Elle avait une relation avec Gerrit van Voordt.
Enfant(s):
Recordnr 11547
Naam Franss., Coenraet (borger van Amersfoort; ook Oudt-borgermeester)
Akten Besloten testament: 22-06-1621 Notaris J. van Ingen AT002 a002 folio 366 V;
Akte van sluiting: 09-07-1621 (ouden stijl) Notaris J. van Ingen AT002 a002 folio 370 R (*);
Octrooy (Hove van Utrecht) d.d. 13-06-1581;
Opening van testament: 04-07-1624 Notaris J. van Ingen AT002 a002 folio 370 R (**);
Verklaring (van ontvangst testament): 16-07-1624 Notaris J. van Ingen AT002 a002 folio 371 R.
Opmerkingen Hij herroept eerdere testamenten en legaten.
Hij bemaakt aan:
- zijn neef Gerrit van de Voordt (wonende tot Nijmegen en zoon van zijn overleden zuster Gerritgen Fransdr.:
twee rentebrieven van elk 800 Carolus gulden sprekende op de stad Rotterdam; een obligatie van 800 Carolus gulden op de Oost-Indische Compagnie; een obligatie van 1400 Carolus gulden, op dezelfde Compagnie; een obligatie van 200 Carolus gulden op Trijn Otten. Verder zijn zilveren zegel, zijn beste mantel en nachttabbert, zijn zilveren bekertje en twee zilveren lepelen. Hij institueert hem (of in geval van vooroverlijden diens nalatende geboorte) tot zijn erfgenaam;
- de kinderen van Peter Herberts. zaliger (de overleden zoon van zijn zuster Marritgen zaliger) de helft van 12 dammaten land, gelegen in de Slaech, gemeen met Dirck Dircxz. van Crachtwijck cum socijs, die de andere helft bezit, op de last van de helft van de thijns, dijckagie en 's heeren ongelden. En wel in gelijke portien. Eveneens aan hen het huis dat hij nu bewoont, staande aan de Viver (= de Vijver), met alles daarin dat aard- en nagelvast is en vrij van lasten. Eveneens de 1200 gulden die hij op de Oost-Indische Compagnie sprekende heeft met alle vruchten en uitdelingen die na zijn dood daarvan zouden komen.
Welverstaande dat de oudste zoon Harbert Peter Herberts. niet mee erven zal van de voorschreven goederen en voor zover het de deling betreft tussen hem en zijn broeders en zusters, hij niet wil dat wat als heerlijk door het overlijden van zijn vader op hem zou komen, alleen op hem geërfd zou mogen zijn. Met nadere richtlijnen voor het vererven in het geval Harbert Peters. zonder nalatende geboorte zou sterven;
- Alles wat hij daarboven na zal laten (uitgezonderd de 1200 gulden bemaakt aan de kinderen van Peter Herberts.), bemaakt hij aan Grietgen Aert van de Voortsdr, weduwe van Wijnant Becker zaliger (wonende tot Nijmmegen, en dochter van zijn zuster Gerritgen zaliger) mits Grietgen van de Voort alleen dragen zal zijn uit- en doodschulden en de volgende prelegaten en legaten, waarvan zij (of haar nalatende geboorte) tot zijn universeel erfgenaam wordt geïnstitueerd. Met nadere richtlijnen ingeval van vererving na Grietgens overlijden.
Dat de veertigste penning van de erfenis der onroerende goederen en rentebrieven voor de kinderen van zaliger Peter Herberts.gemeen gemaakt en Fransgen Peters te bemaken, gedragen zal worden door (ieder voor een derde part) resp. Gerrit van de Voort, Grietgen van de Voort en de kinderen van Peter Herberts. en Fransgen Peters zal het derdedeel afdragen van de veertigste penning van de goederen die alleen aan haar bemaakt zijn.
De testateur prelegateert aan:
- Fransgen Peter Herbertsdochter:
twee rentebrieven (een van 10 gulden en de andere van 2 gulden jaarlijks), samen losbaar met 240 gulden, en beide ten laste van de huysinge, laatst bewoond door Sijmon Gerbrants. van Alphijn en nu in het bezit van Thonis Henricxz., staande in de Muijrhuijsen te Amersfoort, naast de huijsinge van Jr. Aernt Boll zaliger;
een rentebrief van 3 gulden 10 stuvers jaarlijks op de huijsinge van Evert Dircxsz. zaliger, aan de Lieve Vrouwen Kerkhoff en een rentebrief van 2 gulden jaarlijks, wat nu door Bessel Adriaenss. betaald wordt; en een zilveren wijnroemerken met twee zilveren lepelen en zijn grafstede gelegen in de middelkerck in de St. Joris kercke omtrent de preekstoel na de testateurs begrafenis daarin, en dat deze grafstede niet binnen 30 jaar geopend zal worden op poene dat die vervallen zou aan de kerk.
Onder verband dat Fransgen dat wat haar bemaakt is, niet zal mogen verkopen, gebruiken of bezwaren, maar na zal laten aan haar nalatende geboorte en anders aan haar zusters en broeders. Alleen degene die de heerlijke goederen zal hebben genoten, zal daarvan gesecludeerd blijven.
- de zeven kinderen van Peter Herberts (of die bij zijn overlijden nog in leven zijn) zijn verdere klederen, linnen en alles wat tot zijn lijve behoort.
Hij legateert aan:
- Herbert, Elisabeth en Willemtgen, de kinderen van Frans Herberts. (de oudste zoon van zijn overleden zuster ......) ieder 100 Carolus gulden en wel binnen een jaar na zijn overlijden uit te reiken door Grietgen van [de] Voort of door haar erfgenamen;
- de "armen weeskijnderen" te Amersfoort 100 Carolus gulden;
- de armen van de gereformeerde religie te Amersfoort 100 gulden;
- de dagelijkse armen 100 gulden;
- het St. Elisabeths Gasthuijs te Amersfoort 100 Carolus gulden;
- zijn "meecht" die ten tijde van zijn overlijden bij hem zal wonen, 50 gulden boven het lopende half jaar huur, wat haar ten volle uitbetaald moet worden.
Mochten enige obligaties of rentebrieven, die bemaakt zijn aan Gerrit van de Voort of die van Grietgen van de Voort, verloren gaan door bankroet, krijg of oorlog binnen een half jaar na zijn overlijden, dat dan Gerrit van de Voort, de kinderen van Peter Herberts. en Grietgen van de Voort elk voor een derde deel deze zullen vergoeden. Mocht dat gebeuren na het half jaar na zijn overlijden, dan komt dit ten laste van degene die dat bemaakt is.
Hij stelt tot executeurs Joachim Everts en Henrick van Bronckhorst en legateert aan elk voor hun moeiten een gouden Jacobus penning van twee pond Vlaams per stuk.
Hij secludeert de Weeskamer.
Hij stelt tot mombers en administrateurs over de kinderen van Peter Herberts. en hun van de testateur te erven goederen: hun neven Gijsbert en Peter Borren, gebroeders.
In een ander handschrift (dat van de notaris) wordt toegevoegd dat hij de kinderen van Grietgen van de Voort bij overlijden van hun moeder onder die van de Weeskamer stelt en dat hun goederen niet uit de Weeskamer mogen worden gelicht voor de mundige jaren van deze kinderen. Mocht Grietgen van de Voort zijn dood beleven, dan is het zijn begeerte dat zij haar kinderen twee getrouwe mombers wil bezorgen, die na haar dood voor haar kinderen zorg zullen dragen.
Akte te Amersfoort.
Ondertekend door: Coenraedt Franssz.
Akte van sluiting (*):
De comparant verklaart dat dit besloten papier zijn testament was.
Akte te Amersfoort, ten comptoire mijns notarij.
Getuigen: Steven Coottenberch (ook: Kootenberch), Wouter Claes. Buijs (Schepenen) en Johan Breecker (Raedt; tekent: Jan Breecker).
Akte van opening (**):
Op 4 juli 1624 zijn verschenen voor de notaris in het sterfhuis van Coenraet Fransz. de naaste vrunden en bloedverwanten, nadat door Henrick van Bronchorst (Schepen van Amersfoort) en mede-executeur van het testament van de overledene, de door de overledene in zijn leven aan hem in bewaring gegeven sleutels getoond waren, waarmee een kastje en een daarin gelegen kistje geopend waren. Daarin werd dit besloten testament bevonden, waarop aangetekend was dat dit het testament van de overledene was. Met verzoek tot openen.
De executeurs van het testament (Bronckhorst en Cornelis van Surckesteijn) verzochten acte.
Akte te Amersfoort in het sterfhuis.
Getuigen: Abraham Both, Gysbert van Raesfelt, alsook Borgemeester Coottenberch en Johan Beecker (Raedt).
Verder ondertekenen, naast de notaris: G. van der Voert, Grietgen van der Voert, Herbert Fransen, G. de Wys en Adriaen Vencken.
Verklaring (***):
Op 16-07-1624 heeft Grijetgen van der Vordt, wedue van zaelijger Wijnnant Backer, het testament van haar oom Coenraet Frans. zaliger van notaris Jan van Ingen ontvangen (volgens haar verklaring).
(Zoekterm: VOC)
(ongelden = grondbelastingen)
Gerritgen Fransen van der Eem | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gerrit van Voordt | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Les données affichées n'ont aucune source.