Deze tweede echtgenoot (en vader van Otto Margrieta) Pancratius van Groenen, was geboren in 1638 te Kilder, in het kerspel Zeddam, maar opgegroeid te âs Heerenberg als jongste in een rij van vijf, waaronder een meisjestweeling, zoon van Otto en Margaritha van Bohel.Â
Pancratius kreeg als zoon van de Rentmeester van Landdrostambt Bergh, net als zijn broer Willem een gedegen opleiding tot bestuurder. Hij ging naar het gymnasium in Deventer en studeerde als 24-jarige op 30 september 1661 af aan de Universiteit van Duisburg, als: âPancratius a Groenen, Herenbergensis, veniens ex Daventriensi gymnasio, iuri operam daturus Ultraiecto Duisburgum".Â
Vervolgens werd hij al op jonge leeftijd Jagermeester van het ambt Bergh.
Behalve hoogste ambtenaar bij het jachtwezen, blijkt een Jagermeester in die periode ook een titel aan het adellijk hof. In 1686 wordt hij vermeld als Pancrais Groenen, Holtrichter van het Lengelerbos, eiser in een zogenaamd appèldossier voor het Hof van Gelre contra gedaagde (zijn zwager) Hans Hendrik Lemminck, Schout van Zeddam. De hier bedoelde appèlzaak was een geding, dat behandeld werd door het Hof in een gewoon stads-gerecht. Dus groot zullen de belangen toen niet geweest zijn (de inhoudelijke stukken zijn helaas niet bewaard gebleven). Het Lengelerbos ligt ten noordoosten van âs Heerenberg.
Zoals vermeld blijkt Pancratius in 1695 overleden. Echtgenote Geertruid Lemminck, wordt dan tevens genoemd in een Civiele zaak te Grave, als de weduwe van Pancratius Groenen, Jagermeester.
Vervolgens werd hij al op jonge leeftijd Jagermeester van het ambt Bergh.
Behalve hoogste ambtenaar bij het jachtwezen, blijkt een Jagermeester in die periode ook een titel aan het adellijk hof. In 1686 wordt hij vermeld als Pancrais Groenen, Holtrichter van het Lengelerbos, eiser in een zogenaamd appèldossier voor het Hof van Gelre contra gedaagde (zijn zwager) Hans Hendrik Lemminck, Schout van Zeddam. De hier bedoelde appèlzaak was een geding, dat behandeld werd door het Hof in een gewoon stads-gerecht. Dus groot zullen de belangen toen niet geweest zijn (de inhoudelijke stukken zijn helaas niet bewaard gebleven). Het Lengelerbos ligt ten noordoosten van âs Heerenberg.
Zoals vermeld blijkt Pancratius in 1695 overleden. Echtgenote Geertruid Lemminck, wordt dan tevens genoemd in een Civiele zaak te Grave, als de weduwe van Pancratius Groenen, Jagermeester.
De Regentenfamilie (van) Groenen bekleedden eeuwenlang (tussen 1460 en 1781) belangrijke posities en worden zodoende veelvuldig genoemd worden in de Oud Rechterlijke Archieven, Landdagrecessen voor het Hof van Gelre en Zutphen en in de nog oudere stukken betreffende het Huis Bergh.
Vier generaties verder terug in de tijd belanden we dan bij Jorys van Groenen, ook wel âde bastaard’ Joris van Brederode genoemd, geboren in 1435 als natuurlijke zoon van kannunik Gijsbrecht van Brederode, telg uit de (hoog)adellijke familie uit Holland en onbekende moeder.Â
Jorys wordt vermeld als: Secretaris van Oswald graaf van Bergh (1460-1475); Commandant van Rotterdam (1479-1481); Slotvoogd van Vianen en Kastelein (rentmeester) van Batenstein (1481-1482); Hoeks Officier (1482-1489).Â
Via zijn neef Jonker Frans van Brederode raakte onze Jorys verwikkeld in het eindspel van de Hoekse en Kabeljauwse twisten. En kwam daarbij op gruwelijke wijze om het leven. Jorys werd na z'n plundertochten in de omgeving van Schiedam gevangen genomen door Kabeljauwse troepen en op donderdag 9 juli 1489 te Delft onthoofd. Zijn hoofd werd vervolgens naar Schoonhoven gezonden en daar op een hoge staak boven de poort gespietst.
Kortom, voorouders om met gemengde gevoelens trots op te zijn, maar óó;k met een rauw randje en in totaal andere kringen dan dat de Amsterdamse nazaten Bouweriks en Bourik hun 'gewone mensen leven' leefden.Â
Il est marié avec Geertruijdt Lemminck.
Ils se sont mariés environ 1678.Source 2
Geertruijt trouwde, ten hoogste 32 jaar oud, vóór 1678 met (2) Pancratius van Groenen, ten hoogste 42 jaar oud.
Enfant(s):
Pancratius van Groen(en) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 1678 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geertruijdt Lemminck |