Arbre généalogique Bas » Halfdan "de Zwarte" Gudrødsson van Noorwegen (810-850)

Données personnelles Halfdan "de Zwarte" Gudrødsson van Noorwegen 

• Il est né en l'an 810.
• (Geschiedenis) .Source 1

  Halfdan de Zwarte (ca. 810 - ca. 850) was een half legendarische koning in Noorwegen. Zijn vader werd kort na zijn geboorte gedood (in sommige versies in opdracht van Halfdans moeder, uit wraak voor de dood van haar vader en broer) en Halfdan werd opgevoed bij de familie van zijn moeder, waar hij vervolgens als jonge man koning werd. Al snel breidde hij zijn gebied uit door oorlog, onderhandeling en erfenis. Hij verdronk toen hij 's winters met een slee met paarden door het ijs van de Randsfjord zakte. Volgens de overlevering gebeurde dit vlakbij een drinkgat voor het vee waar het ijs was verzwakt door de mest van de dieren. Er zijn bronnen die vermelden dat al zijn gewesten de koninklijke begrafenis opeisten en dat uiteindelijk het hoofd in Stein (in Ringerike) is begraven maar dat zijn lichaam in vier stukken is gedeeld die in vier verschillende grafheuvels over heel Noorwegen zijn begraven.
  
  Halfdan was een zoon van Gudrod Halfdansson en Åsa, en was gehuwd met Ragnhild Sigurdsdotter. Ragnhild zou eerst door een berserker van het hof van haar vader zijn geroofd maar Halfdan heeft Ragnhild van hem laten roven en haar tot vrouw genomen. Halfdan en Ragnhild zijn onder meer de ouders van Harald I van Noorwegen.

• (Levens event) .Source 2

  Halfdan the Black (Old Norse: Halfdanr Svarti) (c.?810 – c.?860) was a ninth-century king of Vestfold. He belonged to the House of Yngling and was the father of Harald Fairhair, the first king of Norway.
  
  Biography
  Petty kingdoms ca. 860 AD. The kingdom of Halfdan the Black is shown in red
  
  According to Heimskringla and Fagsrkinna, Halfdan was the son of the Yngling King Gudrød the Hunter. Heimskringla also names his mother, as Åsa, daughter of King Harald of Agder, and his half-brother as Olaf Geirstad-Alf. Heimskringla relates that when Halfdan's father was killed, Åsa took the 1 year-old Halfdan and returned to Agder, where Halfdan was raised. When he was 18 or 19 years old, Halfdan became king of Agder. He quickly began adding to his kingdom, through political negotiation and military conquest. He divided the kingdom of Vestfold with his brother Olaf and, through military action, persuaded King Gandalf of Vingulmark to cede half his kingdom. Based on the formulaic nature of his ties to his predecessors, his strong affiliation with Agder, and the failure of an early saga dedicated to him to name any family connections, some scholars have suggested that the linkage to the earlier Yngling dynasty of Vestfold was a later invention, created to associate a conquering Halfdan and his son Harald Fairhair with the family glorified in the Ynglingatal, whom he had displaced.
  
  Halfdan next is said to have subdued an area called Raumarike. To secure his claim to Raumarike, Halfdan first defeated and killed the previous ruler, Sigtryg Eysteinsson, in battle. He then defeated Sigtryg's brother and successor Eystein, in a series of battles. This established Halfdan's claim not only to Raumarike, but also to half of Hedmark, the core of Sigtryg and Eystein's kingdom. These details are only mentioned in Heimskringla.
  
  Fagrskinna and Heimskringla both agree that Halfdan's first wife was Ragnhild, daughter of King Harald Gulskeg (Goldbeard) of Sogn. Halfdan and Ragnhild had a son named "Harald" after his grandfather, and they sent him to be raised at his grandfather's court. Harald Gulskeg, being elderly, named his grandson as his successor, shortly before his death. Ragnhild died shortly after her father, and the young king Harald fell sick and died the next spring. When Halfdan heard about his son's death, he travelled to Sogn and laid claim to the title of king. No resistance was offered, and Halfdan added Sogn to his realm.
  
  The narrative in Heimskringla then adds another conquest for King Halfdan. In Vingulmark, the sons of Gandalf of Vingulmark, Hysing, Helsing, and Hake, attempted to ambush Halfdan at night, but he escaped into the forest. After raising an army, he returned to defeat the brothers, killing Hysing and Helsing. Hake fled the country, and Halfdan became king of all of Vingulmark.
  
  According to Heimskringla, Halfdan's second wife was also named Ragnhild. Ragnhild Sigurdsdotter was the daughter of Sigurd Hjort, king of Ringerike. She was kidnapped from her home by Hake, a "berserker" who encountered her father in Hadeland and killed him. In turn, Halfdan had her kidnapped from Hake, so that he could marry her. Fagrskinna does not mention any of these details, but calls Ragnhild the daughter of Sigurd Snake-in-the-Eye, who in Heimskringlas version is her great-grandfather. Both sagas agree that Ragnhild and Halfdan had a son who was also named Harald.
  Halvdanshaugen at Hadeland Folkemuseum, one of the several burial sites of Halfdan the Black
  Halvdanshaugen
  
  Heimskringla, Fagrskinna, Ágrip and Historia Norwegiæ all relate that Halfdan drowned when he fell through the ice at the inlet Røykenvik in the lake Randsfjorden on his return home from Hadeland. His horse and sleigh broke though ice weakened by cattle dung near a watering hole dug in the frozen lake. He was buried in a mound at Stein in Ringerike.
  
  Heimskringlas narrative adds that each of the districts of his kingdom wanted to claim his grave, and that it was agreed to divide his body into four pieces so each district could bury a piece of it, resulting in four different site called Halvdanshaugen (from the Old Norse word haugr meaning mound). According to this version, only his head is buried in Ringerike.[2]
  Sources
  
  No contemporary sources mention Halfdan, and the details of his life that are provided by later kings' sagas are considered semi-legendary by modern historians. Although he has his own saga in Heimskringla, it lacks any skaldic verse, which is normally used by Snorri as supporting evidence and this, combined with its rather legendary character, leads historians to be wary of seeing much veracity in it. The "Black" nickname was given to him because of his black hair.
  
  Halfdan is mentioned in Snorri Sturluson's Heimskringla (c. 1230), Fagrskinna (c. 1220), Ágrip (c. 1190) and Historia Norwegiæ (late 12th century). The most elaborate story is found in the latest saga, Heimskringla. According to the Latin Historia Norwegiæ, Halvdan was a king "in montanis" (in the mountains), which is usually equivalent to Oppland in the Old Norse.[3] This conflicts with the version told in Heimskringla.

• (mythe) .Source 3

  Berserkers waren sterke Noorse strijders, die, als ze zich niet in de strijd stortten, vellen droegen van de beer die ze met de hand gedood zouden hebben. Die berenvellen droegen ze om gebruik te maken van de angst die mensen hadden voor wilde dieren. Hun naam is hieruit afgeleid. 'ber' betekent beer, en 'serk' betekent huid. Als ze zich in de strijd stortten, waren ze naakt.
  
  Ze wonden zich op tot een staat van extase; in deze staat waren ze formidabele krijgers en schijnbaar ongevoelig voor pijn.
  
  Tot het inleidingsritueel tot de strijd behoorden rituele groepszang en dans, waardoor de krijgers in een roes geraakten en in strijdwoede ontstaken. Deze rituelen gaven hen een onkwetsbaarheidsgevoel en zij gaven zich daardoor volledig en met eigen doodsverachting over aan de strijd. Deze rituelen gingen waarschijnlijk gepaard met het gebruik van hallucinogene middelen zoals Amanita muscaria (Vliegenzwam) met mede gemengd, waardoor ze zich niets van pijn of wonden aantrokken gedurende de strijd.
  
  Dit ritueel herinnert aan dergelijke dans en zangrituelen met wijn en kruiden van de uit Thracië (en daarvoor uit Perzië) afkomstige cultus van Dionysos die in de Griekse Oudheid doordrong, overigens zeer tegen de zin van de op orde en ratio gestelde Griekse (en later, toen de cultus daar doordrong, Romeinse) overheid.
  
  De berserkers waren toegewijd aan hun oppergod Odin of Wodan.De angstaanjagende 'berserkers' stortten zich naakt en met luid kabaal in de strijd, het lichaam geheel zwart geverfd. Ze waren een schrikbeeld voor de Romeinen, wier rationeel opgebouwde oorlogsvisie hier geen vat op kreeg. Odins naam betekent zelf zoveel als 'woede', of 'waanzin'. Het Oudnoords odur is verwant met woede (rage of furie) en met het Gotisch wods, bezeten [2].
  
  De berserkers hebben ook nog andere Odinische eigenschappen, zoals het van vorm veranderen in een vogel (arend), een vis of een wild dier (een wolf of een beer). Dit en de ervaring 'te vliegen' zou verband houden met het gebruik van de vliegenzwam.
  
  Dumezil refereert aan het hele fenomeen als de hamingja (geest of ziel) of fylgja (geestelijke vorm) van de berserker, die zich in dierlijke vorm kan voordoen in dromen en visioenen, maar ook in de realiteit [3].
  Etymologie
  
  De term berserker is afkomstig van het Oudnoords berserkr (meervoud berserkir). Het betekent volgens bepaalde bronnen berenhemd, verwijzend naar het dragen van kledij uit berenpels gemaakt. Sommige berserkers droegen namen met björn erin als verwijzing naar de beer, de beresterke.
  
  Volgens anderen komt het woord berserkr van bare-sark dat wil zeggen hemd-loos (hemd in de betekenis van harnas) om aan te geven dat deze strijders met naakt bovenlijf vochten, al was dit dan helemaal in het zwart volgeschilderd. De Ynglingasaga verhaalt deze traditie en zegt dat de krijgers van Odin "zonder maliënkolders liepen, en zij gingen tekeer als razende honden en wolven" [4].
  
  Grettirs saga noemt Koning Haralds berserkers "Wolf-Huiden," en in Koning Haralds Saga worden ze ulfhedinn of "wolf-jassen," genoemd een term die in Vatnsdoela Saga en Hrafnsmal voor komt[5], evenals in Grettirs Saga [6].
  Byzantijnse referenties
  
  Hilda Ellis-Davidson trekt een parallel tussen de berserkers en de verwijzing naar een Gotische wachtdivisie van keizer Constantijn VII van het Byzantijnse Rijk in De cerimoniis aulae byzantinae (Boek over ceremonies aan het Byzantijnse hof). Het was een huurlingendienst die door deze Noordse krijgers voor keizer Constantijn werd verzekerd. En het boek vermeldt dat die een traditie onderhielden waarbij ze gehuld in dierenvellen en maskers de "Gotische Dans" uitvoerden. Zij is van mening dat dit een verband zou hebben met berserker riten.
  
  "To go berserk" is de Engelse aanduiding voor het verliezen van de zelfbeheersing.

• Il est décédé en l'an 850, il avait 40 ans.
• Un enfant de Gudrod "de Jager" Halfdansson van Noorwegen et Åsa Haraldsdotter van Agder
• Cette information a été mise à jour pour la dernière fois le 9 novembre 2012.

Famille de Halfdan "de Zwarte" Gudrødsson van Noorwegen

Il est marié avec Ragnhild Sigurdsdotter.

Ils se sont mariésSource 1

Enfant(s):

1. Harald I "mooihaar" van Noorwegen   
2. Hilde van Vestfold  832-???? 

Avez-vous des renseignements supplémentaires, des corrections ou des questions concernant Halfdan "de Zwarte" Gudrødsson van Noorwegen?
L'auteur de cette publication aimerait avoir de vos nouvelles!

Barre chronologique Halfdan "de Zwarte" Gudrødsson van Noorwegen

Cliquez sur le nom pour plus d'information. Symboles utilisés:  grand-parents    parents    frères/soeurs    enfants