Woudwyk Genealogía » Rienck Minnes van Eminga Cammingha (1460-1531)

Personal data Rienck Minnes van Eminga Cammingha 


Household of Rienck Minnes van Eminga Cammingha

He has/had a relationship with Sjouck Hayesdr van Camminga.


Child(ren):



Notes about Rienck Minnes van Eminga Cammingha

Rienck van Eminga van Cammingha
Hij is getrouwd met Sjouck Hayesdr van Camminga.


Kinderen:


Wytze van Cammingha  ?-1533



Notities over Rienck van Eminga van Cammingha
Rienck van Eminga, ,later van Cammingha, overleden 1531, begraven Leeuwarden,Jacobijnerkerk ,onduidelijk grafschrift.
Rienck zal als jongste zoon van Minne en Tjemck geboren zijn omstreeks 1465.
Hij is geen zoon van Ids zoals wel wordt vermeld in het SFA en in HvR.
Ook de LeeuwarderHistorische Reeks VI-75,77 vermeldt hem als zoon van Minne.
Hij woonde met zijn vrouw op het slot Camminghaburg (Camminghabuur).
Raadsheer bij het Hof van Friesland 1499-1531.
OFO IV-119 d.d.17-3-1501:namens Leeuwarderadeel bij de besluiten van de Leppa.
Op 5-1-1505 als Rienick Kamingabuyr op de lijst van Friese edelen (T342-05,62).
Bij R.v.A.1511 heeft Rienck Eminga/Cammingha van Leeuwarden veel bezit.
In 1515 bij de heerschappen als Rienick Buyr (Winsemius).
Rienck is getrouwd ± 1495 met Sjouck Hayesdr van Cammingha, geboren ± 1460, overleden 1515, dochter van Haye van Jelmera, ,later Heringa en Cammingha en Doedt Sjucksdr van Dokema
Haar moeder Doedt schonk haar de stins Camminghaburg.
Zij vernoemde haar zonen naar haar eerste man en diens vader.
Zie ook Leeuwarder Historische Reeks-77.
Sjouck is eerder getrouwd 1477 met Wytze van Dekema, overleden Wirdum 1493, zoon van Watze Abbes van Dekema en Wick Wytzesdr van Oenema


woning (States en Stinzen)
Het Eerste Camminghahuis stond op de top van de Nijehoveterp in de Grote Kerkstraat in Leeuwarden.
Leuwerda Stins, Camminghaburg, Aed Lewerd, Aed Levwerd, het Olde Stins
Ontstaan Deze stins zou voor de 12e eeuw ontstaan zijn, maar daarover verschillen de meningen.
Geschiedenis In de 16e eeuw bezat het geslacht Cammingha een viertal stinsachtige woningen in Leeuwarden, waarvan er 3 in de Grote Kerkstraat stonden.
De stins lag oorspronkelijk aan de, eind 14e eeuw gegraven en al lang verdwenen, Oudegracht. De eerste gracht die Nijehove (Oud Leeuwarden) omsloot. De meningen van diverse historici verschillen drastisch omtrent het ontstaan van de stins. Volgens een steen in de voorgevel van het huidige woonhuis zou de stins gebouwd zijn in 1171, anderen menen dat dit 1371 zou moeten zijn en weer anderen maken er 1571 van. Waarschijnlijk ligt de waarheid in het midden en is de stins een het eind van de 14e eeuw gebouwd, ongeveer tegelijk met het graven van de Oudegracht. Het zou mij echter niet verbazen als het stichtingsjaar 1271 zou zijn. In die tijd werden er vele kerkjes gebouwd, veelal met geld van de omwonende edelen. Hoe godsdienstig zij ook waren, ze zorgden altijd éérst voor zichzelf en hun familie. Sommige ‘historici’ menen dat de machthebbers in Friesland in die tijd nog in verdedigbare houten huizen woonden. Terwijl er een stukje buiten Friesland al eeuwenlang grote stenen kastelen stonden. Deze mening getuigt van weinig realiteitszin. Het bouwjaar 1571 klopt in ieder geval niet, want de oudste controleerbare gegevens dateren uit 1527.


Volgens dr. J.R.G. Schuur in "Leeuwarden voor 1435" wordt de stins in 1527 voor het eerst als familiebezit van de Cammingha’s vermeld. Wopke Eekhoff daarentegen hecht geloof aan oude geschiedschrijvers. In zijn boek "Geschiedkundige beschrijving van Leeuwarden" schrijft hij dat in een oud Charter is vermeld dat er al in het jaar 839 een "villa" (hoeve, herenhuis of dorp) van de Cammingha’s in Friesland bestond en vermoedt dat daarmee deze stins en het er omheen gebouwde dorp betreft, waaruit uiteindelijk de stad Leeuwarden is ontstaan. Hij citeert de historicus Outhof die in zijn boek "Watervloeden" op pag. 308 schrijft: "Ook bleeven de Zeedijksmuuren van een veroudert (!) Steenhuis Kangaburg maar half staan". Outhof heeft het dan over een stormvloed in het jaar 1230 en noemt deze stins al "veroudert". In "den Frieschen Almanak" van 1755 wordt vermeld dat het huis in 1238 hersteld of herbouwd is door de Potestaat Rienk Hajozoon Cammingha, die in 1306 stierf. (Een Potestaat was de gekozen leider van de edelen in Friesland. In principe voerde hij het bewind over heel Friesland, JLB).


In het "Beneficiaalboek van Friesland" komt het huis in 1543 voor onder de naam "'t olde Styns by Sinte Anthonis Gasthuys" als bezitting van Rints van Minnema, de weduwe van Wytze van Cammingha. Ook in de rekeningen en andere stukken van het Sint Anthony Gasthuis uit 1535 wordt het huis aangeduid als het "Olde Stins". Het was toen een oud en fors gebouw met een grote voorpoort in de naastgelegen steeg.


Tussen 1584 en 1587 heeft het huis Willem Lodewijk van Nassau nog een tijdje tot residentie gediend, maar was toen al zo bouwvallig geworden, dat het in 1594 op afbraak verkocht werd.


De metselaar Wijbe Lieuwes bouwde er naderhand een woonhuis, maar wanneer de gevelsteen daarin is gemetseld, is niet bekend. Dat deze steen rond het midden van de 17e eeuw al in de gevel zat blijkt uit een tekening van Gabbema, die overleed in 1668. Op die gevelsteen is een torenstins afgebeeld me
t een weergang en arkeltorentjes op de hoeken en daaronder de naam "Aed Levwerd". Op een tweede steen staat de tekst "1171 vernieut 1752".
Dit laatste jaartal geeft aan dat na ongeveer 150 jaar het door Wijbe Lieuwes gebouwde huis ook weer aan zijn eind was en vervangen werd door de huidige woning.


Op de plattegrond van Sems zien we een groot dwarshuis, ongeveer even breed als de drie naastgelegen panden bij elkaar, van twee verdiepingen hoog. Het dak tussen rechte topgevels loopt evenwijdig aan de straat en aan de straatzijde drie z.g. Spaanse gevels; dakkapellen waarvan de gemetselde voorzijde op de voorgevel staat. Het nieuwe woonhuis staat recht tegenover het Holdingahuis, beiden aan de westkant van de Oudegracht. De beide stinsen zullen er uit hebben gezien als twee wachttorens bij de ingang van Nijehove, het oude Leeuwarden.
Rienck Eminga komen we als eerste eigenaar tegen. Hij trouwde met Sjouck van Cammingha en ging zich Eminga van Cammingha noemen. De stins wordt dan omschreven als 'Iten en vervallen steenhuis' in de Oldehoofster espel. De Oldehoofster espel als plaatsaanduiding roept wel vraagtekens op, omdat deze meestal gebruikt werd voor het westelijk deel van de Grote Kerkstraat.


De zoon van Rienck, Wytze, verenigde door zijn huwelijk met Rints van Minnema het uitgebreide Minnemabezit met dat van de Cammingha's. Na zijn dood verdeelden zijn zes zonen het bezit. Zoon Watze erft de Camminghastate te Wirdum, Minne kreeg de Camminghaburg en Tiete erfde de stins.
Omdat Tiete van Cammingha koos voor de Spaanse zijde, werden zijn goederen in beslag genomen, zodat de Staten van Friesland er over konden beschikken. In 1584 werd de stins door de Staten toegewezen aan de plaatsvervangende stadhouder Willem Lodewijk van Nassau-Dietz. Willem Lodewijk heeft er maar korte tijd gewoond, omdat het huis al sterk in verval was.


In 1594 werd het gebouw omschreven als "een seecker olt en nu gedemolieert stins". In datzelfde jaar werd de stins verkocht aan metselaar Wybe Lieuwes, die het huis liet afbreken. Later werd er een nieuw huis op deze plaats gebouwd, waarin de bekende gevelsteen geplaatst werd.
De gevelsteen geeft ons een indruk van hoe de stins eruit gezien heeft. Maar of deze afbeelding betrouwbaar is, is niet duidelijk. Er staat een torenstins op afgebeeld met weergangen, arkeltorens op de hoeken en een zadeldak tussen topgevels. Er staan kleine vensters in de muren en op de zijmuur hangt een buitenproportioneel groot wapen met een klimmende leeuw op een rood veld: het wapen van de Minnema's die de stins ook bewoond moeten hebben.
Het bijschrift "Aed Levwerd" (oud Leeuwarden) verhoogt de middeleeuwse suggestie. Het jaartal 1171 is een verzinsel of na slijtage gevormd; 1742 duidt op een veel latere vernieuwing.
Bewoners familie (Van) Cammingha
Rienck Eminga van Cammingha
rond 1530 Wytze van Cammingha
1543 Rints van Minnema, wed. Wytze van Cammingha
eind 16e eeuw Tiete van Cammingha
Staten van Friesland
1584 Willem Lodewijk van Nassau-Dietz
1594 Wybe Lieuwes


 


https://www.genealogieonline.nl/stamboom-jellema-dotinga-en-visser/I6382.php 


 


 


Notas sobre Rienck van Eminga van Cammingha
Rienck van Eminga, más tarde van Cammingha, murió en 1531, enterró a Leeuwarden, Jacobijnerkerk, epitafio poco claro.
Rienck nació como el hijo menor de Minne y Tjemck alrededor de 1465.
No es un hijo de Ids, como se establece en la SFA y en HvR.
El LeeuwarderHistorische Reeks VI-75.77 también lo menciona como el hijo de Minne.
Vivía con su esposa en el castillo de Camminghaburg (Camminghabuur).
Consejero de la Corte de Frisia 1499-1531.
OFO IV-119 dd17-3-1501: en nombre de Leeuwarderadeel en las decisiones de la Leppa.
El 5-1-1505 como Rienick Kamingabuyr en la lista de nobles de Frisia (T342-05.62).
En R.v.A.1511, Rienck Eminga / Cammingha van Leeuwarden tiene muchas propiedades.
En 1515 con señorías como Rienick Buyr (Winsemius).
Rienck se casó ± 1495 con Sjouck Hayesdr van Cammingha, nació ± 1460, murió 1515, hija de Haye van Jelmera, luego Heringa y Cammingha y Doedt Sjucksdr van Dokema
Su madre Doedt le dio las picaduras de Camminghaburg.
Ella nombró a sus hijos en honor a su primer marido y su padre.
Véase también Leeuwarder Historical Series-77.
Sjouck estuvo casado anteriormente en 1477 con Wytze van Dekema, fallecido Wirdum 1493, hijo de Watze Abbes van Dekema y Wick Wytzesdr van Oenema


house (Estados y Stinzen)
El Eerste Camminghahuis se encontraba en la cima de Nijehoveterpillar en Grote Kerkstraat en Leeuwarden.
Leuwerda Stins, Camminghaburg, Aed Lewerd, Aed Levwerd, los Olde Stins
Origen Se dice que estas picaduras se originaron antes del siglo XII, pero las opiniones difieren al respecto.
Historia En el siglo XVI, la familia Cammingha poseía cuatro casas parecidas a stins en Leeuwarden, tres de las cuales estaban en Grote Kerkstraat.
Los stins se ubicaron originalmente en el Oudegracht, excavados a fines del siglo XIV y desaparecidos hace mucho tiempo. El primer canal que rodeaba Nijehove (Oud Leeuwarden). Las opiniones de varios historiadores difieren drásticamente sobre el origen de los stins. Según una piedra en la fachada de la casa actual los stins se habrían construido en 1171, otros creen que debería ser 1371 y otros la hacen 1571. La verdad probablemente esté en el medio y el stins se construyó a finales del siglo XIV, aproximadamente al mismo tiempo que se excavó el Oudegracht. Sin embargo, no me sorprendería que el año de fundación fuera 1271. En ese momento, se construyeron muchas iglesias, a menudo con dinero de los nobles circundantes. Por muy religiosos que fueran, siempre se ocuparon de sí mismos y de sus familias primero. Algunos 'historiadores' creen que los gobernantes de Frisia en ese momento todavía vivían en casas de madera defendibles. Si bien hubo grandes castillos de piedra fuera de Frisia durante siglos. Esta opinión muestra poco sentido de la realidad. En cualquier caso, el año de construcción 1571 es incorrecto, porque los datos verificables más antiguos datan de 1527.


Según el Dr. J.R.G. Granero en "Leeuwarden voor 1435" los stins se mencionan por primera vez en 1527 como propiedad familiar de los Cammingha. Wopke Eekhoff, por otro lado, cree en los historiadores antiguos. En su libro "Descripción de la historia de Leeuwarden" escribe que en una antigua Carta se afirma que una "villa" (granja, mansión o aldea) de los Camminghas en Frisia ya existía en el año 839 y sospecha que estos stins y el pueblo construida a su alrededor, de la que finalmente surgió la ciudad de Leeuwarden. Cita al historiador Outhof que en su libro "Water Floods" en la p. 308 escribe: "Los muros Zeedijks de un Steenhuis Kangaburg anticuado (!) También sólo quedaba la mitad". Outhof luego se refiere a una marejada ciclónica en el año 1230 y llama a estos aguijones "envejecidos". En "den Frieschen Almanak" de 1755 se menciona que la casa fue reparada o reconstruida en 1238 por el Potestaat Rienk Hajozoon Cammingha, que murió en 1306. (A Potestaat fue el líder electo de los nobles en Frisia. En principio, gobernó toda Frisia, JLB).


En el "Beneficiaalboek van Friesland" la casa aparece en 1543 con el nombre "'t olde Styns de Sinte Anthonis Gasthuys" como propiedad de Rints van Minnema, la viuda de Wytze van Cammingha. También en las cuentas y otros documentos de Sint Anthony Gasthuis de 1535 se hace referencia a la casa como "Olde Stins". Entonces era un edificio antiguo y sustancial con una gran puerta de entrada en el callejón adyacente.


Entre 1584 y 1587, la casa Willem Lodewijk van Nassau sirvió como residencia durante un tiempo, pero para entonces ya estaba tan deteriorada que se vendió en 1594 para su demolición.


Más tarde, el albañil Wijbe Lieuwes construyó una casa allí, pero no se sabe cuándo se colocó el ladrillo de revestimiento allí. El hecho de que esta piedra ya estuviera en la fachada a mediados del siglo XVII se desprende de un dibujo de Gabbema, que murió en 1668. En esa piedra se representa una torre.Hay una muralla fortificada y torretas en las esquinas y debajo del nombre "Aed Levwerd". En una segunda piedra está el texto "1171 vernieut 1752".
Este último año indica que después de unos 150 años la casa construida por Wijbe Lieuwes había llegado a su fin y fue reemplazada por la casa actual.


En el plano de planta de Sems vemos una gran casa transversal, aproximadamente del mismo ancho que los tres edificios adyacentes juntos, y de dos pisos de altura. El techo entre dos frontones rectos corre paralelo a la calle y en el lado de la calle tres de los llamados frontones españoles; buhardillas cuyo frente de mampostería está en la fachada. La nueva casa está justo enfrente del Holdingahuis, ambos en el lado oeste del Oudegracht. Ambos stins habrán parecido dos torres de vigilancia a la entrada de Nijehove, el antiguo Leeuwarden.
Conocemos a Rienck Eminga como primer propietario. Se casó con Sjouck van Cammingha y comenzó a llamarse a sí mismo Eminga van Cammingha. El stins luego se describe como 'Iten y casa de piedra en ruinas' en el espel Oldehoofster. El espel de Oldehoofster como marcador de posición plantea preguntas, ya que generalmente se usaba para la parte occidental de Grote Kerkstraat.


El hijo de Rienck, Wytze, unió la extensa propiedad de Minnema con la de los Cammingha a través de su matrimonio con Rints van Minnema. Después de su muerte, sus seis hijos dividieron la propiedad. Son Watze hereda Camminghastate en Wirdum, Minne obtuvo Camminghaburg y Tiete heredó los stins.
Debido a que Tiete van Cammingha eligió el lado español, sus bienes fueron confiscados, para que los Estados de Frisia pudieran disponer de ellos. En 1584 los Estados asignaron los stins al diputado estadista Willem Lodewijk van Nassau-Dietz. Willem Lodewijk solo vivió allí por un corto tiempo, porque la casa ya estaba en muy mal estado.


En 1594 el edificio fue descrito como "un olt buscador y ahora stins demolido". En el mismo año, los stins se vendieron al albañil Wybe Lieuwes, quien hizo demoler la casa. Posteriormente, se construyó una nueva casa en este sitio, en la que se colocó la famosa piedra del hastial.
El ladrillo de revestimiento nos da una impresión de cómo se veían los stins. Pero no está claro si esta imagen es confiable. Representa una torre con murallas, torres de arco en las esquinas y un techo a dos aguas entre frontones. Hay pequeñas ventanas en las paredes y en la pared lateral cuelga un arma desproporcionadamente grande con un león desenfrenado en un campo rojo: el arma de los Minnema que debieron habitar también en los stins.
La leyenda "Aed Levwerd" (antiguo Leeuwarden) realza la sugerencia medieval. El año 1171 es una invención o se formó después del uso; 1742 indica una renovación mucho más tardía.
Familia de residentes (Van) Cammingha
Rienck Eminga van Cammingha
alrededor de 1530 Wytze de Cammingha
1543 Rints van Minnema, mié. Wytze de Cammingha
Tieté de Cammingha de finales del siglo XVI
Estados de Frisia
1584 William Louis de Nassau-Dietz
1594 Wybe Lieuwes

Do you have supplementary information, corrections or questions with regards to Rienck Minnes van Eminga Cammingha?
The author of this publication would love to hear from you!


Timeline Rienck Minnes van Eminga Cammingha

  This functionality is only available in Javascript supporting browsers.
Click on the names for more info. Symbols used: grootouders grandparents   ouders parents   broers-zussen brothers/sisters   kinderen children

With Quick Search you can search by name, first name followed by a last name. You type in a few letters (at least 3) and a list of personal names within this publication will immediately appear. The more characters you enter the more specific the results. Click on a person's name to go to that person's page.

  • You can enter text in lowercase or uppercase.
  • If you are not sure about the first name or exact spelling, you can use an asterisk (*). Example: "*ornelis de b*r" finds both "cornelis de boer" and "kornelis de buur".
  • It is not possible to enter charachters outside the standard alphabet (so no diacritic characters like ö and é).



Visualize another relationship

The data shown has no sources.

Matches in other publications

This person also appears in the publication:

About the surname Van Eminga Cammingha


When copying data from this family tree, please include a reference to the origin:
Martin Woudwyk, "Woudwyk Genealogía", database, Genealogy Online (https://www.genealogieonline.nl/woudwyk-genealogia/I20346.php : accessed May 9, 2024), "Rienck Minnes van Eminga Cammingha (1460-1531)".