Il est marié avec Elisabeth Maria PEDRO.
Ils se sont mariés le 10 mai 1905 à Amsterdam, Netherlands , il avait 39 ans.
Enfant(s):
Salomon ROODVELDT | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1905 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Elisabeth Maria PEDRO |
Heden een en twintigJuni negentienhonderd acht en twintig, zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Jacobus Roodveldt, schoenmaker, geboren en wonende alhier, oud zes en twintig jaren, meerderjarige zoon van Salomon Roodveldt, oud twee en zestig jaren, diamantslijper, wonende alhier, en Elisabeth Maria Pedro, overleden en
Anna Hendrika Terstall, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud achttien jaren, minderjarige dochter van Gerrit Terstall, oud zestig jaren, schoenmaker en Petronella Cornelia de Boer, oud vijf en vijftig jaren, zonder beroep, beiden wonende alhier. De vader des bruidegoms en de ouders der bruid verklaarden, voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den negenden dezer maand.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken saat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander verbonden zijn.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Gerrit Terstall, schoenmaker, oud vier en dertig jaren en Johannes Terstall, chauffeur, oud vijf en twintig jaren, beiden broeder der echtgenoote, en wonende alhier.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
Heden, zes Augustus negentienhonderd dertig, zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Martinus Johannes Cornelis Dauvellier, chauffeur, geboren en wonende alhier, oud zevenentwintig jaren, meerderjarige zoon van Johannes Dauvellier, oud twee en zestig jaren, kommie's en Maria Johanna Everdina van den Plas, oud twee en zestig jaren, zonder beroep, beiden wonende alhier, en
Elisabeth Maria Roodveldt, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud twee en dertig jaren, meerderjarige dochter van Salomon Roodveldt, zonder beroep, wonende alhier en Elisabeth Maria Pedro, overleden. De ouders des bruidegoms verklaarden, voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den zes en twintigsten Juli laatstleden.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Pieter Krul, handelsreiziger, oud veertig jaren, wonende in de gemeente Heemstede en Pierre van Staal, koopman, oud negen en dertig jaren, wonende alhier.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
Heden, twee Juni negentienhonderd een en twintig, zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Pieter Leendert Blokker, werkman, geboren in de gemeente Hoorn, wonende alhier, oud zes en dertig jaren, meerderjarige zoon van Hermanus Blokker, overleden en Hendrika Kok, zonder beroep, wonende alhier en
Christina Maria Roodveldt, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud achttien jaren, minderjarige dochter van Salomon Roodveldt, oud vijf en vijftig jaren, werkman, wonende alhier en Elisabeth Maria Pedro, overleden.
De vader der bruid verklaarde voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in deze echt.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den een en twintigsten Mei laatstleden.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Izaac Wagenhuis, cafehouder, oud acht en dertig jaren en Benjamin Wagenhuis, cafehouder, oud vier en dertig jaren, beiden wonende alhier.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
Op zeventien April negentienhonderd twee en veertig, tien uur dertig minuten, is in de gemeente Amsterdam overleden bevonden:
Roodveldt, Salomon, oud zes en zeventig jaar, zonder beroep, geboren en wonende alhier, weduwnaar van: Pedro, Elisabeth Maria, zoon van: Roodveldt, Emanuel Isaac en: Blitz, Sara Salomon, beiden overleden.
De aangifte van dit overlijden is gedaan door: Roodveldt, Elisabeth Maria, zonder beroep, oud vier en veertig jaar, wonende alhier, die verklaarde uit eigen wetenschap van het overlijden kennis te dragen.
Waarvan akte, welke door mij, ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam, overeenkomstig de wet is opgemaakt en voorgelezen op twintig April negentienhonderd twee en veertig.
Heden, tien Mei negentienhonderd vijf, zijn voor ons Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam, in het openbaar, in het huis der gemeente, verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Salomon Roodveldt, diamantversteller, geboren en wonende alhier, laatst gewoond hebbende te Groningen, oud negenendertig jaren, meerderjarige zoon van Emanuel Isaac Roodveldt en Sara Salomon Blitz, beiden overleden, en eenre, en
Elisabeth Maria Pedro, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud zes en dertig jaren, meerderjarige dochter van Jozef Pedro, zonder beroep, wonende alhier en Maria Christina van den Broek, overleden, ter andere zijde.
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn geschied, alhier en te Groningen den dertigsten April laatstleden en zevenden dezer. En verklaarden de verloofden bij deze te erkennen drie kinderen, genaamd: Elisabeth Maria Pedro, Jacobus Pedro en Christina Maria Pedro, allen alhier geboren, respectievelijk op vijf en twintig Februari achttienhonderd achtennegentig, negentien Augustus negentienhonderd een en zeventien April negentienhonderd drie.
Wij hebben hun afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten, en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vraag door hen bevestigend beantwoord werd, hebben wij, in naam der wet, uitspraak gedaan dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Hermanus Cornelis Hagedoorn, neef der echtgenoote, kellner, oud achtentwintig jaren, Petrus Adrianus van Puijfelik, portier, oud twee en veertig jaren, Willem van Kasteel, werkman, oud veertig jaren en Jacob Bontekoe, kellner, oud acht en twintig jaren, allen wonende alhier.
En is hiervan door ons opgemaakt deze akte, die, na voorlezing, door de comparanten, de getuigen en ons is onderteekend.
Heden, een Juni negentienhonderd twee en dertig, zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Martinus Johannes van Feggelen, cafehouder, geboren en wonende alhier, oud een en dertig jaren, van echt gescheiden echtgenoot van Agatha Catharina Engelsbel, meerderjarige zoon van Martinus Johannes van Feggelen, en Feikje de Haan, beiden overleden, en
Maria Roodveldt, cafehoudster, geboren en wonende alhier, oud zes en twintig jaren, meerderjarige dochter van Salomon Roodveldt, oud zes en zestig jaren, koopman, wonende alhier en Elisabeth Maria Pedro, overleden. De vader der bruid verklaarde voor mij tegenwoordig toe te stemmen in dezen echt.
De afkondiging tot dit huwelijk is onerhinderd geschied, alhier den een en twintigsten Mei laatstleden.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Jacobus Roodveldt, broeder der echtgenoote, schoenmaker, oud dertig jaren, wonende alhier en Adolf van Feggelen, broeder des echtgenoots, oud drie en twintig jaren, wonende in de gemeente Diemen, diamantslijper van beroep.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
Bijschrift bij deze akte:
Dit huwelijk is ontbonden door het vonnis der Rechtbank te Amsterdam van 4 october 1943 en de inschrijving te Amsterdam, heden 6 november 1943.