Woudwyk Genealogía » Lollius Lolle Epes Adama , doctor in de regten en hoogleeraar in de wijsbegeerte, (1544-1609)

Personal data Lollius Lolle Epes Adama , doctor in de regten en hoogleeraar in de wijsbegeerte, 


Household of Lollius Lolle Epes Adama , doctor in de regten en hoogleeraar in de wijsbegeerte,


Notes about Lollius Lolle Epes Adama , doctor in de regten en hoogleeraar in de wijsbegeerte,

Lolle Epes Lollius Adama  1544-1609 


 


Lollius Adama, doctor in de regten en hoogleeraar in de wijsbegeerte, hield eene lijkrede op hem. In 1587 en 1595 bekleedde hij het rectoraat. Zijne vrouw Geertrui Poll, dochter van Meinard Poll, oud schepen en burgemeester van Leeuwarden, overleefde hem 15 jaren. Zij overleed den 15 Maart 1620, in den ouderdom van 60 jaren. Zij schonk hem 6 kinderen Meinard en Bernard Schotanus (zie hier voor) en Margaretha Schotanus, die O. Sixti predikant te Bezum huwde.


Hij gaf in het licht:


Disputationes Juridicae. Franeq. 1598. 4o.


Schotanus redivivus, sive Commentarius Erotematicus aut Paratitla in tres priores libros Codicis. Franeq. 1610. 12o. Uitgegeven door Timaeus Faber. Dit boek werd den 17 Febr. 1623 op den Codex geplaatst.


 


Zie L. Adama, Orat. funcb.; Vriemoet, Ath. Fris., p. 36-42; Nic. Arnoldus. Orat. in ob. Christ. Schotan., p. 5; Blancardus, Panegyr, p. 13; Huber, Auspic. domest., p. 207, 209, 210, 211; Mare. Lyclama, Membran, L. VII. Eclog. 42, p. 353; G. Voetius, Or. in ob. Mein. Schotani, p. 8; Arn. Vinnius, Or. in ob. Bern. Schotani, p. 7; Val. Andrcas, Bibl. Belg., p. 368; Foppens, Bibl. Belg., T. I. p. 403; Paquot, Mém., T. I. p. de Wal, de clar. Fris. Jurec., p. 20, 63, 425; Hoogstraten, Kok; Nieuwenhuis; Kobus en de Rivecourt.


 


 


Lollius Adama, doctor en derecho y profesor de filosofía, le pronunció un discurso fúnebre. En 1587 y 1595 ocupó el cargo de rector. Su esposa Geertrui Poll, hija de Meinard Poll, ex concejal y alcalde de Leeuwarden, le sobrevivió 15 años. Murió el 15 de marzo de 1620, a la edad de 60 años. Ella le dio 6 hijos Meinard y Bernard Schotanus (ver aquí) y Margaretha Schotanus, quien se casó con el clérigo O. Sixti en Bezum.


Él cedió a la luz:


Disputas Jurídicas. franceq. 1598. 4o.


Schotanus redivivus, sive Commentarius Erotematicus aut Paratitla in tres priores libros Codicis. franceq. 1610. 12o. Publicado por Timaeus Faber. Este libro fue publicado en febrero. 1623 colocado en el Codex.


 


Véase L. Adama, Orat. funcb .; Vriemoet, Ath. Fris., Pág. 36-42; nic. Arnoldus. o en. en ob. Cristo. Schotan., Pág. 5; Blancardus, Panegyr, pág. 13; Huber, Auspic. domest., pág. 207, 209, 210, 211; yegua. Lyclama, Membran, L.VII. Eclog. 42, pág. 353; G. Voetius, Or. en ob. Mein. Schotani, pág. 8; arn. Vinnius, Or. en ob Bern. Schotani, pág. 7; otoño. Andrcas, Bibl. Bélgica, pág. 368; Foppens, Bibl. Belg., T.I.p. 403; Paquot, Mem., T.I.p. de Wal, el clar. Fresco. Jurec., Pág. 20, 63, 425; Hoogstraten, cocinero; Nieuwenhuis; Kobus y Rivecourt.


--------------------


SCHOTANUS (Hendrik), aldus genoemd naar het dorp Oudeschoot, werd den 1 Mei 1549 of 1550 geboren. Hij voerde den bijnaam a Sterringa, naar een zijner voorouders. Zijn vader Barend of Beernke van Schoot, een landbouwer, was de zoon van een kapitein, die men, wegens zijne lengte, de groote Gabe noemde. Zijne moeder heette Johanna van Ruynen. Hij verloor vroeg zijn vader, en schoon slechts 7 of 8 jaren werd hij door zijn voogd Barre Lieuwes tot leermeester zijner kinderen, die reeds meerdere jaren hadden, aangesteld. Doch spoedig vertrok hij naar Groningen, waar zijne moeder hem naar de St. Maartens school zond, daar hij het onderwijs van Martinus N., een geleerd en welsprekend man, later hoogleeraar te Marburg, genoot.


Vervolgens bekleedde hij eenige jaren de betrekking van onderwijzer bij de familie Jargers, en werd daarna gouverneur van een jong edelman, Johannes Coenders, met wien hij hooge scholen in den vreemde ging bezoeken. Eerst bezocht hij Leuven, waar hij den graad van Baccalaureus verwierf en deken werd der Friesche studenten, die aldaar vertoefden.


Na een verblijf van drie jaren, ging hij met zijn kweekeling naar Douay, waar hij zijne studie in de regten vervolgde onder de hoogleeraren Boëtius Epo landgenoot en Wybrand Broustin. Te Orleans verkreeg hij den graad van licentiaat in de regten. Op zijn terugreis naar Friesland, vertoefde hij te Parijs, waar de beroemde Cujacius hem aanbood hem een professoraat te Bourdeaux te verschaffen.
 
Het is onzeker of hij dit aanbod aannam, doch wij weten dat hij op zee, niet verre van Calais, door zeeroovers van al wat hij bezat, werd beroofd. Hij was nu genoodzaakt zich naar Antwerpen te begeven, waar hij corrector werd op de drukkerij van Plantyn, en waar hij verscheidene letterkundigen, o.a. Philips van Marnix, heer van St. Aldegonde, leerde kennen. In 't volgende jaar vertrok hij naar Leeuwarden, en liet zich onder het getal der advoeaten bij den hoogen raad van Friesland aannemen, en gaf, in de zomer-vacantiën openbare lessen over de instituten in het dominikaner-klooster. Toen de akademie van Franeker den 29 Julij 1585 geopend werd, was hij een der 7 eerste hoogleeraren, die men er aanstelde, en onderwees er gedurende elf jaren het regt, zonder ambtgenoot. In 1596 werd zulks Julius Beyma en achtereenvolgende Johannes à Sande en Marcus Lyclama. Hij sloeg een raadsheers plaats te Leeuwarden af, en overleed den 22 Januarij 1605, in den ouderdom van 54 of 55 jaren.


Lollius Adama, doctor in de regten en hoogleeraar in de wijsbegeerte, hield eene lijkrede op hem. In 1587 en 1595 bekleedde hij het rectoraat. Zijne vrouw Geertrui Poll, dochter van Meinard Poll, oud schepen en burgemeester van Leeuwarden, overleefde hem 15 jaren. Zij overleed den 15 Maart 1620, in den ouderdom van 60 jaren. Zij schonk hem 6 kinderen Meinard en Bernard Schotanus (zie hier voor) en Margaretha Schotanus, die O. Sixti predikant te Bezum huwde.


Hij gaf in het licht:


Disputationes Juridicae. Franeq. 1598. 4o.


Schotanus redivivus, sive Commentarius Erotematicus aut Paratitla in tres priores libros Codicis. Franeq. 1610. 12o. Uitgegeven door Timaeus Faber. Dit boek werd den 17 Febr. 1623 op den Codex geplaatst.


 


Zie L. Adama, Orat. funcb.; Vriemoet, Ath. Fris., p. 36-42; Nic. Arnoldus. Orat. in ob. Christ. Schotan., p. 5; Blancardus, Panegyr, p. 13; Huber, Auspic. domest., p. 207, 209, 210, 211; Mare. Lyclama, Membran, L. VII. Eclog. 42, p. 353; G. Voetius, Or. in ob. Mein. Schotani, p. 8; Arn. Vinnius, Or. in ob. Bern. Schotani, p. 7; Val. Andrcas, Bibl. Belg., p. 368; Foppens, Bibl. Belg., T. I. p. 403; Paquot, Mém., T. I. p. de Wal, de clar. Fris. Jurec., p. 20, 63, 425; Hoogstraten, Kok; Nieuwenhuis; Kobus en de Rivecourt.



http://resources.huygens.knaw.nl/retroboeken/vdaa/#source=aa__001biog20_01.xml&page=441&accessor=accessor_index&view=imagePane&size=1219 


 


 SCHOTANUS (Hendrik), llamado así por el pueblo de Oudeschoot, nació el 1 de mayo de 1549 o 1550. Fue apodado Sterringa, en honor a uno de sus antepasados. Su padre Barend o Beernke van Schoot, un granjero, era hijo de un capitán, a quien, por su estatura, se le llamaba el gran Gabe. El nombre de su madre era Johanna van Ruynen. Perdió a su padre temprano, y aunque solo tenía 7 u 8 años, fue nombrado tutor de sus hijos por su tutor Barre Lieuwes, quien ya contaba con varios años. Pero pronto se fue a Groningen, donde su madre lo envió a la escuela St. Maartens, ya que disfrutaba de la educación de Martinus N., un hombre culto y elocuente, más tarde profesor en Marburg.


Luego ocupó el cargo de maestro en la familia Jargers durante algunos años, y luego se convirtió en gobernador de un joven noble, Johannes Coenders, con quien fue a visitar escuelas secundarias en el extranjero. Primero visitó Lovaina, donde obtuvo el título de bachillerato y se convirtió en decano de los estudiantes frisones que residían allí.


Después de una estancia de tres años, se fue con su aprendiz a Douay, donde continuó sus estudios de derecho con los profesores compatriotas Boëtius Epo y Wybrand Broustin. En Orleans obtuvo el título de licenciado en derecho. A su regreso a Frisia, se quedó en París, donde el célebre Cujacio se ofreció a concederle una cátedra en Burdeos.
 
No está claro si aceptó esta oferta, pero sabemos que en el mar, no lejos de Calais, los piratas le robaron todo lo que poseía. Ahora se vio obligado a ir a Amberes, donde se convirtió en corrector de pruebas en la imprenta de Plantyn, y donde conoció a varios hombres de letras, incluido Philips van Marnix, señor de St. Aldegonde. Al año siguiente se fue a Leeuwarden y fue admitido en el sumo consejo de Frisia entre el número de abogados, y durante las vacaciones de verano dio lecciones públicas sobre los institutos en el monasterio dominico. Cuando se inauguró la academia de Franeker el 29 de julio de 1585, fue uno de los primeros siete profesores nombrados allí, y enseñó derecho allí durante once años, sin un colega. En 1596 se convirtió en Julius Beyma y sucesivamente en Johannes à Sande y Marcus Lyclama. Rechazó un concejal en Leeuwarden y murió el 22 de enero de 1605, a la edad de 54 o 55 años.


Lollius Adama, doctor en derecho y profesor de filosofía, le pronunció un discurso fúnebre. En 1587 y 1595 ocupó el cargo de rector. Su esposa Geertrui Poll, hija de Meinard Poll, ex concejal y alcalde de Leeuwarden, le sobrevivió 15 años. Murió el 15 de marzo de 1620, a la edad de 60 años. Ella le dio 6 hijos Meinard y Bernard Schotanus (ver aquí) y Margaretha Schotanus, quien se casó con el clérigo O. Sixti en Bezum.


Él cedió a la luz:


Disputas Jurídicas. franceq. 1598. 4o.


Schotanus redivivus, sive Commentarius Erotematicus aut Paratitla in tres priores libros Codicis. franceq. 1610. 12o. Publicado por Timaeus Faber. Este libro fue publicado en febrero. 1623 colocado en el Codex.


 


Véase L. Adama, Orat. funcb .; Vriemoet, Ath. Fris., Pág. 36-42; nic. Arnoldus. o en. en ob. Cristo. Schotan., Pág. 5; Blancardus, Panegyr, pág. 13; Huber, Auspic. domest., pág. 207, 209, 210, 211; yegua. Lyclama, Membran, L.VII. Eclog. 42, pág. 353; G. Voetius, Or. en ob. Mein. Schotani, pág. 8; arn. Vinnius, Or. en ob Bern. Schotani, pág. 7; otoño. Andrcas, Bibl. Bélgica, pág. 368; Foppens, Bibl. Belg., T.I.p. 403; Paquot, Mem., T.I.p. de Wal, el clar. Fresco. Jurec., Pág. 20, 63, 425; Hoogstraten, cocinero; Nieuwenhuis; Kobus y Rivecourt.



 

Do you have supplementary information, corrections or questions with regards to Lollius Lolle Epes Adama , doctor in de regten en hoogleeraar in de wijsbegeerte,?
The author of this publication would love to hear from you!


Timeline Lollius Lolle Epes Adama , doctor in de regten en hoogleeraar in de wijsbegeerte,

  This functionality is only available in Javascript supporting browsers.
Click on the names for more info. Symbols used: grootouders grandparents   ouders parents   broers-zussen brothers/sisters   kinderen children

With Quick Search you can search by name, first name followed by a last name. You type in a few letters (at least 3) and a list of personal names within this publication will immediately appear. The more characters you enter the more specific the results. Click on a person's name to go to that person's page.

  • You can enter text in lowercase or uppercase.
  • If you are not sure about the first name or exact spelling, you can use an asterisk (*). Example: "*ornelis de b*r" finds both "cornelis de boer" and "kornelis de buur".
  • It is not possible to enter charachters outside the standard alphabet (so no diacritic characters like ö and é).



Visualize another relationship

The data shown has no sources.

About the surname Adama , doctor in de regten en hoogleeraar in de wijsbegeerte,


When copying data from this family tree, please include a reference to the origin:
Martin Woudwyk, "Woudwyk Genealogía", database, Genealogy Online (https://www.genealogieonline.nl/woudwyk-genealogia/I21331.php : accessed May 31, 2024), "Lollius Lolle Epes Adama , doctor in de regten en hoogleeraar in de wijsbegeerte, (1544-1609)".