Il avait une relation avec Elisabeth Gerrits (van der Burch.
Enfant(s):
Raad 1580, 1604, 06, 07. Schepen 1575 - 91. Raad in 79 benannt, aber nicht bestätigt (Amersfoort hatte seine Unabhängigkeit verloren). Katholisch.
War offenbar auch Bürgermeister: "Aan de andere zijde stond dat voor de notaris compareerden genoemde getuigen en Frans Andrieszn., oud-burgemeester van Amersfoort, die na het overlijden van Cornelis T. het testament bij de notaris in bewaring hebben gegeven."
Rootselaar Kinder: Gerrit, Coenrat, Peter, Jacob, Andries Fransen.
---------------------------------------
Inventarisnummer 436-04
Bladzijde 232 verso
Datum 1558-12-19
Leningnemer Henrick Pot en zijn vrouw Jacobgen
Leninggever Evert Wouterss, heemeraet van de lantgenoten van de Duyst
Lening een losrente van 6 gouden rijnsgulden per stuk 28 stuvers hollands, te lossen met 100 gouden rijnsgulden
Onderpand een vierdel land gelegen op de Meent
Belending 1 aan de ene zijde Henrick Pot
Belending 2 aan de andere zijde OLV-kapel
Opmerkingen op 1582-11-17 verscheen Frans Andrieszn en Cornelis Hermenszn als heemraden van de Duyst en verklaarden dat de hoofdsom en de rente afgelost was door Henrick Pot zaliger, getuige Gijsberts Willemszn Buys
---------------------------------------
Recordnr 10424
Naam Pouwelsdr., Sophia Andries (tegenwoordig wonende te Amersfoort)
Akten Testament: 11-01-1606 E. van der Schuer (opstelling besloten testament)
Opening besloten testament: 14-08-1610 J. van Ingen AT 002a001 folio 121 V. en vervolg, folio 121 V - 123 V;
Brief van octroy: 21-11-1594.
Opmerkingen folio 121 V :(copie testament)
Zij heeft een besegelde brieve van octroy dd. 21-11-1594.
Zij herroept alle eerder gemaakte testamenten en disposities en wil een kerkelijke begrafenis.
Zij vermaakt aan de 2 kinderen van haar broer Henricx. (Thomas en Pouwel), aan haar broers Frans en Geurt of hun kinderen, elk het derde deel van land met getimmer daarop, gelegen in Bunschoten plus nog een tiende deel van Bunschoots land (eertijds gekomen van zaliger Jacob Henricxzn.) en nog een tiende deel Bunschoots land gemeen met de erfgenamen van Gerrit Jacobszn.. "mijn zaliger broeder Henricx kinder voor een derde deel; Frans of zijn kinderen voor een derde deel en evenzo Geurt of zijn kinderen voor een derde deel, mits desen...." (is verder niet ingevuld)
Voorts vermaakt zij aan de kinderen van wijlen haar broer Evert of hun erfgenamen bij gelijke portie land dat zij gemeen heeft met haar saliger broeders Henricx en Willems kinderen plus nog een rente van 300 gulden hoofdsom gevesticht op 't outschiltgelt (= soort grondbelasting). Nog Bunschootsveenland (gekomen van zaliger Jacobs Henricxzn.), plus land in de Amersfoorder Einghe (Eng), plus 150 guldens gereede penningen. Het vierendeel van huusraet, clederen en inboedel gaat naar Jacob Evertszn. en zal hem door de executeurs betaald worden in rogge of in clederen. Als iemand van de voornoemde broeders kinderen komt te sterven zonder kinderen na te laten, vererft die portie op zijn broers en zusters, zonder dat zij hetgeen hier vermaakt is mogen bezwaren of verkopen, "hen in voegen voors. instituerende mits desen int........" (niet ingevuld).
Zij vermaakt aan:
- haar neef Willem Willemszn. het halve huis met schuur waar zij nu in woont, "mits desen......." (niet ingevuld);
- haar neef Andries Frans de halve hoff in de Walijckersteeg, daar haar neef Willem W. de wederhelft toekomt;
- de kinderen van mijn neef Gijsbert van Langevelt, land in Schoonoort opt Hogeland met zulk verband dat mijn zuster Marritgen en mijn neef Jan van Langevelt daarvan elk de helft van de pacht zullen ontvangen en genieten hun leven lang;
- de kinderen van broeder Henricx met een hand, broeder Frans, broeder Geurt, neef Willem W. en zuster Marritgen elk een vijfdedeel van huisraad, inboedel, clederen en cleynodien.
Vervolg, folio 121 V - 123 V:
Zij legateert aan:
- haar nicht Lijsge Evertsdr., een lijftocht van 75 guldens hoofdsoms op de stad Amersfoort;
- het Spinhuys alhier, 1/6 deel eemlands, gekomen van Geertgen Evertsdr., vermogens zegel en brieff daarvan zijnde, en nog 100 guldens gerede penningen, die zij met rente moeten uitzetten en waarvoor zij elk jaar voor 22 guldens laecken moeten kopen en hemden maken om uit te delen aan de arme meisjes "in 't spinhuys arbeydende". Wanneer de bevelhebbers dit niet zouden doen, dan ordineert zij dat haar executeurs die pachten en nutschappen van voornoemd land en 100 guldens zullen ontvangen en linnen laecken daarvan kopen, hemden doen maken en onder die arme meisjes zullen uitdelen.
Voorts is mijn uiterste wille dat mijn executeurs van de penningen die ik achterlaten zal op mijn neef Jacob Evertszn. kinderen, op lijf- of losrente zullen beleggen 400 guldens hoofdsoms. Mijn neef Jan van Langevelt, 550 guldens die hij zijn leven lang zal mogen gebruiken mits dat deze penningen na zijn overlijden bij mijn executeurs ingevorderd zullen worden en geemployeert worden als die penningen die mijn bovenschult en dootschuld hier zullen coopen van 't geen ik overgespaart en gewonnen hebbe gedaan zal worden.
En als mijn neef Jan van Langevelt deze betaling niet liet voldoen na zijn overlijden, of dat zijn erfgenamen onwillig waren om deze betaling te voldoen, zo wil ik dat mijn executeurs die betaling invorderen aan het land Outeygen, dat ik mijn neef Gijsbert van Langevelts kinderen vermaakt heb.
Verder wil ik dat mijn executeurs alle penningen, laeken, gaeren, actien en crediten die ik overgespaart en gewonnen heb en bovenschuld en doodschuld die ik achterlaten zal, tot geld zullen maken en op rente beleggen en distribueren als ik bij monde bevolen heb.
Ik nomineer tot mijn executeurs, mijn broers Frans en Geurt Andrieszn. en mijn zuster Marritgen Andriesdr.
In presentie van Evert vander Schuur, notaris, heb ik dit getekend, die dit mede ondertekend heeft den 11-01-1606. Was getekend: Fijtge Aris (Sophia Andries Pouwelsdr.).
In dorso stond aldus:
Op den 11 januari 1606 compareerde voor mij, Evert van der Schuur, notaris, Fijtgen Andries Pouwelsdr. en verklaarde tgeen in dese besloten pampiere geschreven staat te wesen haar testament en uiterste wille 't welk zij uit cracht van octroy, haar bij de Hove van Utrecht verleend, gemaakt had etc.
Getuigen waren: Cornelis Jacobszn., laeckenkoper, Jacob van Bitterschoten en Abraham Aertszn.
Nog stond in dorso op d'andere zijde:
Op den 14-08-1610 compareerde voor mij, notaris Johan van Ingen: Cornelis Jacobszn., Abraham Aertszn., als getuigen, Willem Willemszn., en exhibeerde dit besloten geschrift, verklarende 'tzelve te wesen als het testament van zaliger Sophia Arisdr., zijn moeye, en bij hem in haar sterfhuis gevonden en na recognitie der handen van de geschrevene getuigen verzochten neffens Goort Andryes en Marrichgen Andryesdr,
Geassisteerd met Rijck van Mulenborch, procureur, als procuratie hebbende van Jan Willems en haar man Andryes Frans en uit naam van Frans Andryes, zijn vader, Thomas Hendricxzn., Pouwels Henricxzn. en Jacob Evertszn., als naaste vrinden (= familie) van de voornoemde Sophia Arisdr., dat ik dit testament zou openen en voorlezen, registreren en copie leveren aan degenen die zulks verzoeken, 't welk bij mij aangenomen is hiervan acte gemaakt.
Aldus gedaan in het sterfhuis op 14-08-1610, en was getekend: Cornelis Jacobszn., Abraham Aertszn. en notaris J. van Ingen.
Frans Andrieszn. tekent dat hij dit op 22-08-1610 heeft ontvangen.
-------------------------------------------------------------------------------------
Recordnr 11383
Naam Gerritszn., Frans (kranck van lichaam te bedde liggende)
Akten Besloten testament in depot: 15-02-1616 J. van Ingen AT 002a001 folio 451 - 453 V. (besloten testament van 26-11-1615)
Opening testament: 20-02-1616.
Brieve van octroy: 24-10-1594 Hof van Utrecht.
Opmerkingen Copie van het besloten testament
Hij revoceert en herroept alle eerdere testamenten en disposities. Hij wil dat zijn lichaam begraven zal worden naar de gewoonte der heilige kercken.
Hij legateert aan de kinderen en kindskinderen van zijn nabenoemde oomen en moeyes (= tantes) in de plaats van hun gestorven vader of moeder.
Hij legateert aan:
- Nellitgen Jans, huysvrouw van Willem Jacobzn., of bij overlijden, haar kinderen;
- de gezamenlijke kinderen van Aeltgen Jans, huysvrouw van Jan Cleijnen;
- Albert Jacobzn. en bij overlijden, zijn kinderen;
- de gezamenlijke kinderen van Weymtgen Willems, huysvrouw van Bartolomeus Peters.
Tesamen zijn ze zijn neven en nichten en hij vermaakt hen een stuk land in de Birckt, strekkende van de Loijen tot aan de Eem (eertijds gekomen van Aert Anthoniszn.). Deze erfgenamen zullen jaarlijks aan zijn "meecht" Neeltgen Hartgers, 25 gulden lijfrente geven zolang zij leeft.
Hij legateert aan:
- Rolyff Jacobzn., Neeltgen Jacobs en Weymtgen Jacobs (zoon en dochters van Jacob Albertzn.), zijn neef en nichten, land vanouds genaamd Die Campgens, te Soest, tussen die lege wech en het gheijn (eertijds gekomen vanJacob en Beernt Peterzonen).
Bij overlijden van een van hen drieën, zal Neeltgen Alberts (dochter van Albert Jacobzn.) deze portie krijgen. Verder erven ze nog een obligatie van 300 gulden, op Jacob Albertzn. of zijn erven.
- Metgen Alberts (dochter van neef Albert Jacobzn.), land in Soest, vanouds gen. Het Monycken lant, van de Brinck tot aan de Eem (gekomen van het convent Marienhoeff);
- Petertgen Jans (dochter van zijn tante), een obligatie van 200 gulden op Adriaen Janszn. Romer;
- neef Jacob Gerritszn. van der Burcht en de kinderen van zaliger Elisabeth Gerrits (huysvrouw van Frans Andrieszn.) en bij vooroverlijden van Jacob G., de kinderen van Elisabeth G.,
land in Nederzeldert aan de Seldersewech in 't oude goed ter Burcht ("conincx leengoed");
Voorts vermaakt hij aan onderstaande kinderen van de ooms en tantes al zijn verdere goederen, roerende, onroerende enzovoorts, bij gelijke portie, aan:
Lambert Gerritszn., Belytgen Gerrits, Jan Jacobzn., Willem Claeszn., Jan Claeszn., Nellytgen Claes, Jan Willemszn., Reyer Willemszn. de oude, Reyer Willemszn. de jonge, of bij voorovelijden hun kinderen.
De lijftocht hiervan gaat naar de tantes Intgen en Lobbetgen Jansdrs. of de nichten Aeltgen Jans (huysvrouw van Jan Cleynen) of Weymtgen Willems (huysvrouw van Bartholomeus Peterszn.).
Hij legateert aan:
- Neeltgen Hartgers (zijn maecht), behalve voornoemde lijfrente, een ketel, emmer, koperen potje en andere kleine huishoudelijke voorwerpen en de helft van alle kost en eetwaar; de andere helft daarvan gaat naar nicht Weymtgen Willems (huysvrouw van Bartholomeus Peterszn.);
- de kinderen van zaliger neef Claes Janszn.: Willem, Peter, Gerrit, Neeltgen en Lobbytgen, en de kinderen van zaliger nicht Nelletgen Gerrits: Elisabeth Osewolts en Gerrit Osewoltsen, en de kinderen van zaliger nicht Ghisbertgen Louwen (namen niet ingevuld) en de zoon van zaliger nicht Seeltgen Jans: Egbert Hendricks,
elk de som van 100 gulden;
- de kinderen van Aechgen Albers (weduwe van Jacob Janszn. Slijck): Albert, Cornelis en Jacob Jacobzn., Jannitgen, Seeltgen en Geertgen Jacobsdrs.,
elk 50 gulden, met vruchtgebruik voor de moeder;
- Gerrit Franszn., zoon van Frans Andrieszn., zijn "vuyrwecktgen" en de grootste zandloper die hij van hem heeft gekregen en 3 dubbele spaense pistoletten;
- Aeltgen Gerrits van Huyckenhorstdr., 15 gulden jaarlijks zolang zij leeft. Hiervoor zal zijn huidige huis belast worden.
Indien enigen van de erfgenamen bezwaar maken tegen de verdeling, vererft die portie op de goedwilligen,
Hij secludeert de weeskamer.
In dorso:
Hij stelt tot executeurs van zijn nalatenschap aan: Frans Andrieszn., oud-burgemeester van Amersfoort en diens zoon Gerrit Franszn.
Getuigen: Evert Symonszn. van Velsen, Henrick Janszn. van Dael en Dirck Hartgerszn.
Op de andere zijde stond:
Op 20-02-1616 compareerden: Frans Andrieszn., Gerrit Franszn., Lambert Gerritszn., Albert Jacobzn., Willem Claeszn., Ballichgen (Belytgen?) Gerrits, Willem Jacobzn. (als man en voogd van Nellitgen Jans), mede naaste vrunden (= familie) van zaliger Frans Gerritszn. en vervangende de andere mede naaste vrunden.
Het testament wordt door de notaris geopend en voorgelezen, copie op verzoek gemaakt, en aan de executeurs teruggegeven.
Acte ten sterfhuize van Frans G.
Getuigen: Andries Franszn., Albert Jacobzn., schoenmaker, en was mede ondertekend door Frans Andrieszn., Gerrit Franssen, Evert Symonszn. van Velzen, Dirck Hartgerzn., Hendrick van Dael, Andries Franssen, Albert Jacobzn. en notaris van Ingen.
----------------------------------------------------------------------
Inventarisnummer 436-13
Datum 1609-01-12
Verkoper Johan van Langevelt, Frans Andriess en Jacob Gerritsz van der Burch executeurs van 't testament van zaliger Dirck Jansz van der Eem, in leven deurwaarder; Johan van Ingen, curator
Koper Johan Both Henricksz en zijn erven
Omschrijving huis en hof met al wat aard- en nagelvast is, door Dirck Jansz van der Eem nagelaten; achter het stadhuis
Belending 1 Dirck Creijll
Belending 2 Anthonis van Dompselaer
-----------------------------------------------------------------------
Frans Andries Pouwelsz van der Eem | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Elisabeth Gerrits (van der Burch | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Les données affichées n'ont aucune source.