(2) Elle est mariée avec Isaäc Alexander ROODVELDT.
Ils se sont mariés le 8 mars 1823 à Amsterdam, Netherlands , elle avait 26 ans.
Enfant(s):
Sara Abraham GOUDSMIT | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1823 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Isaäc Alexander ROODVELDT |
Op heden de derden November Achttienhonderd Twee-en-Vijftig, zijn voor ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Stad Amsterdam, in het huis der Gemeente, verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan
Barend Isaac Roodveldt, bakkersknecht, geboren en wonende alhier, oud twee en twintig jaren, minderjarige zoon van Isaac Alexander Roodveldt, overleden en Sara Abraham Goudsmit, zonder beroep, wonende alhier, ter eenre
Bloeme Polak, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud twintig jaren, minderjarige dochter van Levie Hartog Polak, sjouwerman en Elisabeth Levie Klerk, wonende alhier ter andere zijde. En verklaarden de moeder des bruidegoms en de ouders der bruid voor ons tegenwoordig in te stemmen in dezen Echt.
De beide afkondigingen tot dit Huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den vier en twintigsten en een en dertigsten October. Voorts zijn aan ons overgelegd ten eerste de geboorteacten der verloofden, ten wteeden de doodsacte van den vader des Bruidegoms.
Waarna wij hun hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot Echtgenooten, en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen, welke door de Wet aan den Huwelijken Staat verbonden zijn: hetwerk door hen, uitdrukkelijk met JA, beantwoord zijnde, hebben wij in naam der Wet uitspraak gedaan, dat zij door het Huwelijk aan elkander zijn verbonden. In tegenwoordigheid van:
Juda Moses Gans, zwager der echgenoote, koopman, oud vier en dertig, Moses Isaac Fortuyn, zonder beroep, oud vier en zestig, Hartog Hartog van Sijs, onderwijzer, oud dertig en Barend Bril, zonder beroep, oud twee en zeventig jaren, ?, wonende allen alhier.
En is hiervan door ons opgemaakt deze Akte, welke na voorlezing, door de Komparanten, de Getuigen en ons is onderteekend, uitgezonderd de wederzijdse ouders, die verklaarden niet te kunnen schrijven.
Op heden tweeentwintig November Achttienhonderd drie-en-vijftig, zijn voor ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Stad Amsterdam, in het huis der Gemeente, verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan:
Emanuel Isaac Roodveldt, sjouwer, geboren en wonende alhier, oud zeven en twintig jaren, meerderjarige zoon van Isaac Alexander Roodveldt, overleden en Sara Abraham Goudsmit, werkster, wonende alhier ter eenre en
Sara Salomon Blitz, werkster, geboren en wonende alhier, oud negen en twintig jaren, meerderjarige dochter van Salomon Gompel Blitz, overleden, ???
De beide afkondigingen tot dit Huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier ???
Waarna hij hun hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot Echtgenooten, en getrouweiljk alle de pligten zullen vervullen, welke door de Wet aan den Huwelijken Staat verbonden zijn: hetwelk door h en, uitdrukkelijk met JA, beantwoord zijne, hebben ij in naam der Wet uitspraak gedaan, dat zij door het Huwelijk aan elkander zijn verbonden.
In tegenoordigheid van ?
En is hierna door ons opgemaakt deze Akte, welke na voorlezing, door de Komparanten, de Getuigen en ons is onderteekend, uitgezonderd de echtgenoote en beide Moeders die verklaarden niet te kunnen schrijven.
Op heden den Vijf en twintigsten October Achttienhonderd Drie-en-Veertig, zijn voor ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Stad Amsterdam, in het huis der Gemeente, verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan:
Samson Isaac Roodveldt, sjouwer, geboren en wonende alhier, oud ? en twintig jaren, meerderjarige zoon van Isaac Alexander Roodveldt, sjouwer en Sara Abraham Goudsmit, wonende alhier ter eenre en
Beletje Levie Schaap, werkster, geboren en wonende alhier, oud twintig jaren, minderjarige dochter van Levie Jacob Schaap, ? en Saartje Hartog Pover, wonende alhier, ter andere zijde. En ? beider ouders ? in deze Echt.
De beide afkondigingen tot dit Hwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den achtsten en vijftienden dezer. En zijn voorts aan ons overgelegd de geboorteacten der verloofden.
Waarna wij hun hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot Echtgenooten, en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen, welke door de Wet aan den Huwelijken Staat verbonden zijn, hetwelk door hen, uitdrukkelijk met JA beantwoord zijn, hebben wij in naam der Wet uitspraak gedaan, dat zij door het Huwelijk aan elkander zijn verbonden.
In tegenwoordigheid van: Israel Emanuel Gobets, oom des Echtgenoots, ? oud zeven en Zestig, Mozes Abraham Brander, zonder beroep, oud acht en vijfig, Israel Levie Swaab, venter, oud vijf en dertig en Tobias Moses Verdoner, bandschuurder, oud nengen en twintig jaren, wonende allen alhier.
En is hiervan door ons opgemaakt deze Akte, welke na voorlezing, door de Komparanten, de Getuigen en ons is onderteekend, verklaarden de Echtgenoote, haar vader, de beide moeders niet te kunnen schrijven.
Op heden den acht en twintigsten Maart des Jaars Achttienhonderd Een-en-Twintig des voormiddags ten elf ure, zijn voor ons ? Raad en Lid van de Kommissie tot den Burgerlijken Stand der Stad Amst4erdam, verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan:
Isaäc Alexander Roodveldt, ?, oud negen en twintig jaren, wonende alhier, meerderjarige zoon van ? Emanuel Roodveldt, ?, en Roosje Simson, .... en
Sara Abraham Goudsmid, ...., oud zes en twintig jaren, meerderjarige dochter van Abraham Barend Goudsmit, ..., en Sara Emanuel Gobets..................
De voorafgaande Acten, welke, nevens het zesde Hoofdstuk van het Huwelijk, volgens de Wet van 25 Ventose van het Jaar Elf, voorgelezen zijn, bestaan, ten eersten: in een Extract uit het Register der afkondigingen, behoorijk......
Waarna wij hen, bij name en afzonderlijk hebben afgevraagd: of zij elkander annamen als Man en Vrouw; het welk door hun, ieder in het bijzonder, met ja beantwoord zijnde, hebben wij in naam der Wet uitspraak gedaan: dat zij door het Huwelijk zijn vereenigd; alles ingevolge het derde Hoofdstuk der Wet van 20 Ventose van het Jaar Elf, en in tegenwoordigheid van ..........
Zijnde deze Acte door ons vervaardigd en voorgelezen aan de Comparanten, welke met ons hebben geteekend.