Elle est mariée avec Jan Waterink.
L'avis de mariage a été publié le 20 mai 1774 à Hardenberg.Source 3
Ils se sont mariés le 19 juin 1774 à Hardenberg.Source 4Testament (bron: Rechterlijk archief, schoutambt Hardenberg, inv.nr. 25, folio 38):
Ik, J.G. Pruim, Scholtus des kerspels Hardenbergh, cum annexis, doe kond en certificeere, dat voor mij en keurnooten die waren Klaas Uelderink en Derk Bokking, persoonlijk in den Gerichte gecompareerd zijn, Jan Waterink en deszelvs huisvrouwe Grietjen Reinders, alhier te Brucht woonächtigh, zijnde hij comparant na den ligchaame wel ziekelijk, en zij comparante gezond, doch beide comparanten hun verstand en oordeel volkomen magtig, ten minsten voor zo veel aan ons uitterlijk gebleek.
Verklaarende zij comparanten, in overweging genomen te hebben, de zekerheid des doods en de onzekere uure van dien, en dat zij uit dien hoofde voorgenoomen hadden, om bij dezen te maken en op te richten hun beider testament, of eenige vrije uitterste en laatste willen over alle hunne tijdelijke natelatene en met doode te ontruimene goederen. Terwijl zij verder op de daartoe door mij Scholtus aan hun gedaane afvrage, verklaarden, met presentatie van eede, dat zij in geene mindere classe van gegoedheid behooren, als waarna dit zegel genomen is. Zo als zij ook vooraf verklaarden te revoceeren, te casseeren en te vernietigen alle voorige door hun te zaamen of afzonderlijk gemaakte dispositien, of andere actens, eenige kracht van uitterste wille hebbende.
Ende nu (na vooraf hunne ontsterffelijke zielen te hebben bevoolen in handen van haaren Schepper en hunne ligchaamen na doode, ter ordentlijker begravenisse) tredende tot hunne dispositie ofte makinge:
Zoo verklaard hij testator Jan Waterink en zij testatrice Grietjen Reinders, bij dezen, in voldoening van derzelver respective erfportiën, in de nalatenschappen van beide hun testateuren voormeld, op de allerplechtigste maniere te legateren, aan hunne nabenoemde vijf kinderen, als volgt:
Jennechien Waterink, getrouwd aan Gerrit Jan Oldewaterink; Jan, Annechien, Teunis en Harmen Waterink, aan yder derzelven, en bij vooroverlijden van een of meer, diens kind of kinderen bij representatie, de summa van 500 guldens, door hun hierna benoemden universeelen erfgenaam, uit hunne nalatenschappen, na hun overlijden uit te keren en te voldoen, en wel voor de eene helft na het overlijden van de eerststervende en voor de andere helft na 't overlijden der langstlevende van hun testateuren. Welken, door testateuren universeelen erfgenaam, daarenboven verplicht zijn zal, om aan der testateuren eerstgenoemde dochter Jennechien Waterink, huisvrouw van Gerrit Jan Oldewaterink, uit te keeren een drachtig koebeest; en aan de genoemde Annechien Waterink, als dezelve komt te trouwen eenen bruids uitzet van klederen, bedden etc., zoals genoemde Jennechien Waterink die bij haar trouwen genoten heeft, alsmeede een dragtig koebeest. Zoo als denzelver ook aan zijne genoemde broeders Jan, Teunis en Harmen Waterink, bij derzelver trouwen, uitkeren zal, aan yder een enterpaard, behoorlijke bruidegoms klederen, één bedde, twee kussens en eene peuluwe. En daarenboven dan nog aan genoemde Annechien Waterink vier stoelen en vier kussens, en aan genoemde Jan, Teunis en Harmen Waterink, yder twee stoelen met twee kussens.
Voorts verklaard hij testator Jan Waterink en zij testatrice Grietjen Reinders, bij dezen op de allerplechtigste maniere te institueren, en tot hunne eenige en universeele erfgenaam te nomineren en te stellen hunne zoon Hannes Waterink, ten einde, om na het overlijden van hun testateuren, hunne geheele nalatenschap, zo mobile als immobile goederen, actiën en crediten, niets in 't groot of klein uitgezonderd alleen, en bij vooroverlijden zijn kind of kinderen bij representatie, in vollen eigendom te erven, te profiteren en te genieten.
En eindelijks verklaarden zij testateuren, dat wanneer een of meerder hunner gemelde kinderen, of derzelver kind of kinderen bij representatie, met deze hunne dispositie niet mogten te vreden zijn, of dezelve quarelleerden, zij zodane te onvredene of overgenoegde, kracht dezes instituëerden in de legitime portie hunner nalatenschappen, dezelve, of dezelven daarin na de rechten dezer landen competerende, zonder meer!
Welke voorenstaande uitterste of laatste willen, den testator, testatrice en dezes mombaar, duidelijk en bescheidentlijk voorgelezen zijnde, met wel vlijtige ondervrage: "of zij vrij en onbedwongen, met voorbedachten rijpen beraade, tot dezes hunne uitterste of laatste willn gekomen zijn?". Zo hebben dezelven daarop geantwoord: "Ja!". Willende en begeerende zij testateuren, dat dezelve hunne dispositien, alzo na hun overlijden moge effect sorteeren, 't zij als testament, codicil, gifte ter zaake des doods, ofte onder de levenden, zo als zulks best in rechten zal kunnen of mogen bestaan, al waren ook daarbij alle solemniteiten niet geobserveerd.
Des ten oirkonde hebbe ik Scholtus voornoemd, deze benevens den testator, testatrice en dezes mombaar getekend, met mijn zegel bekrachtigd, en ze voor hun, omdat zij geene zegels en hadden, op hun verzoek, met mijn kleine zegel mede gezegeld.
Actum Brucht, den 25. January 1800 en zes.
Enfant(s):
Grietjen Reinders | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1774 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Waterink |
huis nr 3