Aangifte geboorte gedaan door de vader Cornelis Barnhoorn.
Getuigen bij aangifte: Jan Daniel .........., oud een en dertig jaren, van beroep vleeschhouwer, wonende te Velsen en Gijsbert van Schinkel, oud twee en zestig jaren, van beroep gemeentebode, wonende te Velsen.
Gezinskaart J.M. Barnhoorn
Wonend op "Meerzicht" (Fam-E boekje 1959)
Anthoniusgesticht
Naar Ant. School 10
brief 9 mei 1965
Begraven op het R.K. parochiekerkhof in Castricum.
Geboren in Geboren in het huis staande op Watervliet
Na het overlijden van haar vader Cornelis Barnhoorn in januari 1920 is Johanna Maria samen met haar zusjes en jongste broertje nog een tijdje op Rooswijk blijven wonen.
Op 21 juni 1920 vetrok ze naar de Haarlemmermeer, Hoofdweg.
Hierna is ze naar Maastricht vertrokken om in te treden bij de congregatie van het Arme Kindje Jezus.
Op 19 april 1923 kwam ze terug naar Velsen, waar ze een tijd op Meerzicht heeft gewoond.
Op 27 september 1924 vertrok ze naar Slagharen - Antoniusgesticht.
Ze woonde op 3 september 1929 in Maastricht, wanneer ze daar aangekomen is niet duidelijk.
Zuster Bavo was naailerares
Bron: Facebook, documentatiegroep '40-'45
betreft congregatie zusters van het arme kindje Jezus
Zij werden geëvacueerd uit Velsen-Noord uit het weeshuis "Meerzicht"
Bron: Repertorium van Nederlandse zendings- en missie-archieven 1800-1960
Zusters van het Arme Kind Jezus
Korte geschiedenis
- De congregatie
De congregatie van de Zusters van het Arme Kind Jezus werd in 1844 gesticht in Aken (Duitsland) door Clara Fey (1815-1894). Fey besloot hiertoe in overleg met haar latere medezusters Leocadia Startz (Zr. Theresia), Wilhelmine Istas (Zr. Dominika) en Louise Vossen (Zr. Aloysia). Zij werd bijgestaan door de kapelaans Andreas Fey, haar broer, en Wilhelm Sartorius en door bisschop Johannes Theodor Laurent. De zusters verlieten Duitsland vanwege de Kulturkampf en stichtten een nieuw huis in Simpelveld (provincie Limburg) in 1875. Dit werd in 1878 ook het moederhuis met de zetel van het algemeen bestuur en is dat tot op heden gebleven. De congregatie specialiseerde zich in de zorg voor kinderen. In 1932 telde zij vijf provincies en ongeveer 2.100 leden, terwijl voor ongeveer 20.000 kinderen werd gezorgd.
- De missie
Ned. Indië/Indonesië
In 1932 stichtte de Nederlandse provincie een statie in Pasoeroean in de apostolische prefectuur van Malang van de paters Karmelieten. In 1960 hadden zij de leiding over scholen in Malang, Batu en Pasoeroean. De zusters hielden zich bezig met onderwijs aan Javaanse en Chinese kinderen. Verder hadden zij een noviciaat voor Indonesische kandidaat-zusters. Vanuit het generalaat in Simpelveld zijn missies opgezet in de Verenigde Staten in 1923 en in Colombia in 1938.
- Organisatie
In 1844 sloten Clara Fey, Leocadia Startz, Wilhelmine Istas en Louise Vossen zich aaneen tot een religieuze gemeenschap. De dagorde werd opgesteld door bisschop Laurent, tevens vriend en begunstiger. In mei 1845 werden de statuten op basis van de regel van Augustinus bij de aartsbisschop van Keulen ingediend. In 1848 werd de congregatie door de Pruissische regering goedgekeurd. De paus keurde de congregatie pas voorlopig goed in 1869, in 1888 gevolgd door een definitieve goedkeuring. Clara Fey werd in 1850 gekozen tot de eerste algemene overste, haar broer Andreas Fey werd benoemd tot rector van het klooster. In 1920 werd de Nederlandse provincie opgericht met het moederhuis in Maastricht. Het generalaat bevindt zich in Simpelveld.
- Doelstelling
Tot de doelstellingen van de congregatie behoorden onderwijs, jeugdwerk en missiewerk. Concreet werd het werk bepaald door plaatselijke omstandigheden en noden. De congregatie richtte zich daarbij in het bijzonder op arme en verwaarloosde kinderen die "in maatschappelijke nood verkeerden" met de bedoeling hen verpleging, opvoeding en onderwijs te bieden.