Woudwyk Genealogía » Egbert Ottes Douma Douwama Douwema Oenema van Klant Clant van Hanckema de Harkstede thoe Scharmer ,Heer van Nittersum,hoofdelingen te Scharmer,Clantstate (ek: Herckema heerd, Herckemastins of Ausburgh (-1590)

Personal data Egbert Ottes Douma Douwama Douwema Oenema van Klant Clant van Hanckema de Harkstede thoe Scharmer ,Heer van Nittersum,hoofdelingen te Scharmer,Clantstate (ek: Herckema heerd, Herckemastins of Ausburgh 


Household of Egbert Ottes Douma Douwama Douwema Oenema van Klant Clant van Hanckema de Harkstede thoe Scharmer ,Heer van Nittersum,hoofdelingen te Scharmer,Clantstate (ek: Herckema heerd, Herckemastins of Ausburgh

He is married to Atke Ath Janckes Burmania van Douma Douwama Oenema Onama van Graelda Gralda.

They got married in the year 1567 at Frysland, Nederland, he was 17 years old.


Child(ren):



Notes about Egbert Ottes Douma Douwama Douwema Oenema van Klant Clant van Hanckema de Harkstede thoe Scharmer ,Heer van Nittersum,hoofdelingen te Scharmer,Clantstate (ek: Herckema heerd, Herckemastins of Ausburgh

Heer van Nittersum,lid st.ommelanden,landraad van de Hertog.


Señor de Nittersum párrafo st.ommelanden, consejero del duque.


---------------------------------------------------------------------------


hoofdelingen te Scharmer.


-----------------------------------------------------------------------------------------


De grafsteen van zijn in 1605 overleden vrouw Atke van Douma ligt nog ter plaatse van de in 1824 afgebroken kerk.


--------------------------


La lápida de su esposa fallecida en 1605 atke de Douma sigue siendo el sitio de la iglesia demolida en 1824.


--------------------------------------------------------------------------------------------------------


Spouse: Atke Ath Janckes van Douma 1567,Frysland,Nederland.


 


Children:


Johannes van Clant.1595 - Died August 5, 1615 in Iens,Littenseradiel,Friesland,


Burial of Johannes,August 11, 1615,Langweer, Skarsterlân, Friesland.


 


- Maria van Clant 1552-16 mayo 1605.


--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Tammingahuizen (borg)


Tammingahuizen omstreeks 1700


Tammingahuizen of Tammingehuizen was de naam van een inmiddels verdwenen borg die heeft gelegen tussen Ten Post en Winneweer in het Groningse Fivelingo. De borg lag aan de oude Stadsweg.


In 1995 is archeologisch onderzoek gedaan op de plek van Tammingahuizen. Hierbij werden onder het niveau van de borggracht twee muurtjes op een houten constructie gevonden. Op het borgterrein werd aardewerk uit de 13e of 14e eeuw aangetroffen. De gevonden muren stammen ook uit die tijd.


Het huis heeft dus een verder onbekende voorganger gehad.


1 Geschiedenis


1.1 15e eeuw


1.2 16e eeuw


1.3 17e eeuw


1.4 18e eeuw


1.5 20e eeuw


2 Literatuur


Geschiedenis


15e eeuw


De eerste vermelding van de naam Tammingahuizen stamt uit 1447 wanneer er sprake is van Tyarck to Tammyngehusen. Uit de eerstvolgende eeuw is over Tammingahuizen niets overgeleverd al wordt een lid van de invloedrijke Groningse familie Clant, Egbert Clant, in verband gebracht met Tammingahuizen.


16e eeuw


In 1544 bezit Otto Clant, hoofdeling te Stedum en Scharmer, een heerd land, Tammingahuis genaamd. In 1564 is Otto's zoon Hendrik Clant door vererving eigenaar van Tammingahuizen. Hij woont met zijn vrouw Bele Froma op Tammingahuizen. Na het verraad van de Groninger stadhouder Rennenberg die het katholieke Groningen in 1580 aan Filips II uitleverde ontvluchtte de staatsgezinde Hendrik Clant de Ommelanden.


In 1587 wordt Tammingahuizen bij keerskoop verkocht. Koper is Hendriks broer Wigbolt Clant. Voor het eerst wordt Tammingahuizen dan omschreven als "een voorhuis en zijtkaemer, met poort, heem, grachten, zijlrechten, redgerrechten en alle heerlijkheden". Tammingahuizen is nu officieel één der Groninger borgen geworden. Het bijbehorende bezit wordt dan omschreven als 42 ½ gras groot. Tammingahuizen was in deze tijd door grachten omgeven en het huis bezat een poort en heminge. Het was ingeschreven in het Klauwboek.


17e eeuw


Wigbolt Clant overleed in 1617 waarna Tammingahuizen werd verkocht aan de familie Van Ewsum. In 1627 was Christoffel van Ewsum en in 1662 zijn zoon Ulrich van Ewsum eigenaar en daarmee ook hoofdeling en redger of rechter in Tammingahuizen en junker en hovelinck van Ten Post en Garrelsweer. Tammingahuizen was de hoofdzetel van de Van Ewsums. De borg is in 1677 afgebeeld op een wandkaart van de provincie Groningen die door Wilhelm en Frederik Coenders van Helpen werd versierd met afbeeldingen van borgen. De borg bestaat volgens de afbeelding uit twee haaks op elkaar staande vleugels in een T-vorm en is door een gracht omgeven. De rijke Van Ewsums bouwden de borg uit met een westelijk bijterrein waarop het schathuis, bedoeld om de oogst op te slaan, werd gebouwd. Na de aanleg van de Trekweg werd ook een Oostelijke toegangsweg naar de borg aangelegd. Na de dood van Ulrich erfden zijn dochter Johanna Emilia van Ewsum en haar man Rudolf Polman van Garreweer de borg.


18e eeuw


Na de dood van zowel Johanna Emilia als Rudolf Polman in 1719 erfde hun dochter Ida Johanna Polman de borg met de daaraan verbonden rechten en bezittingen. In 1721 trouwt deze Ida Johanna met Bernard Gruys. In 1732 stierf Ida Johanna bij de bevalling van een tweeling. Bernard Gruys stierf een jaar later. De borg werd gekocht door artilleriemeester Allard Lucas Gruys die geen directe familie was. In 1737 werden de goederen en rechten van Allard Lucas Gruys, met een waarde van in totaal 10.000 gulden, verkocht om zijn schulden af te lossen. Hierbij werden rechten en bezittingen gescheiden. De rechten, zoals collaties en eesterrechten worden gekocht door Egbert Rengers van Farmsum.


Het was mogelijk om deze rechten te scheiden en de machtige Groningse families bezaten door onderlinge huwelijken en de daardoor verkregen erfenissen meer borgen dan zij konden bewonen of onderhouden. De borg en de landerijen werden zonder de heerlijke rechten verkocht aan Jakob Themmen en zijn vrouw Hillegien Cornelis Cruisinga. Jakob Themmen, Gedeputeerde van de provincie Groningen, was een vermogend man met vele ambten. Het echtpaar bleef kinderloos. De borg wordt daarom voor een helft geërfd door de nazaten van Jakobs zuster, Dieuwer Themmen en voor de andere helft door de twee stiefzonen uit Hillegiens eerste huwelijk. Het lukte de gezamenlijke erfgenamen niet om Tammingahuizen te verkopen. Het onderhoud van een dergelijk huis was kostbaar. De gebroeders Cornelis en Brond Brontsema kochten 1765 Dieuwer Themmen uit. Vermoedelijk hebben de gebroeders de borg vervolgens gesloopt. Dat was een lot dat veel Groninger borgen in die tijd trof. Bouwmaterialen waren veel geld waard. De landerijen zijn in 1766 verkocht.


20e eeuw


De landerijen zijn na de sloop van het huis gebruikt als boerenland. In 1995 werd het borgterrein in zijn oude staat hersteld door Staatsbosbeheer.


Literatuur


Formsma, Wiebe Jannes et al. (1987), De Ommelander Borgen en Steenhuizen. pp. 500-502.


Immerseel, Ronald van, Historisch Jaarboek Groningen 2003, ISBN 90-232-4024-3


-------------------------------------------------------


Tamminga Casas ( depósito)


Tamminga Casas alrededor de 1700


Tamminga Casas o Tammingehuizen era el nombre de un depósito ahora desaparecido que había entre diez Post y Winneweer en Groningen Fivelingo . El depósito estaba en la antigua Calle urbana .


En 1995 , la investigación arqueológica en el sitio de Tamminga Houses. Estos fueron por debajo del nivel del canal de esclusas dos paredes encuentran en una construcción de madera . En la zona de depósito se encontró cerámica del siglo 13 o 14 . Las paredes también encontraron datan de esa época.


Así, la casa ha tenido un antecesor desconocido adicional.


1 Historia


1.1 del siglo 15


1.2 del siglo 16


1.3 del siglo 17


1.4 del siglo 18


1,5 siglo 20


2 Literatura


historia


siglo 15


La primera mención del nombre Tamminga casa data de 1447 cuando se Tyarck a Tammyngehusen . El próximo siglo es Tamminga Casas nada narrado ya un miembro de la influyente familia Clant Groningen , Egbert Clant , asociado con Tamminga Houses.


siglo 16


En 1544 Otto posesión Clant , ferroviario cabeza para Stedum y Scharmer , extrajo un país llamado Tamminga House. En 1564 , el hijo de Otto Henry Clant por herencia posee Tamminga Houses. Vive con su esposa Bele Froma en Tamminga Houses. Después de la traición de la Groninger gobernador Renneberg que el Groningen Católica extraditado en 1580 a Felipe II huyó del Henry pro - Estado Clant el distrito circundante.


En 1587 se Tamminga casas vendidas en el momento de la venta. El comprador es Hendriks hermano Wigbolt Clant . Durante los primeros Casas Tamminga continuación se describe como " una casa y zijtkaemer , con puerta , heme , canales , lado derecho , redgerrechten y todas las golosinas " . Casas Tamminga se ha convertido en uno de los Groninger almacenado oficialmente . La propiedad correspondiente se define entonces como 42 ½ hierba . Tamminga Casas fue en este momento rodeado de fosos y la casa tenía una puerta y heminge . Fue inscrito en el libro Claw .


siglo 17


Wigbolt Clant murió en 1617 después de Tamminga casa fue vendida a la familia Van Ewsum . En 1627 Christopher era Ewsum y en 1662 su hijo Ulrich propietario Ewsum y por lo tanto ferroviario cabeza y Redger o judiciales Tamminga Casas y junker y hovelinck de Ten Post y Garrelsweer . Tamminga House fue la sede de la Ewsums Van . El depósito es de 1677 representado en un mapa mural de la provincia de Groningen , que estaba junto a Wilhelm y Frederick Coenders por Ayudar decoradas con imágenes de garantes . El depósito consiste en la imagen de dos alas diametralmente opuestos que se colocan en forma de T y está rodeado por un foso . De los Ewsums ricos construido el depósito con un mordedor occidental puro que el almacén , destinado a salvar la cosecha fue construido. Después de la construcción de la Trekweg también se construyó una entrada oriental al depósito . Después de la muerte de su hija Johanna Ulrich heredó Ewsum de Emilia y su marido Rudolf Garre tiempo Polman del depósito.


siglo 18


Después de la muerte de ambos Johanna Emilia como Rudolf Polman en 1719 a su hija Ida Johanna Polman heredó el depósito de los derechos y bienes asociados. En 1721 se casa con Ida Johanna esto con Bernard Gruys . En 1732 Ida Johanna murió al dar a luz a gemelos. Bernard Gruys murió un año después. El depósito fue comprado por artillería maestros Allard Lucas Gruys que no era de la familia inmediata. En 1737 , la propiedad y los derechos de Allard Lucas Gruys , con un valor total de 10.000 florines , que se vende para pagar sus deudas. Estos derechos y posesiones fueron separados . Los derechos, las colaciones y eesterrechten ser adquiridos por Egbert Rengers de Farmsum .


Fue posible separar estos derechos y las familias poderosas Groningen poseído por los matrimonios mixtos y los legados obtenidos de este modo más seguro de lo que podían habitar o mantenidos. El depósito y tierras de cultivo eran deliciosos y sin los derechos vendidos a Jacob y su esposa Themmen Hillegien Cornelis Cruisinga . Jacob Themmen , Comisionado de la provincia de Groningen , era un hombre rico , con muchas oficinas . La pareja no tuvo hijos . Por tanto, el depósito es un medio heredado por los descendientes de la hermana de Jacob , Dieuwer Themmen y la otra mitad por dos hijastros de Hillegiens primer matrimonio. Los coherederos no pudo vender . Tamminga Casas El mantenimiento de esa casa era preciosa . El Cornelis y hermanos Brond Brontsema compró 1.765 Themmen Dieuwer cabo . Presumiblemente , los hermanos del depósito y luego demolidos . Esa fue una suerte que muchos Groninger almacenado en ese momento superaba . Materiales de construcción valían mucho dinero . Las tierras fueron vendidas en 1766.


siglo 20


La tierra después de la demolición de la casa utilizada para el cultivo. En 1995 , el sitio de depósito a su estado anterior restaurada por la Comisión Forestal .


literatura


Formsma , Jannes Wiebe et Stone Houses al (1987) , El Ommelander Borgen y . pp 500-502 .


Immerseel , Ronald , Groningen histórico Anuario 2003 , ISBN 90-232-4024-3


--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Tammingahuizen


De borg Tammingahuizen heeft gelegen tussen Kroddeburen en Winneweer en lag aan de oude Stadsweg. De borg kent een rijke geschiedenis.


15e eeuw


De eerste vermelding van de naam Tammingahuizen stamt uit 1447, wanneer de brionnen spreken van de persoon Tyarck to Tammyngehusen, In 1481 komen we zo ook ene Ywe to Tammyngehus tegen. Over beide personen is weinig bekend. Hoewel Tammingahuizen in de geschreven bronnen voor het eerst in de 15e eeuw genoemd wordt, is het aannemelijk dat het huis een voorganger heeft gekend. In 1995 is archeologisch onderzoek gedaan op de plek van Tammingahuizen. Hierbij werden onder het niveau van de borggracht twee muurtjes op een houten constructie gevonden. Daarnaast is op verschillende plaatsen op het borgterrein materiaal uit de late middeleeuwen aangetroffen. Het gaat om aardewerk, te dateren in de 13e en 14e eeuw. De gevonden muren stammen ook uit die tijd.


16e eeuw


In 1544 bezit Otto Clant, hoofdeling te Stedum en Scharmer, een heerd land, Tammingahuis genaamd. Mogelijk dat de borg al eerder in bezit was van deze familie Clant. In de 15e eeuw wordt namelijk ene Egbert Clant in verband gebracht met Tammingahuizen. In 1564 is Otto's zoon Hendrik Clant eigenaar van Tammingahuizen. Hij woont met zijn vrouw Bele Froma op Tammingahuizen. Met het verraad in 1580 van de Groninger stadhouder Rennenberg, wijkt de staatsgezinde Hendrik uit.


In 1587 wordt Tammingahuizen bij keerskoop verkocht. Koper is Hendrik's broer Wigbold Clant. Voor het eerst wordt Tammingahuizen dan omschreven als een voorhuis en zijtkamer, met poort, heem, grachten, zijlrechten, redgerrechten en alle heerlijkheden. Het bijbehorende bezit wordt dan omschreven als 42 1/2


gras groot. Op basis hiervan weten we dat Tammingahuizen door grachten omgeven was en een poort en heminge bezat.


17e eeuw


In 1617 overlijdt Wigbolt Clant, waarna Tammingahuizen wordt verkocht. De borg komt dan in het bezit van de familie van Ewsum. In 1627 komen we als eigenaar Christoffel van Ewsum (Overleden 1644) tegen en in 1662 zijn zoon Ulrich van Ewsum (overleden 1706) Ulrich van Ewsum was een belangrijk man. Hij was heer van Tammingahuizen en jonker en hovelinck van Ten Post en Garrelsweer. Tammingahuizen was de hoofdzetel van de Van Ewsums. We weten hoe Tamminagahuizen er uit heeft gezien onder de Van Ewsums. De borg is namelijk afgebeeld op een wandkaart van de Provincie Groningen gemaakt door Wilhelm en Frederik Coenders van Helpen uit 1677-1678.


De borg bestaat uit twee haaks op elkaar staande vleugels in een T-vorm en is door een gracht omgeven. Onder de Van Ewsums krijgt het borgterrein zijn huidige gedaante. Was er eerst alleen sprake van een noordelijk en zuidelijke borgstee, onder de Van Ewsums wordt de borg uitgebreid met een westelijk bijterrein waarop het schathuis kwam te staan.


Overzicht van het borgterrein:


B Borgstee


C Hoofdgracht


D Tussengracht


E Bijterrein


F Bijgracht


G Singel


I Singelsloot


J Laan tussen stadsweg en borgterrein


L Stadsweg


M Laan tussen trekweg/rijksweg en borgterrein


O Trekweg/rijksweg langs Damsterdiep


P Damsterdiep


Als gevolg van de aanleg van de trekweg wordt ook een oostelijke toegangsweg naar de borg aangelegd. Na de dood van Ulrich erft zijn dochter Johanna Emilia van Ewsum (1659-1719) en haar man Rudolf Polman van Garreweer (overleden 1719) de borg.


18e eeuw


Na de dood van zowel Johanna Emilia als Rudolf Polman in 1719 erft hun dochter Ida Johanna Polman (1689-1732) de borg. In 1712 trouwt Ida Johanna met bernhard Gruys (1694-1733). In 1732 overlijdt Ida Johanna bij de bevalling van een tweeling. Bernard Gruys sterft een jaar later. De erfenis van Bernard was vermoedelijk bezwaard met leningen, wat tot verkoop van de borg leidt. De borg wordt gekocht door artilleriemeester Allard Lucas Gruys. Dit is overigens geen directe familie van Bernard Gruys.


In 1737 worden noodgedwongen de goederen en rechten van Allard Lucas, met een waarde van in totaal 10.000 gulden, verkocht om schulden af te lossen.


Hierbij worden de rechten en bezittingen gescheiden. De rechten , zoals collaties en eesterrechten worden gekocht door Egbert Rengers van Farmsum (overleden 1745). De borg en de landerijen worden verkocht aan Jakob Themmen (1685-1764) en zijn vrouw Hillechien Cornelis Cruisinga (1685-1764). Jakob Themmen is een vermogend man met vele ambten.Zo is hij gedeputeerde van de provincie Groningen. Themmen krijgt geen kinderen. De borg wordt daarom voor een helft geërfd door de nazaten van Jakob's zuster, Dieuwer Themmen en voor de andere helft door de twee stiefzonen uit Hillechien's eerste huwelijk. Het lukt de gezamenlijke erfgenamen niet om Tammingahuizen te verkopen. De gebroeders Cornelis en Brond Brontsema kopen daarop in 1765 het erfrecht van Dieuwer Themmen. Vermoedelijk hebben de gebroeders de borg vervolgens gesloopt en de landerijen verkocht. De kanderijen zijn daarna gebruikt als boerenland. In 1995 werd door Statsbosbeheer, dan eigenaar van het gebied, het borgterrein in zijn oude staat hersteld.


Bovenstaande tekst is een bewerking van: Historisch Jaarboek Groningen 2003, Ronald van Immerseel, ISBN 9-232-4024-3.


-------------------------------------------------------


Tamminga Casas


El depósito está situado entre Kroddeburen Tamminga Casas y Winneweer y estaba en la antigua Ruta Urbana. El depósito tiene una rica historia .


siglo 15


La primera mención del nombre Tamminga casa data de 1447, cuando el brionnen hablar de la persona Tyarck a Tammyngehusen , En 1481 también venimos como uno YWE a Tammyngehus contra . Poco se sabe acerca de cualquiera de las personas . Aunque Tamminga Casas mencionan por primera vez en fuentes escritas en el siglo 15 , es probable que la casa ha tenido un predecesor . En 1995 , la investigación arqueológica en el sitio de Tamminga Houses. Estos fueron por debajo del nivel del canal de esclusas dos paredes encuentran en una construcción de madera . Además se encuentra en varios lugares en la Baja Edad Media hasta el material del sitio de depósito. Está fechada en los siglos 13 y 14 . Pottery, Las paredes también encontraron datan de esa época.


siglo 16


En 1544 Otto posesión Clant , ferroviario cabeza para Stedum y Scharmer , extrajo un país llamado Tamminga House. Posible que el depósito estaba ya en posesión de esta Clant familia. En el siglo 15 , es decir, un Egbert Clant asocia con Tamminga Houses. En 1564 , el hijo de Henry Clant propietario Tamminga Casas de Otto . Vive con su esposa Bele Froma en Tamminga Houses. Con la traición en 1580 del Groninger gobernador Renneberg , el pro - Estado difiere de Henry .


En 1587 se Tamminga casas vendidas en el momento de la venta. El comprador es hermano Wigbold Clant de Henry. Durante los primeros Casas Tamminga continuación se describe como una habitación de la casa y el arte, con la puerta , heme , canales, lado derecho, redgerrechten y todas las delicias. La propiedad correspondiente se describe entonces como 42 1/2


hierba. Sobre esta base , sabemos que Tamminga casas estaban rodeadas por un foso y una puerta y heminge poseían.


siglo 17


En 1617 Wigbolt Clant , muere después de Tamminga casas vendidas . El depósito se encuentra entonces en la posesión de la familia de Ewsum . En 1627 tenemos como propietario de Christopher Ewsum (fallecido el 1644 ) y en 1662 por su hijo Ulrich Ewsum (fallecido en 1706 ) Ulrich Ewsum era un hombre importante. Él era el señor de Tamminga Casas y escudero y hovelinck de Ten Post y Garrelsweer . Tamminga House fue la sede de la Ewsums Van . Sabemos cómo Tamminagahuizen no ha visto bajo la Ewsums Van a cabo . El depósito es de hecho representado en un mapa mural de la provincia de Groningen realizada por Wilhelm y Frederick Coenders de ayuda 1677-1678 .


El depósito consta de dos alas diametralmente opuestos que se colocan en forma de T y está rodeado por un foso . Bajo los Ewsums Van obtener el área de depósito de su forma actual. Primero fue sólo hablar de un norte y el sur de depósito stee , bajo el Van Ewsums el depósito ampliado con un mordedor western puro que la casa del tesoro llegó; a ser.


Información general sobre el sitio de depósito :


B Borgstee


C Hoofdgracht


D Entre el Canal


E Rein mordedor


F Bijgracht


T Singel


I Singel Sloot


J Avenue entre la ciudad por carretera y sitio seguro


L Stadsweg


M Avenue entre la trayectoria de corte / carretera y sitio seguro


O Trekweg / carretera a lo largo Damsterdiep


P Damsterdiep


Como resultado de la construcción de la trayectoria de corte también se construye una entrada oriental al depósito . Después de la muerte de su hija Johanna Ulrich de Emilia Ewsum (1659-1719) y su marido Rudolf Polman de Garre tiempo (fallecido en 1719 ) hereda el depósito.


siglo 18


Después de la muerte de ambos Johanna Emilia como Rudolf Polman en 1719 a su hija Ida Johanna Polman ( 1689-1732 ) hereda el depósito. En 1712 se casó con Ida Johanna con Gruys Bernhard ( 1694-1733 ) . En 1732 Ida Johanna muere al dar a luz a gemelos. Bernard Gruys muere un año después. El legado de Bernard probablemente estaba cargada de préstamos , lo que lleva a las ventas del depósito. El depósito es comprado por artillería maestros Allard Lucas Gruys . Esto no es una familia directa de Bernard Gruys .


En 1737 se vio obligado a la propiedad y los derechos de Allard Lucas, con un valor total de 10.000 florines , que se venden para pagar las deudas .


Estos son los derechos y la propiedad separada. Los derechos, las colaciones y eesterrechten ser adquiridos por Egbert Rengers de Farmsum (fallecido 1745 ) . El depósito y el terreno vendido a Jacob Themmen (1685-1764) y su esposa Hillechien Cruisinga Cornelis ( 1685-1764 ) . Jacob Themmen es un hombre rico, con muchos ambten.Zo es comisario de la provincia de Groningen. Themmen no tiene hijos . Por tanto, el depósito es un medio heredado por los descendientes de la hermana de Jacob , Dieuwer Themmen y la otra mitad por dos hijastros del primer matrimonio de Hillechien . Se produce un error de los coherederos para vender. Tamminga Casas Los hermanos Cornelis y Brond Brontsema comprar luego en 1765 la sucesión de Dieuwer Themmen . Presumiblemente , los hermanos del depósito y luego demolida y el terreno vendido. Los siete filas se utilizan como tierras de cultivo. En 1995 , el entonces propietario de la zona , la tierra de depósito a su estado original restaurada por Estadísticas Forestales, .


El texto anterior es una adaptación de : Historical Anuario Groningen en 2003 , Ronald van Immerseel , ISBN 9-232-4024-3 .


----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


LYTSEWÂLD - AUGSBUURT


Provincie : Frieslân (Friesland)


Gemeente : Kollumerland en Nieuwkruisland


Het volgende dorpswapen is bekend :


Oorsprong/verklaring


De familie Clant, een invloedrijk hoofdelingengeslacht uit de Friese Ommelanden, hadden hier een stins, die de Clantburcht werd genoemd. Dit versterkte huis is na deze familie nog bewoond geweest door de geslachten Roorda, Van Scheltema en Van Aylva.


De rode gekanteelde schildzoom geeft deze stins weer, terwijl het veld het wapen van de familie Clant vertoont, waarbij de middelste vis op de schuinbalk is vervangen door een roos uit de wapens van Roorda en Van Aylva.


Literatuur : Scan van postzegel van Regiopost, Kollum; Wapen geregistreerd in het Genealogysk Jierboek 1976.


------------------------------------


LYTSEWÂLD AUGSBUURT


Provincia: Frieslân (Friesland)


Congregación: Kollumerland y Nieuwkruisland


Se conocen las siguientes armas ciudad:


Origen / declaración


El Clant familia, un influyente hoofdelingengeslacht Friesian Ommelanden, tenía aquí Stins, el mencionado del Clantburcht. Esta casa fortificada de esta familia ha sido habitada por generaciones Roorda van Scheltema y De Aylva.


Schildzoom asediado Red devuelve estos Stins mientras que el campo de las armas de la familia Clant muestra que los peces en el medio schuinbalk se sustituye con una rosa de los brazos de Roorda y De Aylva.


Literatura: sello escaneado de Regiopost, Kollum; armas registradas en el Genealogysk Jierboek 1976.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Clant


Familiewapen Clant


Clant is een oud adellijk geslacht van Hoofdeling uit Oost-Friesland en de Ommelanden.


 


1 Oorsprong


2 Stamvader


3 Vijftiende en zestiende eeuw


4 Huidige eeuw


5 Bekende telgen


6 Bronnen


 


 


De naam Clant komt uit de Ommelanden oorspronkelijk uit Groningen. In de veertiende eeuw kwam het geslacht Clant het eerst voor, en speelde een grote rol in de geschiedenis van Groningen. De Clanten woonden in Borgen en waren een soort ridders in hun tijd. Later kregen sommigen van het geslacht een adellijke titel een aantal leden werd burgemeester van Groningen. De bekendste Borgen waren Hanckemaborg, Tammingahuizen, Menkema en Nittersum. Het geslacht is nauw verwant met meerdere aanzienlijke, adellijke geslachten in Nederland, zoals Addinga, Coenders, Lewe, de Mepsche, Manninga, Rengers, Ripperda, Wicheringe.


Stamvader


De oudste (tot nu toe bekende) Clant is Hendrik Clant getrouwd met Anna Polman, die rond de dertiende eeuw leefden.


Vijftiende en zestiende eeuw


 


Het geslacht Clant was in de Vijftiende eeuw en zestiende eeuw het uitgebreidst en is daarna in de zeventiende eeuw een beetje in aantallen teruggelopen.


Huidige eeuw


De achternaam Clant is niet meer veel te vinden in Nederland, er zijn nog sommige die deze achternaam hebben. Vanaf de zestiende eeuw werd deze achternaam met een K geschreven (Klant in plaats van Clant), er werd in 1645 namelijk een Gerrit Jansz Klant vermeld. De Gronings-adellijke familie stierf evenwel in de eerste helft van de 19de eeuw uit met de op de Hanckemaborg geboren Josina Edzardina Jacoba Bindervoet-Clant van Hanckema.


Bekende telgen


Adriaan Clant


Otto Clant


Derk Jacob Clant


Edzard Jacob Clant


Johan Clant


----------------------


Clant


 


Escudo de armas de Clant


Clant es una antigua generación noble de heads-up de Frisia Oriental y Ommelanden.


 


1 Origen


2 Progenitor


3 siglos XV y XVI


4 siglo actual


5 telgen Famous


6 Fuentes


 


 


El nombre Clant abre la Ommelanden originario de Groningen. En el siglo XIV llegó a Clant sexo la primera vez, y jugó un papel importante en la historia de Groningen.El Clanten vivió de Borgen y eran caballeros amables con su tiempo. Más tarde, algunas de las relaciones sexuales un título nobiliario recibido un número de miembros era alcalde de Groningen. El famoso Borgen tenía Hanckemaborg, Tammingahuizen Menkema y Nittersum. El género está estrechamente relacionada con varias generaciones de nobles importantes en los Paí;ses Bajos, como Addinga Coenders vida, Mepsche, Manninga Rengers Ripperda, Wicheringe.


progenitor


El Clant más antigua (conocida hasta ahora) es Henry Clant casó con Anna Polman, vivió alrededor del siglo XIII.


Siglo XV y XVI


 


El sexo era Clant en el siglo XV y el siglo XVI tiene uitgebreidst y luego disminuyó en el siglo XVII, algunos números.


siglo actual


 


La última Clant no hay mucho que se encuentra en los Países Bajos, todavía hay algunos de estos apellidos. A partir del siglo XVI que fue pasado con un K escribió (el cliente en lugar de Clant), se declaró en 1645 por Gerrit Jansz cliente. Sin embargo, la familia noble Groningen murió en la primera mitad del siglo 19 con el Hanckemaborg nacido Josina Edzardina Jacoba Bindervoet Clant de Hanckema.


telgen conocido


Adriaan Clant


Otto Clant


Derk Jacob Clant


Edzard Jacob Clant


Johan Clant


--------------------------------------------------------------------------------------------------


Clantstate


Clantstate (ek: Herckema heerd, Herckemastins of Ausburgh) is in stins yn Lytsewâld yn de gemeente Kollumerlân. It terrein dêr't de state stien hat is noch werkenber en wurdt brûkt as greidlân.


Ynhâld [net sjen litte]


1 15e ieu


2 17e ieu


3 18e ieu


4 Bewenners


5 Boarnen, noaten en referinsjes


15e ieu[bewurkje seksje]


De Herckemastins waard foar it earst neamd yn 1463. It wie doe sit fan in lytse famylje fan haadling. It goed hiet yn 1536 Heerckema heert en to Herckema; de namme Clant state ferwiist nei de eigendomssituaasje tusken 1536 - 1570, de namme Ausburgh nei de Nederlânske doarpsnamme.


Moglik wenne hjir Hedde Harkumma, dy't yn 1463 yn Kollumerlân as tsjûge optrede. Fan in Sicco Harcuma waard in sulveren segelstimpel út de 15e ieu yn Kollum fûn. Yn 1505 hearden'bern fan Sicke Herckema ta de eallju yn Colmerlandt; Herka, ien fan harren, waard om 1503 wegens in tabrochte ferwûning feroardield. Yn 1536 ferkocht Hilcke Herckema Heerckema heele heert ... als steenhuys myt dat sael ende andere huysen, nu staende to Herckema in Lutkewolde oan de fan oarsprong Grinslanner ealman Claes Clant, dy't ynearsten fan 1516 o/m 1538 grytman wie fan Nieuw Kruisland dat doe in selsstannige gritenij wie en fan 1539 - 1562 ek Kollumerlân ûnder syn behear krige. Hy wie troud mei Anna Harckema. Harren kinderen ferkochten yn 1572 't huys, hoff, lanckhuys, hiem, graft, singel en inboedel, mei 31 pûnsmiet lân yn Lytsewâld mei twa dêrneist lizzende saten lân, meielkoar 115 pûnsmiet, en in sate oan de Kollumerleane. Eigener waard Schelte Scheltema, troud mei Ursel fan Harckema.


17e ieu[bewurkje seksje]


Yn in boelbeskriuwing fan 1617 waard it hûs beskreaun as het blaeuhuys ende andere camers en achterhuysinge met het lantsatehuys over het diept. Yn 1622 joech Winsemius Clant as aadlik hûs oan. Yn de twadde helte fan de 17e ieu waard blikens in tekening fan J. Stellingwerf út 1722 in klassisistysk slotsje mei pilasters en in Flaamske topgevel boud.


18e ieu[bewurkje seksje]


Oant yn de midden fan de 18e ieu waard it hûs aadlik bewenne; yn 1757 waard it ôfbrutsen. Dêrnei gie de namme oer op de pleats. Geografysk foarmen de state en de tsjerke ien kompleks: de tsjerke lei krekt bûten de bûtenste súdlike singel. De kadasterkaart fan 1823 toant it stinsterrein mids in grêft, yn it noarden grinzjend oan in ek omgrêfte foarhof, oanslutend lei ten westen en suden de troch de bûtenste grêft omjûn bûtenhof; yn 1718 wienen ek de yn it noardwesten oangrinzjende persielen by de bocht yn de Trekfeart troch singels mei it kompleks feriene.


Bewenners[bewurkje seksje]


± 1463 Hedde Harkumma (?)


± 1500 Sicke Herckema bern


oant 1536 Hilcke Herckema


sûnt 1536 Claes Clant en Anna Harckema


oant 1572 bern Clant


sûnt 1572 Schelte Scheltema en Ursel van Harckema


Tietke Scheltema, troud mei Wybren Roorda fan Ginnum


1640 bruorren Wopcke, Syds en Wybren Roorda


1653 – 1666 Feijo van Scheltema en Lucia fan Aylva (hierders)


1667 Frans fan Scheltema (eigener), Lucia fan Aylva en Epo fan Aylva (bewenners)


erfgenamten fan Feijo fan Scheltema


1720 – 1725 Douwe Feyo fan Ayva (bewenner en 6/16 diel eigener)


1728 Juliana Dorothea fan Aylva, widdo Schratenbach (11/16 deel eigener)


Barbara Elisabeth baronesse fan Schratenbach” en Justus Zeino Abel de Coninck, Hear fan Peize


1742 Justus Bartholomeus de Coninck


1748 Cornelis van Scheltinga en W.H. van Heemstra fan Schratenbach


Boarnen, noaten en/as referinsjes:


Stinzen yn Fryslân


mr. A.J. Andreae - Kollumerland en Nieuw Kruisland, 1883-1885


P.N. Noomen - De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners, 2009


Herma M. van den Berg De monumenten van geschiedenis en kunst, Noordelijk Oostergo, Kollumerland.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Bijvoegsel tot het artikel Otto Clant, voorkomende in de Vaderlandsche Letteroefeningen, 1832, No. V.


De vermelding van den Vaandrig otto clant, op bl. 165 van het Leven van van speyk, door wijlen den hoogst verdienstelijken jacobus koning, van nieuws de aandacht getrokken hebbende op den te zeer vergeten Groningschen(*) Held, die, in Louwmaand 1586, te Buxum, in Vriesland, de trouw, aan zijn Vaandel gezworen, met den dood bezegelde, geloof ik, dat, aan de eerste plaats, eenig berigt omtrent deszelfs Afkomst niet ongepast zal schijnen.


Ik vind mij tot mededeeling van hetzelve in staat gesteld, door de heuschheid van den Heer Staatsraad, Baron van der borch van verwolde.


Diens Overgrootvader, frederik wilhelm van der borch, in 1671 als Vrijwilliger in Statendienst getreden, en, na in 1672 op eigen kosten eene compagnie Cavallerie te hebben aangeworven, in 1677 Kolonel van het Groninger Regement geworden, huwde, in October 1684, met josina


(*)Minder wel onderrigt, noemde ik denzelven eenen Vries, in het Artikel aan het hoofd dezes vermeld. Aldaar moet ook, in plaats van 17 van Wintermaand, gelijk er ééns verkeerdelijk staat, 17 van Louwmaand gelezen worden.


[p. 500]


clant, Dochter van johan clant van stedum, Heer tot Stedum, Nittersum, enz. enz. Jonker en Hovelink in de Ommelanden, en Gecommitteerde ter Vergadering van Hunne Hoog Mogenden.


De Achterkleinzoon kwam hierdoor in 't bezit van genealogische en andere papieren, betreffende de Familie clant; welk Geslacht, uitwijzens dezelve, van de vroegste tijden af in het Groningsche t'huis behoorde, en aldaar in aanzien en vermogen gebloeid heeft.


De Vaandrig otto had tot Overgrootouders egbert clant en teetke van nittersum, eenige Dochter van eppo van nittersum en baewe schulting. Zijne Grootouders waren otto clant tot Scarmer en anna rengers; zijne Ouders frans clant en teetke douma.


Hij had drie Broeders. Een van dezelve, frans, was mede Vaandrig.


Otto zelf stierf ongehuwd, en zegel noch handteekening is tot nu toe van hem gevonden.


Behalve de genoemde Geslachten, rengers, en douma, hebben ook de gockinga's en lewe's betrekking tot onzen Vaandrig. Men vindt, ter zijde van eene Genealogie op fransijn, aangeteekend:


‘Ayckke Gockinga leevede in het jaer 1364. Genereerde


I Sone Eppo die welke langen tydt met die stadt van Gröningen gepleitet vnd georloget hebbende is eindtlick bedrieglikc van die Gröninger dör soete woorden, als wilden sie peis met hem maken (in die stadt van Gröningen gekomen synde) in die gefanckenisse gelecht tot dat hy starf. Deesen quam tho het groete Olde Ampt, in welcke sint 15 dorpen, liggende an die Eemes, het welcke die Gröninger nae syn doodt onrechtfeerdichlick met gewalt an die stadt van Gröningen gebracht hebben, vnde noch op deesen dach, die bueren in groete slauernie houden.


I Dochter Teetke, haer man hiet Anleef Nittersum, genereerde eenen eenigen soon Eppo Nittersum, deese heilickte Bieuwe Schultings, Luert Schultings eenige dochter, haer man was Egbert Klant, Otto Klants vaeder.’ Vóór de woorden: ‘haer man was’ is hier in de pen gebleven: ‘genereerde eene eenige dochter Teetke Nittersum.’ Deze woorden staan in den tekst der Geslachtstafel; waar ook baewe - en niet biewe schultings wordt gelezen.


[p. 501]


De Ouders van evengemelden egbert klant (tot Stedum, Scarmer, Uithuizen, Losdorp en Usquert; Ridder) waren allart klant tot Scarmer, en geese, of grete, (margreete in ééne der Geslachtslijsten) leewen.


Allart was in 1468 Hovesman, en in 1470, 1474 en 1477 Burgemeester van Groningen, waar de Schieringers, op den eigen dag - den 24 October 1413 - niet alleen zijn' Broeder hendrik, in diens woning, de schoone Gevel genaamd, om hals bragten, maar ook twee van zijne Vaderlijke Ooms, johan en wibrant, ter stad uitdreven, en eenen derden, albert, in zijn huis vermoordden, terwijl hij zijnen middagmaaltijd hield.


Blijkens het voorgaande, was dus de schakel der Geboorten, van allart clant tot op den Vaandrig otto, als volgt:


1. Allart clant, in 1470 enz. Burgemeester van Groningen, gehuwd met geese of grete leewen (lewe).


2. Egbert clant, gehuwd met teetke van nittersum, eenige Dochter van eppo van nittersum en baewe schultings.


3. Otto clant tot Scarmer, gehuwd met anna rengers.


4. Frans clant, gehuwd met teetke douma.


5. Otto clant, die, in 1586, zijn leven zoo mannelijk opgaf: ‘Signifer, occisus in Buxum’ wordt er slechts gelezen, in eene Genealogie op papier geschreven en van veel later tijd dan die op sransijn. In eene andere staat alleen: ‘Otto Clant vendrich.’


Eene Geslachtstafel spelt klant; twee anderen spellen clant; op de laatste wijs vind ik ook den naam geschreven onder het wapen der Familie, bij ferwerda.


Bij onze Schrijvers is mij het volgende opzigtelijk onzen otto voorgekomen:


Hooft, het noodlottig gevecht bij Buxum mededeelende, zegt: ‘De vendrigh Otho Klant, te fors om leevendigh van zijn vendel te scheiden, weigherde zich gevangen te geven, en starf gewonden daarin.’


Van reyd heeft: ‘De venrich Otto Klant wordt bovenal geprezen, die sich niet wilde ghevangen gheven, maer sterf, int vendel ghewonden zynde.’


Halma schrijft: ‘Eenige Friesen, daaronder Klant, hadden de Kerk ingenomen: de Spaanschen boden hun quar-


[p. 502]


tier aan, maar hij dat versmadende, volhardde in 't strijden, tot dat geene uitkomst ziende, zich in 't vaandel wondt en doorstoken wierd.’


Bij bor vindt men deze woorden, blijkbaar uit een zeer gebrekkig verslag ontleend en geen' zin opleverende: ‘Otto Clant, de Luitenant, hem seer mannelick weerende, en eenige anderen, soo die op de walstad beset waren, en sich niet wilden opgeven, schonk Taxis het leven.’


Wagenaar zwijgt van clant, schoon hooft en van reyd, bij den strooptogt van taxis, aanbalende.


Ook van meteren gedenkt denzelven niet. Men bespeurt duidelijk, dat de dood van clant door den Schrijver is verward met dien van Graas oswald van den berg. Deze, bij 't gevecht van Buxum, een buitgemaakt Vriesch Vaandel in de hand hebbende, werd van de zijnen voor vijand aangezien en gedood.


Wagenaar en halma, van het voorgevallene te Buxum gewagende, halen ook strada en winsemius aan; geen van beiden zijn mij ter hand.


 


Wildenborch,


den 30 Junij 1832.


a.c.w. staring.


------------------------------------------------------------


Adición al artículo Otto Clant , ocurriendo Vaderlandsche Letteroefeningen de 1832 , No. V.


El ingreso de la bandera otto clan, bl. 165 tiene noticia llamó la atención de la vida de Speyk , por la tarde muy merecedor jacobo rey, en el también se olvide Groningen Chen ( *) A quien, en Louw Mes 1586, a Buxum en Vriesland , lealtad a su Banner jurada , sellada con la muerte , creo que , en un primer momento , sobre eenig noticia del mismo Etnia brillará . no apropiado


Creo que me permitió la comunicación de Él, por el Consejo de Estado heuschheid del Señor , Baron van der Borch de Verwolde .


Su abuelo , Friedrich Wilhelm van der Borch , en 1671 entró como voluntario en Staten Servicio , y se convierten después de haber contratado a una compañía de caballería en 1672 por su propia cuenta en 1677 el coronel del Apartamento Gobierno Groninger , casado, en octubre de 1684, con Josina


(* ) Menos onderrigt , lo llamé eenen Vries , en la casilla que aparece en la nota de cabeza. Debe haber , en lugar de 17 meses de invierno , ya que una vez erróneamente estado, 17 son leídos de Mes Louw .


[ P. 500 ]


clan, hija de Johan clan Stedum , Señor Stedum , Nittersum , etc etc Jonker y Hove Enlace en el distrito circundante, y se comprometió a Reunión de Sus Altas Grandezas .


El nieto fue así en posesión de genealógicas y otros documentos relacionados con el clan familiar, que de género , ellas uitwijzens , desde los primeros tiempos de la Groningen serbio t'huis pertenecían , y no ha prosperado en el prestigio y el poder.


El alférez otto bisabuelos tenían que egbert clan y teetke de nittersum , algunos Hija eppo de nittersum y baewe deuda ting . Sus abuelos eran otto clan Scarmer y anna Rengers , sus padres francés clanes y teetke duma .


Tuvo tres hermanos . Uno de ellos, francés , fue co Alférez.


Mismo Otto murió soltero y sello en la mano o la firma está tan lejos de lo encontró.


Además de los sexos mencionaron Rengers , y Duma , también Gockinga y Lewe está relacionado con nuestra bandera . Uno puede encontrar , además de una Genealogía de fran sijn , aangeteekend :


' Ayckke Gockinga leevede en Jaer 1364. generado


Yo Sone Eppo esas largas tydt los stadt de Groningen gepleitet VND georloget Habiendo sido eindtlick bedrieglikc esos Groninger palabras Soete DOR , peis joyas si quería hacer con él (en ese stadt de Groningen llegado synde ) en el que gefanckenisse gelecht hasta que starf . Deesen quam aunque la raclette Olde Ampt , en St. Welcke 15 aldeas , mintiendo una Eemes mueren, el Welcke que Gröninger nae síndrome mata onrechtfeerdichlick con gewalt un dado stadt informado de Groningen , vnde ni mantener Deesen dach , que en el porno raclette slauernie .


I Teetke hija , el hombre haer palce Anleef Nittersum , generada eenen Eenigen pronto Eppo Nittersum , deese heilickte Bieuwe Schultings , Schultings Luert única hija , el hombre estaba haer Egbert cliente Otto Klants vaeder " antes de las palabras " . El hombre Haer estaba aquí en la pluma seguía siendo " genera una hija única Teetke Nittersum . " Estas palabras están en el texto de la tabla de Género, donde baewe - se lee schultings y no biewe .


[ P. 501 ]


Los padres evengemelden cliente egbert ( a Stedum , Scarmer , Uithuizen , Losdorp y Usquert ; Knight) eran clientes allart a Scarmer y gansos o grete , ( margreete en una de las listas de Género ) Leewen .


Allart fue en 1468 Hovesman , y en 1470 , 1474 y 1477 el alcalde de Groningen , donde Schieringers , en el mismo día - el 24 de octubre 1413 - no son sólo " el hermano Hendrik , en su casa , llamó a la hermosa fachada , al cuello brot sino también dos de sus Ooms paternales , Johan y wibrant , la ciudad uitdreven y terceros eenen , albert , asesinado en su casa, mientras guardaba su comida del mediodía.


Se deduce , por tanto, fue el cambio de nacimientos , del clan allart hasta que el alférez otto, de la siguiente manera :


1 . Allart clan, etc alcalde de Groningen en 1470 , se casó con el ganso o grete Leewen ( Lewe ) .


2 . Egbert clan, casado con teetke de nittersum , algunos Hija de eppo nittersum y schultings baewe .


3 . Otto clan Scarmer , casado con Anna Rengers .


4 . Clan francés, casado con teetke duma .


5 . Otto clan, quien, en 1586 , dio su vida por lo masculino " Signifer , occisus en Buxum ' es de sólo lectura , escrito en una genealogía en papel y una gran cantidad de tiempo antes de que al sransijn . En sólo otro estado ", Otto Clant vendrich . "


Tabla Género escribe un cliente, otros dos clanes de juegos, el último punto también creo que el nombre escrito debajo del brazo de la Familia, por Ferwerda .


En nuestros escritores mí es el siguiente opzigtelijk produjo nuestra otto :


Hooft , la batalla fatal en Buxum ingreso comunión , dice: " El cliente vendrigh Otho , demasiado grande para separar leevendigh su vendel weigherde dar starf atrapado y herido en el mismo. "


Desde Reyd tiene : " El venrich Otto cliente es alabado sobre todo, que en sí no sería ghevangen gheven , maer die , int vendel ghewonden zynde . "


Halma escribe: " Algunos Friesen, incluyendo al cliente , la Iglesia había tomado : el Chen españoles ofrecieron su tri-


[ P. 502 ]


grada, pero versmadende , persistieron en 't lucha , viendo a ese resultado Geene , en "heridas estándar t y te traspasaron. "


En bor uno encuentra estas palabras , al parecer procedentes de un informe profundamente defectuoso y no ' mayor sentido : " Otto Clant , él teniente supervisor mannelick tiempo de ingreso , y algunos otros, soo, que el Walstad estaban cubiertas , y sich no retractarse , Taxis dio la vida " .


Wagenaar clan silenciosa , limpia y Hooft Reyd , cuando la expedición de jarabe de taxis , aanbalende .


También toa . Recuerde levantarlo Detecta claro que la muerte del clan se confunde con la de Graas oswald de la montaña. Por el escritor Esto, a su 't lucha Buxum , un Banner Vriesch capturado en la mano que , por su era el enemigo y, como inmolado .


Wagenaar y Halma , de los eventos en los ingresos mención Buxum , y también extraer strada a Winsemius , ni su mano hacia mí .


 


Wildenborch ,


el 30 Junij 1832 .


a.c.w. mirando .


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Nittersum (XXXI, 593). In den Groninger V olks-almanak voor


1849, vindt men, als titelplaatje, eene afbeelding van het huis


Nittersum, en biz. 75 en volgg. eene aanteekening bij het titelplaatje,


waarin gezegd wordt: »De burg N. was vroeger een der


schoonste sieraden van het oude en aanzienlijke dorp Stedum,


oudtijds Stedehem of Stederhem, thans bij verkorting veelal Steem


genoemd. Wat den tijd van zijne stichting betreft, wij kuunen


dit, even als van menig ander gedenkteeken der oudheid, niet


met juistheid bepalen ; vrij zeker is het intusschen dat er reeds


in de 14de eeuw een kasteel N. bestond. Wij lezen Loch in


de kronijken van een zekeren Eppo van Nittersum, provest


to Stedum 1), die in 1398, toen de Groninger Vetkoopers


1) Een Eppo, provest to Stedum, komt in 1396 voor bij Priessen, Mon.


Gron. III, 482, 83, die het voor waarschijnlijk houdt, dat bij dezelfde persoon


was, die, twee jaren daarna, onder den naam van Eppo v. Nittersum. zich


aan het hoofd der Schieringers in de Ommelanden stelde. De proostdijen


5


besloten hadden, de Ommelanden aan hertog Albrecht, graaf van


Holland en heer van Friesland, ter leen op te dragen, zich aan


het hoofd der Schieringers stelde, en alle pogibgen aanwendde, orn


dit schandelijk besluit tegen te gaan ; doch, door de Vetkoopers


ondersteund door de Hollanders, aangetast, genoodzaakt was geweest


de wijk naar de stall Groningen te nemen. Dat echter de


burg, van welken wij hier de afbeelding mededeeleu, meerendeels


van veel later dagteekening is, behoeven wij niet te zeggen, en


kan ook genoegzaarn uit de verschillende of beeldingen, die men


van Nittersum op de kaarten (van Groningen) van Coenders en


Beckeringh aantreft, blijken 1 ). Deze burg is in 1819 geheel gesloopt".


Aan dezen ouden burg zal het geslacht v. Nittersum, waarvan


weinig bekend is, zijn naam ontleend of gegeven hebben, en het


was zeker de bovengenoemde Eppen Nittersum to Stedum, aan


wien »Clawes Senile 2) borger in Gronningen", blijkens koopbrief


van den jare 1401 qvp Sonte scolastiken dach", eenige stukken


land verkocht »de gelegen sijn to stedum by eppen erne vorsc."


(Itengers, Werken, I, 101). Denkelijk is met zijn zoon (?) Andeloff,


die in een oorspronkelijk stuk van 1464 (bij Jac. Gleintz de Groningae


praefectura etc., Gron. 1663, p. 91) als »Toparcha in Stedum"


voorkomt, dit geslacht uitgestorven. Men zie over hem het


artikel St e d u m in v. d. Aa's Aardrk. Wdb. X, 690: »De familie


(Clant) heeft nog een aanzienlijken grafkelder, met een zerk van


geelen steen, waarop een krijgsman staat met de punt van het


zwaard naar beneden. Op een tasch of zak, aan zijne zijne hangende,


draagt hij zijn wapen, waarvan men den dubbelen adelaar


kwamen dikwijls, om de groote voordeelen daaraan verbonden, in handen van


wereldlijken, en bleven erfelijk in aanzienlijke familien (vgl. mr. W. B. S. Boeles,


de Geestel. Goed. in de prov. Gron., bi. 29). Vandaar, dat een en dezelfde


persoon, in oude stukken, meermaals te gelijk als proost en hoveling verschijnt.


De spelling Nittersma voor Nittersum, Ewsma voor Ewsum, was oudtijds gebruikelijk


(vgl. Westendorp, Jaarb. van en voor de prov. Gron., II, 574), en


Schotanus spieekt in zijne Friesche hist., 221, van Eppo v. Nittershem.


1) De kaart van C. kwam tusschen 1675 en '96, die van B ornstr. 1781 uit.


2) Zeker dezelfde Nicolaus Schulten, die in 1392 van graaf Bernard v. Bentheim


de jurisdictie of het redgerregt in de dorpen Slochteren, Scharmer, enz.,


in erfpacht of leen verkreeg. Grun. Bijdr., I, 35.


 


nog kan zien. Op de zerk leest men : In bet jaer uns Hern 1471,


up Sunt iVlartensdag, starff Andoloff Nijttersvm, Hofling te stem,


God heb de zele". — Hij liet bij Beta (Bela ?) Gockinga, dochter


en erfgename van Eppo, hoveling ten Broek 1), j- 1444, eene erfdochter


na, gehuwd met Egbert (Cant, als blijkt nit Scheltema,


Staatk. Nederl., I, 379, 80, en volgend extract uit eene uitgebreide


stamlijst van Clant in hs.


Allardus Clant in Scharmer, Hovetman (d. i. lid van de Hoofdmannenkarner


te Groningen) a°. 1470, Consul 1474, 77, cui ex


Margriete Lewe ex Sandeweer


___........ -------------rorr..--._ _


Egbertus Clant in Stedum, Scharmer, Uithuisen, Losdorp et


Usquert, cui ex Teetca a Nittersum, unica harede in Stedum,


Ten Broeken et Old -Ampt


, ___ ....


Otto Clant in Scharmer.


Eilco Clant in Stedum.


Allardus Clant in Lithuisen, etc., van Wien de Clanten van


Verduinen, in 't Limburgsche, afstammen.


Eppo Clant, vader van Teetke, gehuwd met Meijo Entens,


broeder van Barthold, den bekenden Watergeus.


Het wapen. van Nittersum, zooals het op wapenborden voorkomt,


vertoont in goud een rood-getongden dubbelen zwarten adelaar.— Het


1) Zuidbroek. Oudtijds heette dit dorp Broek ; of met betrekking op Westerbroek,


aan de westzyde der Sappemeerster veenen, ook Oosterbroek : ten':y


men stelle dat het laatstgenoemde in den Dullard verdronken zy. Het is in


voorigo tyden de woonplaats geweest van de heeren Gockinga, de vermogenste


Hoofdlingen in de Oldampten. Tegenw St. van Stad en Lande, II,d23; vgl. I,


122, 156-158, 161. Hunne magt werd door de Stad gefnuikt, die zich, overeenkomstig


verdrag, na den dood van den laatsten hoofdling, Eppo, in het


bezit van


----------------------------------------------------------


Nittersum ( XXXI , 593 ) . En el Groninger OLKS V - almanaque


1849 , se encuentra , como la imagen del título , una imagen de la casa


Nittersum , y p . 75 y volgg . uno aanteekening en el cuadro del título ,


que dice : " El burg fue una vez uno de los N.


ornamentos más hermosos de la antigua y honorable Stedum pueblo,


antiguamente Stedehem o Stederhem , ahora sobre todo en la reducción de Steem


mencionado . En cuanto al momento de su fundación se refiere, kuunen


Este , como muchos de los otros memorial de la antigüedad , no


determinar con exactitud ; bastante seguro de que no es parte ya


N. era un castillo en el siglo 14 . Leemos en Loch


las crónicas de cierta Eppo de Nittersum , ProVest


Stedum a 1 ) , que en 1398 , cuando el Vetkoopers Groningen


1 ) A Eppo , ProVest a Stedum , llegando en 1396 por lo Prießen , Mon.


Gron . III , 482 , 83, que le encanta probable que la misma persona


era que , dos años más tarde, bajo el nombre de Eppo v Nittersum . ellos mismos


poner a la cabeza de Schieringers en el distrito circundante. Los muslos preboste


5


decidió , el distrito que rodea al duque Albrecht , duque de


Mr. Holland y Friesland , préstamos para dedicarse a


el jefe de Schieringers sugeridas , y todos pogibgen aanwendde , orn


esta vergonzosa decisión de ir en contra , pero , por las Vetkoopers


con el apoyo de los holandeses , afectados , se había visto obligado


tomar. distrito para detener Groningen Sin embargo , que el


burg , de los que estamos aquí la mededeeleu imagen , en parte más


muchos dagteekening después, no tenemos que decir, y


También puede genoegzaarn o diferente del pic - turas , que se


Nittersum de las tarjetas ( Groningen ) y de Coenders


Beckeringh encontrar , probar 1 ) . Este burg fue completamente demolida en 1819 . "


En este viejo burgo , el sexo v Nittersum , que


Poco se sabe , su nombre deriva de , o han dado, y


muy por encima Eppen Nittersum a Stedum a


quien » Clawes seniles 2 ) borger en Grønningen ", según factura de venta


van den Jare 1401 QVP Sonte Scola pat dach " , algunas piezas


terreno vendido » sijn la oportunidad de Stedum por Eppendorf erne vorsc . "


( Itengers , Obras , I, 101 ) . Es de suponer que con su hijo (?) Andeloff ,


en un trabajo original de 1464 (con Jac . Gleintz la Groningae


praefectura etc , Gron . 1663, p . 91 ) como " Toparcha en Stedum "


ocurre , esta generación extinguido. Lo ven en el


Artículo St e d h m v d. Aardrk de Aa . Dict . X, 690 : "La familia


( Clant ) tiene una tumba notable , con una lápida


piedra Geelen , en la que un estado guerrero con la punta de la


espada . En una mochila o una bolsa , a su su ahorcamiento ,


lleva su arma, que una el águila bicéfala


vino a menudo a las grandes ventajas asociadas , en las manos de


aparezca mundo , y se mantuvo poseído considerable familien ( cf. Sr. PEP Boeles ,


el Geestel . Bueno . en la prov . Gron . , Bi . 29 ) . Por lo tanto , uno y el mismo


persona, piezas antiguas , varias veces hasta que aparece preboste y cortesano .


El Nittersma ortografía de Nittersum , Ewsma para Ewsum , fue antiguamente común


(Cf. Westendorp , añob . Y la prov . Gron . , II, 574 ) , y


Schotanus spieekt en su Frisian hist. , 221, de Eppo v Nittershem .


1 ) El mapa de C. llegó entre 1675 y '96 , la de B ornstr . 1781 a .


2 ) Seguramente la misma Nicolaus Schulten , quien en 1392 del conde Bernard v Bentheim


la jurisdicción o redgerregt en aldeas Slochteren , Scharmer , etc


obtenido en arrendamiento o préstamo. Grun . Bijd . , I, 35 .


 


se puede ver . Por una lápida se lee: En Jaer apuesta uns Hern 1471,


hasta Sunt iVlartensdag , starff Andoloff Nijttersvm , Hofling a votar,


Dios hizo el zele " - . Dejó en Beta ( Bela ? ) Gockinga , hija


y heredera de Eppo , cortesano ten Broek 1 ), J -1444 , una heredera


después , casada con Egbert ( Cant, como se muestra nit Scheltema ,


Staatk . Netherl . , I, 379 , 80 , y el siguiente extracto de una amplia


lista maestra de Clant en hs .


Allardus Clant en Scharmer , Hovetman (es decir, miembro de la Hoofdmannenkarner


Groningen ) un ° . 1470, Consul 1474, 77 , ex cui


Margriete Lewe ex Sande El tiempo


___ ........ ------------- Rorr .. - . __


Egbertus Clant en Stedum , Scharmer , Uithuisen , Losdorp et


Usquert , cui ex Teetca un Nittersum , unica harede en Stedum ,


Diez Pantalones et Old - Ampt


, ___ ....


Clant de Otto Scharmer .


Eilco Clant en Stedum .


Allardus Clant en Lithuisen , etc , del Clanten Viena


Verduinen in 't Limburgsche , descendió .


Eppo Clant , padre de Teetke , casado y con Meijo Entens ,


hermano del Barthold , los Watergeus conocidos.


El arma . de Nittersum , ya que evita escudos ,


presenta un color rojo - oro en dobles getongden negro águila - . El


1 ) Zuidbroek . Antiguamente llamada este los pantalones del pueblo, o con respecto a Westerbroekstermadepolder ,


Veenen la westzyde de Sappemeer Star, también Oosterbroek : a ' : y


uno stelle este último en el Dullard ahogó zy . Es en


voorigo Tyden sido la residencia de los señores Gockinga la vermogenste


Dirígete Lingen en Oldampten . Tegenw St. Town and Country , II, d23 ; cf I, .


122 , 156-158 , 161 . Su poder fue paralizado por el Ayuntamiento , que , de acuerdo con


tratado, después de la muerte del último carril de la cabeza , la EPPO , en


posesión de


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Quaclappen 1613 -1620 Hof 16710b. Quaclap ( 1613 en ... - Tresoar


images.tresoar.nl/download/quaclappen1613-1620.pdf


 


Otto Clant, woonachtig in de Omlanden, impt.; Contra Dirck Baard grietman van


Haskerland en juffr. Maria Clant zijn huisvrouw, het HOFF cond. de ged. om met de eiser te


procederen tot scheiding en delinge van de goederen van Jfr. Atke Douma, onder de presentatie van


de artikelen van het repliek gedaan, en compenseert de kosten.


-------------------------


Otto Clant, viviendo en el Omlanden, impt;. Contra Dirck Baard grietman de


Haskerland y Mis. Maria Clant su esposa, la cond HOFF. la b. al demandante


pedir el divorcio y delinge de Jfr mercancías. Atke Douma, incluyendo la presentación de


Artículos de la respuesta, y compensa los costos.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Quaclappen 1613 -1620 Hof 16710b. Quaclap ( 1613 en ... - Tresoar


images.tresoar.nl/download/quaclappen1613-1620.pdf


 


Otto Clant, woonachtig in de Omlanden, impt.; Contra Dirck Baard grietman van


Haskerland en juffr. Maria Clant zijn huisvrouw, het HOFF cond. de ged. om met de eiser te


procederen tot scheiding en delinge van de goederen van Jfr. Atke Douma, onder de presentatie van


de artikelen van het repliek gedaan, en compenseert de kosten.


-------------------------


Otto Clant, viviendo en el Omlanden, impt;. Contra Dirck Baard grietman de


Haskerland y Mis. Maria Clant su esposa, la cond HOFF. la b. al demandante


pedir el divorcio y delinge de Jfr mercancías. Atke Douma, incluyendo la presentación de


Artículos de la respuesta, y compensa los costos.

Do you have supplementary information, corrections or questions with regards to Egbert Ottes Douma Douwama Douwema Oenema van Klant Clant van Hanckema de Harkstede thoe Scharmer ,Heer van Nittersum,hoofdelingen te Scharmer,Clantstate (ek: Herckema heerd, Herckemastins of Ausburgh?
The author of this publication would love to hear from you!


Timeline Egbert Ottes Douma Douwama Douwema Oenema van Klant Clant van Hanckema de Harkstede thoe Scharmer ,Heer van Nittersum,hoofdelingen te Scharmer,Clantstate (ek: Herckema heerd, Herckemastins of Ausburgh

  This functionality is only available in Javascript supporting browsers.
Click on the names for more info. Symbols used: grootouders grandparents   ouders parents   broers-zussen brothers/sisters   kinderen children

Ancestors (and descendant) of Egbert Ottes Douma Douwama Douwema Oenema van Klant Clant van Hanckema de Harkstede thoe Scharmer ,Heer van Nittersum,hoofdelingen te Scharmer,Clantstate (ek: Herckema heerd, Herckemastins of Ausburgh


With Quick Search you can search by name, first name followed by a last name. You type in a few letters (at least 3) and a list of personal names within this publication will immediately appear. The more characters you enter the more specific the results. Click on a person's name to go to that person's page.

  • You can enter text in lowercase or uppercase.
  • If you are not sure about the first name or exact spelling, you can use an asterisk (*). Example: "*ornelis de b*r" finds both "cornelis de boer" and "kornelis de buur".
  • It is not possible to enter charachters outside the standard alphabet (so no diacritic characters like ö and é).



Visualize another relationship

The data shown has no sources.

About the surname Van Klant Clant van Hanckema de Harkstede thoe Scharmer ,Heer van Nittersum,hoofdelingen te Scharmer,Clantstate (ek: Herckema heerd, Herckemastins of Ausburgh


When copying data from this family tree, please include a reference to the origin:
Martin Woudwyk, "Woudwyk Genealogía", database, Genealogy Online (https://www.genealogieonline.nl/woudwyk-genealogia/I3336.php : accessed September 20, 2024), "Egbert Ottes Douma Douwama Douwema Oenema van Klant Clant van Hanckema de Harkstede thoe Scharmer ,Heer van Nittersum,hoofdelingen te Scharmer,Clantstate (ek: Herckema heerd, Herckemastins of Ausburgh (-1590)".