(1) He is married to Catharina van Arenberg Vrouwe van Rochen.
They got married on January 27, 1520, he was 23 years old.
Child(ren):
(2) He is married to Maria van Elderen Vrouwe van Sart en Gilly.
They got married on July 3, 1532, he was 35 years old.
Child(ren):
LIJNDEN (Dirk van), Dierick, Diederik v.L. Dormael, geb. op den Musschenberg (?) 1497, overl. te Leuven 5 April 1566, begr. St. Pieterskerk aldaar, wordt door Butkens en op diens gezag door alle andere genealogen de zoon genoemd van Steven van Lijnden, die volgt, en van Walburg van Bronckhorst.
Baron Adhemar von Linden schreef over de afkomst van Dirk uitvoerige artikelen in den Navorscher (jaarg. L en LI, 1900 en 1901) die, goed gedocumenteerd, alle aandacht verdienen. Hij komt tot de overtuiging, dat Dirk's vader moet zijn geweest Robert I van der Marck en van Arenberg en zijn moeder Walburg van Bronckhorst, de gade van Steven v.L. Camille de Borman tracht in Navorscher LI (1901) deze beweringen te ontzenuwen; ook diens artikel is van veel belang.
De hier volgende gegevens trachten voor zijn biografie zooveel mogelijk de waarheid te benaderen. Dirk schijnt in 1507 als student aan de universiteit te Keulen en in 1508 aan die te Leuven te zijn gekomen, waar hij vriendschappelijk omging met Robert's zoon, eveneens Robert geheeten, en met Cornelis van Bergen, den lateren bisschop van Luik. Na voleindiging zijner studiën kwam hij omstreeks 1519 door voorspraak van Robert v.d.M. aan het hof van diens neef Everard v.d. M., prins-bisschop van Luik, verkeerde door deze positie in intiemen kring bij Everard v.d. Marck v. Arenberg, den broeder van Robert I, en kwam daar in kennis met Catharina van der Marck, alias le Pollain, natuurl. dochter van den laatstgen. Everard. Zij was 8 à 10 jaar ouder dan Dirk, doch dit was geen beletsel voor een al te intieme verstandhouding, waardoor Dirk genoodzaakt werd haar in 1520, in Januari, te huwen.
Catharina was weduwe met omstr. 5 kinderen van Adrien de Fraipont dit la Bouverie (met wien zij 29 Mei 1509 was gehuwd) en had tot moeder Catharina van Berghel (Birgel) die later met Jean le Pollain de Waroux, ridder, huwde (zie afkomst, 1e huwelijk en kinderen van Catharina v.d. M. in Navorscher LI, 74).
Als huwelijksgift gaf Everard v.d.M. aan zijn natuurl. dochter en haar man 27 Januari 1520 slot en heerlijkheid van la Rochette, die Dirk v.L. echter 29 Jan. 1536 weer moest afstaan aan de rechtmatige eigenaresse, Maria van Witthem. Catharina v.d. Marck overleed in 1531 en reeds in het volgend jaar, 3 Juli 1532 hertrouwde Dirk v.L. met Maria van Elderen, vrouwe van Sart S. Gilly, overleden 3 Januari 1574, begr. te la Boverie, dochter van Godenoel v.E. en van Elizabeth van Amstel. Dirk van Lijnden, hofmeester van bisschop E.v.d. Marck en kastelein van Mirwart, wordt 29 Dec. 1536 door Robert graaf v.d. Marck en van Arenberg aangesteld tot zijn ontvanger-generaal. Na den dood van kardinaal Everard v.d.M. 1538, trok Dirk zich op zijn goed Mathivaux terug, doch zijn oude vriend en studiemakker Cornelis van Bergen, opvolger van Everard, riep hem aan zijn hof terug en benoemde hem opnieuw tot zijn hofmeester, welk ambt hij ook bij diens opvolgers bekleedde, tot hij bij de aanvaarding van de bisschoppelijke waardigheid door Gerard van Groesbeek ontslag verzocht en zich op zijn goederen terugtrok.
Dirk en zijn vrouw koopen 18 Maart 1539 van Jean de Forvie de heerlijkheid Elderen.
Door invloed der familie van der Marck werd D.v.L. 23 Sept. 1540 beleend met de heerlijkheid Othée (Elch, tusschen Tongeren en Luik); hij verkocht deze 11 Mei 1546 aan Philips van Hamale, heer van Monceau. Dirk wordt 1 Maart 1561 (opnieuw?) beleend met Mathivaux en koopt met zijn vrouw van Jan, markgraaf van Bergen, het burggraafschap en de heerlijkheid Dormael, waarmee zij 31 Dec. 1562 worden verlijd. Dirk wordt hierom wel met den naam van Lijnden Dormael aangeduid.
Bij zijn eerste vrouw won hij vijf, bij de tweede zeven kinderen; van deze laatsten volgen George, Robert, Jasper, Dirk en Herman.
Zijn door een onbekend kunstenaar geschilderd portret, in 1626 op het slot te Reckem, is afgebeeld in Butkens, Annales de la maison de Lynden (Anvers 1626) p. 244, gegraveerd door Joh. Vasonus.
Zie: Adh. baron von Linden in Navorscher L (1900), 317-405 en de bijgevoegde geneal. tabellen, LI (1901), 63-77, 401-430, 501-530; Camille ridder de Borman in Navorscher LI (1901), 141-164, 184-202; over de kinderen uit het eerste huwelijk, zie Navorscher (1901), 73.
http://www.dbnl.org/tekst/molh003nieu07_01/molh003nieu07_01_1416.htm
LYNDEN (Dirk van) tweede zoon van Steven van Lynden, eerste heer van Mussenberg en van Walburg van Bronkhorst, kleinzoon van Jan van Lynden, baron van Hemmen en Folswijn van Randwijk. Hij was ridder van den Oliphant, eerste burggraaf van Dormale uit dit geslacht, heer van Hothey, Sart, St. Gelly, Rochen enz. eerste raad- en hofmeester van den bisschopprins van Luik. In zijne jongelingsjaren, studeerde hij te Leuven, waar hij zoo naauwe vriendschap sloot met Robert van der Mark en Kornelis van Bergen, zoon van den Heer van Zevenbergen, zoo dat hij niet naar Gelderland wilde terugkeeren, maar het hof volgde van Evenard van der Mark, Kardinaal-bisschop en prins van Luik, waar hij kennis maakte met diens geligitimeerde dochter Catharina van der Mark, weduwe van Adriaan van Fraypont, gezegd van de Boverie, met welke hij huwde en die hem 27 Januarij 1520 de heerlijkheid van Rechen ten huwelijk bragt. Niet lang daarna, woonde hij in het gevolg van den prins-kardinaal te Aken de krooning bij van keizer Karel, die hem tot ridder sloeg. Zijn aanzien en vermogen nam niet weinig toe, toen zijn oude vriend Kornelis van Bergen tot coadjutor van zijn schoonvader werd benoemd. Nu verkocht hij het deel zijner vaderlijke goederen in Gelderland, en kocht goederen in het land van Luik, o.a. de Heerlijkheid van Mathivaux, gezegd de Boverie. In 1562 kocht hij van Jan, markgraaf van Bergen, het Burggraafschap van Dormale, en na onder drie bisschoppen van Luik, Kornelis van Bergen, Georg van Oostenrijk en Robert, zoon van den markgraaf van Bergen, het ambt van raadsheer bekleed te hebben, verliet hij, met zijne tweede vrouw, Maria van Elderen, eene rijke erfdochter van Gordulphus of Goedenoel van Elderen, Heer van Sart, S. Gelly enz. en van Elizabeth van Amstel, met welke hij in 1532 in het huwelijk was getreden, het hof, en bragt het overige van zijn leven, des zomers te Dormale, des winters te Leuven in rust door. Hij stierf in den ouderdom van omtrent 69 jaren, en werd in de St. Pieters kerk (5 April 1560) te Leuven begraven. Hij had uit het eerste bed 3, uit het tweede 7 kinderen.
http://www.inghist.nl/retroboeken/vdaa/#source=aa__001biog13_01.xml&page=804&size=2&accessor=accessor_index
Bron: http://gw1.geneanet.org/index.php3?b=soudet2⟨=nl;pz=olivier;nz=soudet;ocz=0;p=thierry;n=de+lynden
The data shown has no sources.