Généalogie takken "van Nuijs" en "Hoogers" » Antoine Gerard Theodore "Toon" Hermans (1916-2000)

Données personnelles Antoine Gerard Theodore "Toon" Hermans 


Famille de Antoine Gerard Theodore "Toon" Hermans

Il est marié avec Rietje Hermans.

Ils se sont mariés.


Enfant(s):

  1. (Ne pas publique)
  2. (Ne pas publique)


Notes par Antoine Gerard Theodore "Toon" Hermans

20 januari 1935
Eerste revueoptreden in Sittard.

1936
Winnaar Cabaret der Onbekenden in Heerlen.

1942
Gezelschap Carl Tobi (Leidschepleintheater), met Toon in een bijrol.

1943-1944
Frans Mikkenie's Theaterproducties, met Toon nog altijd niet in de hoofdrol.

1945
AVRO's Bonte Dinsdagavondtrein

1946-1951
Theater Plezier, met Toon Hermans als medeauteur (naast Max Tailleur en Jan van Ees), hoofdrolspeler en vanaf de tweede productie met een soloact voor de pauze en op het einde. Later neemt Toon ook de muziek en de hele artistieke leiding voor zijn rekening. Zijn pauze- en finalenummers worden steeds langer en belangrijker. Onder de muzikanten herkennen we Govert van Oest, de pianist die ook jarenlang zijn combo in de onemanshows leidde.

1953
Gezelschap Toon Hermans brengt Ballot. Tekst, muziek, decor, kostuums, choreografie en regie: Toon Hermans. Hoofdrol: Toon Hermans. In december treedt Toon met Ballot voor het eerst op in België.

1954
In Luxor, Rotterdam, gaat in augustus Zaza in première, de tweede productie van het Gezelschap Toon Hermans. In december doet Toon een soloprogramma van veertig minuten in het Pauzetheater (Centraal Theater) in Amsterdam. Hier ligt de kiem van zijn eerste onemanshow.

1956
Première van Toons eerste One Man Show (Voor u Eva) in het Nieuwe De La Mar. Heette eerst Tien jaar liedjes van Toon en als het van Toon had afgehangen Het hemelbed. Met assistente Phyllis Lane, pianist Govert van Oest, bassist Hans van Rossem, drummer Tonny Nüsser en gitarist Robby Pauwels. Zij definiëren de zacht swingende stijl die de liedjes van Toon altijd heeft gekenmerkt.

Het publiek ziet een simpel decor met een huisje, een boompje en een beestje, want daar is alles op terug te brengen volgens Toon. ‘Dag allemaal in de zaal’ zingt hij in zijn eerste lied, waarna hij in zijn openingsconference ongeveer alle thema’s aan bod laat komen die zijn cabaretwerk zouden typeren: de vrouw, de Franse taal, zijn familieleden, lente en zomer. In Waar is de slinger imiteert Toon als vanouds Richard Tauber, Bing Crosby en Maurice Chevalier. Hij vertelt dwaasheden en taalgrapjes, doet een liedje in het Sittards, en haalt herinneringen op aan de kermisdraaimolen uit zijn jeugd en zijn eerste tien jaar als zanger in Mijn hoge hoed. Het grootste lachsucces is de conference over Ari Stoteles en zijn familie. Hij eindigt met een lied waarin hij het gevoel uitdrukt dat hij wil overbrengen: Blij, blij, blij.

Toon Hermans is een clown zonder schmink en met weinig attributen, maar toont zich in zijn eerste solovoorstelling (en alle shows daarna) evenzeer dichter als filosoof. De Telegraaf schrijft dat in deze show Toons talenten gebundeld worden: 'Het is de Toon van vroeger die hier voor u staat, ontdaan van pretentieuze poespas, literaire omhaal en ballot-ballast, maar die Toon van vroeger is toch sterker, rijper, geraffineerder en dat zonder aan kwajongensachtigheid te hebben ingeboet.'

1957
De tweede One Man Show (De Neus) gaat in première in Antwerpen. In juli treedt Toon voor het eerst op in Wenen.

Na het succes van de eerste show staat Toon dit keer liefst drie uur lang alleen op de planken. Hij put niet uit oud materiaal, maar heeft een hele serie nieuwe liedjes geschreven, de meeste vlot van sfeer, speels, luchtig en vol woordspelingen, in vele al dan niet bestaande talen. In de conference Hoe is het met uw Frans? introduceert Toon een thema dat een stokpaardje zou worden: het verschil tussen het Frans en het Nederlands, waarbij de lach schuilt in het contrast tussen het hooggestemde Frans en het laag-bij-de-grondse Nederlands.

Toon poseert als een gewone man, met familieverhalen over vakanties met de tent en in Tirol. Hij imiteert flanerende mensen op een boulevard in Zuid-Frankrijk. Ooit zag hij een grote blauwe reclameposter hangen en bij het lezen van de naam hoorde hij meteen een melodietje: Méditerranée. Het is een van Toons beste liedjes, vol charmante woordspelingen en buitelingen, met een simpele melodie en geraffineerd begeleid door Govert van Oest op de piano, die veel meer kon dan avond aan avond in de lach schieten om Toons grappen.

De goochelparodie Mr. Tonio, een dwaze act met neptrucs, is een van de beste nummers die Toon ooit gemaakt heeft. Meteen daarna maakt hij een enorme zwaai naar een ernstig liedje, Jacqueline, een donker zwerversliedje in een programma vol licht. 'Wat zou er met de liefde gebeuren bij de ondergang van de wereld?'

Toon maakt zich in deze voorstelling helemaal los van zijn Nederlandse voorbeelden en spiegelt zich aan de internationale grootheden uit de showbusiness. Toon wil ook daadwerkelijk doorbreken over de grenzen. 'Toon heeft een Europa gebouwd dat voor hem bestaat uit bezongen liefde, besproken geluk, muziek, een schone dame en een groot aantal rekwisieten', schrijft Simon Vinkenoog in de Haagse Post.

1958
De AVRO zendt de driehonderdste voorstelling van de tweede onemanshow in het Westend in Den Haag rechtstreeks uit op televisie. In het najaar speelt Toon de hoofdrol in de film Moutarde van Sonaansee, naar zijn eigen scenario.

1960
One Man Show 3 (Strinzelthal). Koos Serierse vervangt Hans Van Rossem. Mimi Kok neemt halverwege de tournee de plaats in van Phyllis Lane. Toon treedt op in België, Duitsland en Oostenrijk (vijf weken in het Weense Renaissance Theater). De show Lachen ohne Ende is ook te zien op de Oostenrijkse televisie.

Toon heeft iets goed te maken, want zijn film is mislukt. 'Ik heb geen andere bedoeling dan u te amuseren met eenvoudige liedjes over menselijk wel en wee,' zegt hij in het programmaboekje, 'met levensdeuntjes, geschreven op het oeroude stramien van het kleine chanson. Het is niet de tijd die mij inspireert, maar het leven zelf waarvan de bedoeling nimmer verandert.’ Het programma is een en al zon, leven en blijheid, en de 43-jarige Toon toont zich beurtelings een verlegen kwajongen, een dwaze clown en een liedjeszanger. De humor is simpel, het gaat over algemeen menselijke onderwerpen met nostalgische terugblikken naar vroeger.

1961
Optredens in Hamburg, Berlijn en andere Duitse steden. Lachen ohne Ende haalt ook hier het tv-scherm. Voor de uitzending van One Man Show 3 op de Nederlandse televisie laat de KRO de parodie op Josephine Baker censureren.

1963
De vierde onemanshow (Pijpestelen) gaat in première in Maastricht. Met twee nieuwe muzikanten, Hans de Ruyter en Ruud Kuyper, en een technische assistent die Toon een leven lang trouw zal blijven en met zijn laconieke verschijningen op het podium een onvergetelijke indruk zal nalaten: Johnny van Elk.

Op 6 december staat Toon voor het eerst in Carré, de zaal waar hij zijn grootste triomfen zal vieren en zich altijd het best thuis voelde. Hij is de bekendste artiest van Nederland en heeft successen geboekt in België, Duitsland en Oostenrijk. Als vader van drie jongens is hij in de kracht van zijn leven en op het hoogtepunt van zijn kunnen.

Toon heeft veertig nieuwe liedjes geschreven. Voor de pauze liedjes en dan na de pauze lekker kletsen: dat lijkt hem wel een goede formule. Hij komt op in een zijden smoking met een dun vlinderdasje. De belichting krijgt voor het eerst een opvallende functie. Het orkestje zit scherp met licht afgebakend op het toneel; de kleuren zijn ook gebruikt voor de affiche en de programmaboekjes. Echte Toon-kleuren, ontworpen door Ted Schaap, die een belangrijke rol zal spelen in de grafische vormgeving van Toons werk.

Voor het eerst komt er voorzichtige kritiek. Stelt Toon het leven niet al te mooi en zonnig voor? Wat moeten we met de melancholie van een plattelander die terugverlangt naar vroeger? Is dat geen heel conservatief cabaret? De kritische, rebelse geest van de sixties is definitief uit de fles.

1965
One Man Show 4 haalt op tv een ongeziene kijkdichtheid van 94%, met een waardering van 85%. Toon toert in Duitsland en Oostenrijk.

In de zomer begint Toon Hermans te werken aan zijn Broadway-show. Hij huurt in New York de oostelijke hoeksuite op de tiende etage van het Hilton-hotel en werkt er samen met Erich Segal, een afgestudeerd historicus met een musical op zijn naam, die een paar jaar later wereldberoemd zou worden met zijn roman Love Story.

1966
One Man Show 5 (Tien Toon). Het combo bestaat uit Govert van Oest (piano), Robby Pauwels (gitaar), Hans de Ruyter (trombone), Tonny Nüsser (slagwerk), Jan Huydts (bas) en Coen van Nassau (vibrafoon en accordeon).

Toon draagt zijn haar wat langer in de nek, en wat woester bij de slapen. Zijn snorretje is dunner. In december wordt hij 50. Hij wil dit keer volkomen naturel zijn op het toneel, en een volslagen vrije verhouding hebben met het publiek. Hij begint uitgebreid te kletsen over een pinnetje aan het statief van zijn microfoon, een 'sketch' die iedere avond groeit. Hij geeft een voorproefje van zijn Amerikaanse show door al iets te verklappen van het briljant vertaalde Twentyseven roses. Hij speelt met talen, Zweeds en Frans, en fantaseert over de Griekse mythologie. Hij zingt zijn hit Sien en imiteert de clown Buziau, Maurice Chevalier, Lou Bandy, Marlene Dietrich en Al Jolson, de hele stoet van legendarische showbusinessfiguren die hem het vak geleerd hebben. De auditie is een hoogtepunt uit het oeuvre van Toon Hermans, een overtuigende demonstratie dat ware humor wortelt in wijsheid en tragiek.

In Hilversum en Brussel doet Toon try-outs voor zijn Amerikaanse show; de première vindt plaats in Maastricht. Toon toert ermee door Canada, maar haalt het niet tot Broadway. Hij vreest zijn zelfstandigheid te verliezen en heeft net zijn eerste nummer 1 gescoord, Mien, waar is mijn feestneus? In Nederland is hij populairder dan ooit en die status brengt hij liever niet in gevaar door een lange afwezigheid.

1967
Zes miljoen tv-kijkers voor One Man Show 5.

1971
Na tien weken Luxor krijgt Toon een inzinking. Een longontsteking wordt gevolgd door een zware depressie. De nieuwe show is nooit opgenomen voor radio of tv.

1972
Première van One Man Show 6 in het Circustheater in Scheveningen. Met een band onder leiding van Henk Westrus op piano, Ab van der Molen op saxofoon, Benny Ludemann fluit en snaarinstrumenten, Rob van Stiphout saxofoon en fluit, Hugh den Ouden trompet en trombone, gitaar Jan Blok, bas Tom Dissevelt en drums Hans Seugling. Als assistent introduceert Toon zijn zoon Maurice. De helmen!

'Van de simpelheid is Toon overgestapt naar enorme toestanden, naar een enorme belichting. De show is technisch zo bewerkelijk opgezet dat alleen de grootste theaters hem kunnen hebben. Hij staat in een zogenaamde horizon, een doek met een oppervlakte van 35 meter dat rondom het speelvlak hangt. Het is hoog en verdwijnt in het niet. Aan de zijkant van het toneel zijn geen doeken meer. Die horizon moet op en neer kunnen. Er moet ruimte zijn. Dan is er nog een verrijdbaar podium waarop het orkest zit.' (De Telegraaf)

Iedereen weet dat Toon depressief is geweest, dus vindt hij het normaal om daarover ook te zingen. In het openingslied Hemelsblauw volgen we hem op zijn tocht uit het grijs naar het licht, naar de kleur, naar het groen van het gras en het blauw van de hemel. Dat idee wordt nog benadrukt door het lichtplan en de sound van het orkest; iedere stemming krijgt een anders gekleurde achtergrond.

Na de pauze gaat Toon op zijn praatstoel zitten. Hij vertelt dat hij een foto wil maken van het publiek en daaruit volgt een dwaze samenspraak met zijn toneelmeester Johnny over vogels. Totaal ontspannen kletst hij minutenlang over zijn schoenen, zijn sokken, familie, hobby’s, verjaardagen en Sinterklaas.

1976
One Man Show 7 gaat in première in Nijmegen. Assistent: Gaby Hermans, management: Maurice Hermans. Combo geleid door Hugh den Ouden (trompet, trombone, eufonium), met pianist Frans Ehlhart, vibrafonist en accordeonist Coen van Nassau, gitarist en fluitist Benny Ludemann, trombonist Jan Nypels, bassist en gitarist Henk Haverhoek en drummer Ernst van Tiel.

1977
Toon Hermans staat drie maanden lang in Carré.

1979
One Man Show 8. Zoon Gaby vindt zijn roeping als vaste fotograaf van pa; Maurice heeft de touwtjes van het management stevig in handen. Muzikanten: Benny Ludemann, Henk Haverhoek, Hugh den Ouden, Ernst van Tiel en Coen van Nassau.

Het is een uitbundige voorstelling. Toon laat het publiek moeiteloos uit volle borst meezingen met nooit eerder gehoorde liedjes als Oh Carolien en Wat ruist er door het struikgewas? Legendarisch is het moment waarop hij zijn toneelmeester Johnny een tennisracket uit de auto laat halen en op het toneel blijft wachten tot die terug is. Na afloop zullen sommige mensen zeggen dat Toon wel een kwartier heeft lopen slenteren op het toneel. Die volstrekte natuurlijkheid op het toneel door niet te spelen en alleen maar te zijn, is wat Toon al jarenlang nastreeft. Andere hoogtepunten zijn de zeer geslaagde typeringen van een oude boer, een slome voorzitter, een bitse admiraal en een vogelaar. De humor is gedurfd, want vrijwel abstract.

1980
Door een aandoening van de stembanden moet Toon tijdelijk stoppen met optreden.

1984
Première in Carré van One Man Show 9, met muzikale begeleiding door Coen van Orsouw jr., Coen van Nassau, David de Marez Oyens (bas), Hans Koppes (eufonium, trombone en tuba), Benny Ludemann en Bennie Bosman (drums).

Aangekondigd als de laatste show. Toon staat 50 jaar op de planken waarvan 25 jaar solo. Hij kijkt vooral terug op zijn eigen leven en werk. De goochelaar, de straatmuzikant, de typetjes, alle vertrouwde gezichten uit vorige shows komen voorbij, en ook toneelmeester Johnny.

Eind 1984 krijgt Coen van Nassau in Nijmegen een hartaanval en overlijdt ter plekke. De resterende voorstellingen wordt hij opgevolgd door Carol Schulze. Velen vragen zich af of dit echt Toons laatste show is, dan wel of hij zich zal terugtrekken in Frankrijk om te schilderen.

1985
Toon raakt zijn stem kwijt en moet de rest van de voorstellingen afzeggen. In september ondergaat hij een hartoperatie.

1989
One Man Show 10 (Altijd zal ik van je houden), met voor de pauze aanvankelijk Theater Pittoresque, een gezelschap onder leiding van Maurice Hermans. Combo olv Coen van Orsouw jr., met verder Edwin Corzilius (bas), Benny Ludemann, Erik Vlasblom (toetsen), Bennie Bosman en Hans Koppes (trombone, tuba en eufonium).

'De beste show uit mijn leven,' zegt Toon, 'omdat ik me niet zo aanstel. Meer recht voor z’n raap dan ooit. Dat komt toch ook door de leeftijd. Het begint nu pas ergens op te lijken. Ik streef het gewone gesprek na. Niemand kan zo met het publiek omgaan als ik. Daarom kan ik ook in Carré staan. Ik kan iedereen op schoot nemen.'

Toon is intussen onder het mes gegaan, een bypassoperatie, maar heeft er toch weer zin in. Jonge cabaretiers dragen hem op handen en hij maakt een rustige, opgewekte indruk. Hij schuwt niet langer ernst en melancholie. Op het einde van Ik ben iemand van een kleine stad staart hij peinzend in de zaal terwijl de tuba het motiefje van het Limburgse volkslied Waar in ’t bronsgroen eikenhout speelt. Zonder dat hij iets aangeeft, begint het publiek mee te zingen, iedere avond weer. Telkens kijkt Toon verrast op en ondergaat het als een kleine hommage aan de landstreek waar zijn talent ontsproten is.

In oktober 1990 stopt Toon met de show omdat zijn vrouw Rietje ernstig ziek is. Kort daarna sterft ze. Het liedje Jij bent mijn hemel is zijn ultieme liefdesverklaring, iedere avond aangekondigd met de woorden 'voor haar'.

1992
One Man Show 11 (Ik heb je lief). Met op drums Peter Berk in plaats van Bennie Bosman. Toon is 75 en sinds kort weduwnaar. 'Ik ben hier niet heen gekomen om mijn verdriet uit te stallen,' schrijft hij in het programmaboekje, 'maar ook niet om weer volop de zot te spelen. Om mijn verlies te kunnen dragen, heb ik iets gedaan, wat ieder ander mens in mijn plaats waarschijnlijk ook zou hebben gedaan: hard werken, aan deze avond.'

Ontroerend en zonder een spoor vals sentiment bezingt en bespreekt Toon zijn liefde voor het leven, voor de medemens en hoewel hij haar naam niet noemt, wordt het programma gevoed door zijn liefde voor Rietje. ‘Over de liefde wil ik zingen’, begint hij; Ik geloof is daadwerkelijk een geloofsbelijdenis. Toon Hermans probeert alle mensen persoonlijk te raken in hun verdriet, en hun te vertellen dat niets alleen maar kapotgaat.

Na de pauze geeft het publiek zich opnieuw graag over aan de lach. Toon heeft het weer eens over zijn jeugdleed, het gedrag van gefantaseerde ooms en tantes en het Sinterklaasfeest. Hij praat frivool nep-Frans en -Engels en zingt samen met het publiek zijn evergreen 24 rozen.

Maar het verdriet wordt Toon vaak te machtig. 'De muzikanten zaten letterlijk te janken achter mij. (...) Het orkest speelde Lente me, Zomer me, September me, Winter me. Er kwam niks meer uit. Ik hield mijn handen voor mijn gezicht. En zei, heel zachtjes, tie-die-da, tie-die-da, tie-die-da, het hele liedje uit. Ik kon geen woord meer zingen. Ik dacht aan Rietje en toen de eerste tranen kwamen werd het allemaal heel mistig. Ik stond daar maar op het toneel en deed niets meer. Op een gegeven moment voelde ik dat mijn lichaam werd opgetild en door de ruimte zweefde naar een stoel achter het podium. Daar liet ik dikke tranen over mijn wangen lopen en zei: Doe de lichten maar aan. Ik ga naar huis.'

1993
Toon Hermans stopt abrupt met de show.

1996
In de Stadsschouwburg van Heerlen gaat de twaalfde en laatste onemanshow van Toon in première. Marc van Rooij speelt bas en contrabas, de rest van de band is ongewijzigd.

Niemand verwachtte nog een nieuwe voorstelling van Toon. Er is een prachtig boek verschenen met zijn schilderijen; hij wordt overal gehuldigd en jonge cabaretiers vragen de zegen van de oude meester. Van Youp van 't Hek en Freek de Jonge weten we dat Toon Hermans hen geïnspireerd heeft om in het vak te stappen. In het tv-programma Een nieuwe jas interpreteren hedendaagse artiesten werk van Toon. Zelf heeft hij naar eigen zeggen in een half jaar 167 liedjes geschreven; zijn manier om de dood van zijn geliefde Rietje te verwerken. Toon droomde van een tour de chant naar Frans model, anderhalf uur liedjes zonder pauze. Hij besluit uiteindelijk om na de pauze toch ook een paar conferences te houden maar die kunnen de intense, weemoedige stemming van de liedjes niet verhullen. Hoogtepunten zijn Pidelom, een klank die een groot verlies blijkt te vertegenwoordigen, het verstilde liefdeslied Zij dekte de tafel en In 't graas van de wei, in het Sittards, over zijn laatste rustplaats. Het is het laatste nummer van de laatste show. 'Veranderd is er weinig,' schreef Het Parool, 'of het moet zijn dat Toon nog meer dan vroeger mens onder de mensen is geworden, zonder pretenties, met zijn ellende en verdriet. Golven van ontroering rolden bij herhaling door het publiek en bij liedjes als De zon gaat op waren er zakdoekjes.'

2000
Toon Hermans overlijdt op 22 april.

Avez-vous des renseignements supplémentaires, des corrections ou des questions concernant Antoine Gerard Theodore "Toon" Hermans?
L'auteur de cette publication aimerait avoir de vos nouvelles!


Barre chronologique Antoine Gerard Theodore "Toon" Hermans

  Cette fonctionnalité n'est disponible que pour les navigateurs qui supportent Javascript.
Cliquez sur le nom pour plus d'information. Symboles utilisés: grootouders grand-parents   ouders parents   broers-zussen frères/soeurs   kinderen enfants

Ancêtres (et descendants) de Antoine Gerard Theodore Hermans


Avec la recherche rapide, vous pouvez effectuer une recherche par nom, prénom suivi d'un nom de famille. Vous tapez quelques lettres (au moins 3) et une liste de noms personnels dans cette publication apparaîtra immédiatement. Plus de caractères saisis, plus précis seront les résultats. Cliquez sur le nom d'une personne pour accéder à la page de cette personne.

  • On ne fait pas de différence entre majuscules et minuscules.
  • Si vous n'êtes pas sûr du prénom ou de l'orthographe exacte, vous pouvez utiliser un astérisque (*). Exemple : "*ornelis de b*r" trouve à la fois "cornelis de boer" et "kornelis de buur".
  • Il est impossible d'introduire des caractères autres que ceux de l'alphabet (ni signes diacritiques tels que ö ou é).



Visualiser une autre relation

Les données affichées n'ont aucune source.

Des liens dans d'autres publications

On rencontre cette personne aussi dans la publication:

Sur le nom de famille Hermans

  • Afficher les informations que Genealogie Online a concernant le patronyme Hermans.
  • Afficher des informations sur Hermans sur le site Archives Ouvertes.
  • Trouvez dans le registre Wie (onder)zoekt wie? qui recherche le nom de famille Hermans.

Lors de la copie des données de cet arbre généalogique, veuillez inclure une référence à l'origine:
Serge van Nuijs (Antwerpen), "Généalogie takken "van Nuijs" en "Hoogers"", base de données, Généalogie Online (https://www.genealogieonline.nl/genealogie_nuijs_hoogers/I86186.php : consultée 23 septembre 2024), "Antoine Gerard Theodore "Toon" Hermans (1916-2000)".