Il est marié avec Maria ("Mia") Frederika Wardenaar.
Ils se sont mariés le 3 octobre 1887 à Kediri (East Java), Indonesia, il avait 25 ans.
Enfant(s):
Called "Willem" by friends and family.
The Zaltbommel records show him to have gone to live with a widow Sanders in Leyden (Leiden) on November 30, 1877, when he was 15 years old.
He became an accomplished concert pianist and during a concert tour of what was then the Dutch East Indies, he became fed up with the pianos he was asked to play on. They were usually European pianos that did not stand up too well to tropical conditions. He saw an opportunity and turned out to have an excellent head for business, setting up a piano factory in Surabaya, making tropical hardwood ("jati", or teak) pianos that were better able to survive in the local environment. Originally he was more interested in importing and selling pianos and other musical instruments, setting up the fa. W. Naessens & Co. in 1891. But very soon he also began to build pianos himself, eventually taking over the John Corsmit factory in Surabaya in 1903. In 1897 he had already opened another branch - and factory - in Batavia (now Jakarta), followed by more branches in Semarang and Medan (1911) and eventually Jocyakarta (1913).
In 1936, there was also a Naessens & Co branch at Bragaweg 71 in Bandung, telephone number Bd 378.
In the meantime he had moved to Holland in 1911 to set up a sales organisation there, selling Naessens pianos and other pianos of German manufacture, in partnership with Duwaer.
From an Internet advertisement (Pamela's Music - "Musical Instruments for sale") - September 2003:
It offered a flute that had the logo Naessens & Co stamped on it, which would have made it a fairly rare instrument because the Naessens factory (and piano dealership) was not generally known to be dealing in such instruments. It certainly seems unlikely that this flute would have been made in one of the Naessens piano factories:
"Fw046 Wooden flute
An ebony wooden flute. I think circa 1900. 8 key, metal inserts to the holes, tuning slide. Stamped Naessens & co, Batvia Sobrabaya. In good condition. No cracks. All keys good. Old pads so lower notes difficult. £225"
The telephone directory of Baarn, Soest and Soestdijk in 1915 has him listed with the number 319, and living at "Hillgrove" (the name of his villa) in Soest.
From the memoirs of J.G. Kerlen: (in 1894)
"Al spoedig maakte ik kennis (in Batavia) met de broer van Agnes, die een grote piano en muziekhandel (!!!) had te Rijswijk in het oude bekende huis van Suermond; hij was een goed pianist, doch had zich bij aankomst te Soerabaja toen hij met pianolessen niet genoeg verdiende, geworpen op het vervaardigen van pianos in Indie, daartoe geleid door de omstandigheid, dat het meerendeel der Europeesche houtwerken door klimaatsinvloeden en insecten ( witte mieren en boeboek ) werden vernield. Hij paste daarom voor de kasten en zoveel mogelijk ook voor het binnenwerk der pianos djatiehout toe en had het succes, dat zijn zaak weldra een hoge vlucht nam en hij te Semarang en Batavia branches er van kon oprichten.
Willem Naessens was gehuwd met een Indische vrouw, Marie Wardenaar genaamd, die hem trouw in zijn werk en administratie ter zijde stond en ook artistiek was aangelegd; ze kwamen dikwijls bij ons en dan begeleidde Willem zijn goed zingende vrouw op de piano, gaf nu en dan een obligaatje of maakte met mij een quatre-mains; het waren vrij gezellige avonden."
In 1913, the W. Naessens & Co. building became the scene of a one of a series of strikes organised by the Sarekat Islam, an indigenous Indonesian party that campaigned for social and economic emancipation of the local native population. The strike in 1913 backed demands for higher pay, a free Friday afternoon (so workers could attend prayers in the mosques) and better social/economic circumstances generally.
From the Internet website of the Pianola Museum in Amsterdam:
Sinds 2001 ontvangt het museum een structurele bijdrage in de exploitatiekosten van de Gemeente Amsterdam. Het museum is gevestigd in een voormalig politiebureau, dat gebouwd werd in 1905. In het gebouw herinneren alleen de vier arrestantencellen aan deze vroegere functie. Thans zijn ze in gebruik om de uitgebreide collectie muziekrollen in verzekerde bewaring te houden.
In de bloeitijd van de pianola was Amsterdam een belangrijk centrum voor de handel in deze instrumenten. Grote pianozaken als Bender, Duwaer en Naessens, Goldschmeding en Kettner beleefden topdagen in hun omzet, dankzij de verkoop van pianola's. Allen hielden zij er een uitgebreide rollenbibliotheek op na. De abonnees, verspreid over het hele land, ontvingen de trommels of kisten met 12 of 24 rollen per bode. De fa. Duwaer en Naessens en de fa. Philipps-Frati leverden de zogenaamde elektrische piano's en orchestrions die in talrijke uitgaansgelegenheden de muziek verzorgden.
Died in a car accident in Woerden, death certificate issued in Soest on 3 February 1915, certificate number 16, 'toegangnummer' 463, 'inventarisnummer' 450. It was one of the first fatal car accidents in The Netherlands. Accompanied by his wife, W.J.T. Naessens was in the backseat of his car, driven by a chauffeur. There was a glass partition between the front and back seats and just when he bent forward because he wanted to say something to the driver, the car hit a bump in the road and his head smashed through the glass partition. Shards of glass cut an artery in his neck and he bled to death in his wife's lap.
It would appear that the Naessens piano factory, in Surabaya at least, had already been in existence under the "John Corsmit" name. Een Corsmit descendant, Theo Corsmit, wrote in May 2004 on his website:
"Mijn grootvader / stamvader Johannes Jacobus Corsmit, geboren op 4 april 1852 te Vlissingen, emigreerde naar Nederlands-Indië en huwde omstreeks 1884 een van Duitse origine Marine-officiersdochter uit Soerabaja: Elisabeth Petronella Schell, geboren te Soerabaja op 17.11.1863 en overleden tijdens de Tweede Wereldoorlog op haar 81st levensjaar in het Japanse uithongeringskamp Ambarawa 6! Mijn grootvader stichtte in Soerabaja de (eerste) piano-fabriek onder de naam John Corsmit die door zijn overlijden op 30 maart 1903 te Soerabaja, overging op de Fa. W.Naessens & Co. te Soerabaja. Het smakelijk geschreven boek van Hans van de Wal, dat het leven uit die jaren in Soerabaja beschrijft, (Indië in den Goeden Ouden Tijd) [Drukkerij NIX] (1) vermeldt mijn grootvaders exuberantie als hij expliciet de djati-houten- schenking aan het Koninklijk huis bij wijze van reclamestunt vermeldt."
Citaat over de "Bataviasche Tentoonstelling" deel I pagina 160 3e alinea:
"Wat tegenwoordig doodgewoon lijkt - een piano met djatihouten kast - was op de Bataviasche Tentoonstelling iets geheel nieuws. De eerste, die zoo'n Tropenpiano hier vervaardigde, was de Soerabajasche pianohandelaar John Corsmit. Het mechanisme liet hij uit Europa komen, de rest was Indisch maaksel."
De pianola in Amsterdam
Sinds 2001 ontving het museum een structurele bijdrage in de exploitatiekosten van de Gemeente Amsterdam. Helaas is deze subsidie wegens de 'bezuinigingen' m.i.v. 2005 weer ingetrokken. Dit onverantwoordelijke gemeentelijke beleid t.a.v. een bijzonder deel van ons culturele erfgoed noodzaakt ons wellicht in de toekomst het museum naar elders te verhuizen.
Het museum is gevestigd in een voormalig politiebureau, dat gebouwd werd in 1905. In het gebouw herinneren alleen de vier arrestantencellen aan deze vroegere functie. Thans zijn ze in gebruik om de uitgebreide collectie muziekrollen in verzekerde bewaring te houden.
In de bloeitijd van de pianola was Amsterdam een belangrijk centrum voor de handel in deze instrumenten. Grote pianozaken als Bender, Duwaer en Naessens, Goldschmeding en Kettner beleefden topdagen in hun omzet, dankzij de verkoop van pianola's. Allen hielden zij er een uitgebreide rollenbibliotheek op na. De abonnees, verspreid over het hele land, ontvingen de trommels of kisten met 12 of 24 rollen per bode. De fa. Duwaer en Naessens en de fa. Philipps-Frati leverden de zogenaamde elektrische piano's en orchestrions die in talrijke uitgaansgelegenheden de muziek verzorgden.
In de twintiger jaren bereikte de pianola-industrie het hoogtepunt van de produktie. In de VS was in 1925 meer dan de helft van de nieuw gebouwde instrumenten voorzien van een automatisch speelapparaat.
Ook in Nederland was de verkoop in die jaren het grootst. Gedurende korte tijd heeft de firma Hollandia hiervan kunnen profiteren.
In 1928 liep de verkoop al zo terug (de komst van de radio en de elektrificatie van opname en weergave van de grammofoonplaat waren hier debet aan), dat de fabrikant de moed opgaf. Hij deed zijn bedrijf over aan een werknemer, Carl Hubert, die het maken van muziekrollen voortzette in de firma Euterpe.
Huber was in 1923 uit Duitsland gekomen om bij Hollandia muziekrollen te fabriceren en begon na de sluiting van dit bedrijf zijn eigen rollenfabriekje. Hij koos de firmanaam Euterpe en vestigde zich in 1928 op het adres Prinsengracht 263, thans beter bekend als het Anne Frank Huis. De firma Euterpe specialiseerde zich in het maken van rollen voor de elektrische piano's en orchestrions, die in allerlei uitgaansgelegenheden stonden. Omdat de fabrikanten in de daaropvolgende jaren hun produktie staakten, was de firma Euterpe de enige leverancier in Nederland van de nieuwste tophits en meezingers.
Eind 1939 verliet Euterpe het pand Prinsengracht 263. Na een korte leegstand huurde de vader van Anne Frank het pand om er zijn bedrijf te vestigen. Zo kon enkele jaren later het achterhuis ervan gaan dienen als onderduikadres.
De firma Euterpe heeft nog korte tijd bestaan op het adres Borgerstraat 89.
The original "Naessens Muziekhandel" in Surabaya continued to operate right up to the day the Japanese marched into Surabaya in February 1942.
Willebrordus Josephus Theodorus Naessens | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1887 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maria ("Mia") Frederika Wardenaar |
Les données affichées n'ont aucune source.