleden van Vlijmenaren en Drunenaren is nooit systematisch onderzocht. Als je afgaat op vooroordelen of krantenberichten dan kun je er lelijk naast zitten. Volgens de krantenberichten was Drunen overigens crimineler dan Vlijmen. In het verleden waren in deze streek de omstandigheden erbarmelijk. Buiten Vlijmen was het heel waterrijk of moerassig. Er voer een veerpont van Vlijmen naar Den Bosch vanaf de plek waar nu Vue de Campagne ligt. De mensen moesten voortdurend strijden tegen het water. Bovendien was het een grensgebied tussen Holland en Brabant. Zo had je rond 1800 de Hollandse Bende, die bijeenkwam in café De Hei in Drunen en links en rechts overvallen uitvoerde. De bewoners in deze streken hadden een hard leven en moesten daarom wel samenwerken. De mensen waren in buurtschappen op elkaar aangewezen. Voor 1800 bestond Nederland in het gevoel van de bewoners eigenlijk niet. Bij de aanmelding op universiteiten bijvoorbeeld zei men niet: Ik kom uit de republiek, maar: Ik kom uit Gelre of uit Brabant, Den Bosch of Heusden". De beide gesprekspartners wijzen erop dat in 1904 de Bergsche Maas gemaakt werd en in 1908 het Drongelens kanaal. Toen pas kwam het water onder controle. Na de Tweede Wereldoorlog, toen hier meer specialistisch werk gedaan kon worden, veranderde de situatie pas echt. Van den Oord: "Vlijmen was na de oorlog groter dan Drunen en pas in de jaren 60 is Drunen voorbij gegaan". Van der Lee: "Er kwamen steeds meer allochtonen (mensen uit andere streken) hier wonen om allerlei baantjes te verrichten". Er zijn nu veel meer bewoners in de kernen van de gemeente Heusden, vooral in Drunen en Vlijmen, maar dat zijn mensen met wortels in heel andere streken. Wij zijn mede gevormd door de historie van deze regio, zij door die van andere regios. Toch blijft Anton van der Lee van mening dat de Drunenaar nog steeds gemoedelijker, rustiger, Brabantser is dan de Vlijmenaar. "De geschiedenis van Drunen toont een gelijkmatiger ontwikkeling. Daar ontstaat alleen ruzie als er een pastoor komt die slecht preekt. Dan maken ze ruzie met de abt om die pastoor kwijt te raken". Kees van den Oord wil er niet van weten. "Dat zijn incidenten. Jij zei dat Vlijmen een arme klasse extra had. Juist Drunen heeft tot aan de industrialisatie vrijwel alleen armen gehad. Vlijmen had naast een arme óók een heel welgestelde klasse die in de landhuizen in bijvoorbeeld de Meliestraat woonde. In Vlijmen is de strijd tegen onderdrukking, tegen het opgelegde protestantse geloof, wel sterker geweest. Toen de katholieken weer aan de macht kwamen hebben ze de kerk naast het gemeentehuis gebouwd. Daar werd de kracht van het dorp mee aangetoond. De oude kerk is veel kleiner, meer passend bij het aantal inwoners toen".
de brief van 6 December 1870 van zijn voormalig zwager A.M. de Sel, over de nalatenschap van zijn zus Johanna Clasina, is in het familie-archief onder nummer 00140-P20a t/m P20d.jpg
Het bewijs van Aandeel van Andries in de Cooperatieve Winkelvereniging voor het District 's-Hertogenbosch en Omstreken der Vereeniging: EIGEN HULP ad guldens vijf en twintig is in het familie-archief onder nummer 00140-P22.jpg
de heren J.E.H. en A.J.J. Honcoop hebben in het maandblad 'met ganzen trou' van oktober 1988 een artikel geplaatst over Andries, waarin de toen malige tiendkwestie uitgebreid toegelicht wordt. Dit artikel is in het familie-archief onder nummer 00140-P21a t/m P21f.jpg
Andries Johanneszn HONCOOP | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1871 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Josina BOUMAN |
tijd 22:00 uur
tijd 02:00 uur