1801 Bankemployee
koopman-reder te Serampoer en Calcutta
1816/1817 koopman te Batavia
Il est marié avec Elisabeth Christina Frederikke Schmidgall.
Hij trouwt te Batavia (ten huize van mevrouw Caulier; ingezegend door Dr. J.Th. Ross)
Ils se sont mariés le 11 juillet 1813 à Batavia, Indonesië .
Enfant(s):
Testament d.d. 29 februari 1856. "Op verlangen van zijne moeder eene militaire carriere begonnen, doch heeft dezelve omtrent 1798 weder verlaten om zijne doofheid."
1801 Bankemployee bij Handels Hemmert te Kopenhagen.
Als scheepsjongen met de Deense Aziatische Compagnie naar Deens Oost-Indië; daarna koopman-reder te Serampoer en Calcutta, "waar hij een goed vermogen verdiende". "Doch in 1808, gereedstaande om van Serampoer te vertrekken was er des avonds op 's Konings verjaardag een groot bal op de vloot, die aan de reede lag. Hij was daarbij tegenwoordig, doch om zijne doofheid weinig smaak in het feest vindende, gaat hij vroeg naar de wal om te gaan slapen. Weder wakker wordende ziet hij de Engelse vlag van het fort waaijen. De oorlog was onverwacht uitgebroken. De Engelschen hadden daarvan reeds vroeg tijding en waren met een compagnie soldaten van Calcutta op zes uren afstand het fort komen bezetten zonder slag of stoot, terwijl alles op de vloot aan het dansen was. Hij raakt daardoor opeens zijn gehele vermogen kwijt, hetgeen in handen der Engelschen was. Om in zijn behoeften te voorzien moest hij toen geld lenen.
Na eenige tijd is hij op goed geluk naar Batavia gegaan, waar hij door den Heer Timmerman Thijssen, een oud vriend en zeer rijk, herkend werd, die hem voorstelde om zich met hem te associeren".
Hij komt einde december 1811 in Batavia aan, adres: Rijswijk. Wordt vermeld als "Merchant" met opmerking: "a burger of the town of Bauffin in Scotland," .
Tot 1816/1817 koopman te Batavia in het Handelshuis Timmerman Thijssen en Westermann, agenten van de Firma Palmer en Co. te Calcutta Daarna reder, groothandelaar en eigenaar van de suikerraffmaderij "Phoenix" te Kopenhagen.
06-10-1851 Ridder Danebrogsorde.
Amateur entomoloog met een der grootste entomologische verzamelingen van zijn tijd (45.000 insecten, waarvan 31.000 kevers).
Van 1821-1838 als volontair werkzaam in het Natuurhistorische Museum.
Les données affichées n'ont aucune source.