West-Europese adel » Johan II van Woerden Heer van Ter Vliet (1390-1424)

Personal data Johan II van Woerden Heer van Ter Vliet 


Household of Johan II van Woerden Heer van Ter Vliet

He is married to Beatrix van Beieren.

They got married


Child(ren):



Notes about Johan II van Woerden Heer van Ter Vliet

Heer Johan van der Vliet die o.m. als Heer van Vliet, Hoenkoop, Polsbroek en Merikenhout opvolgde. Hij werd in 1408 tijdens de oorlog tegen de stad Luik op het slagveld tot Ridder geslagen en werd daarna Hofmeester aan het Grafelijke Hof te ’s Gravenhage waar hij diende onder de Graaf van Holland, Hertog Willem VI van Beieren en later ook onder diens broer Jan zonder genade, die hij heeft vergiftigd. Ook trad hij in het huwelijk met Vrouwe Beatrix, bastaarddochter van Hertog Willem van Beieren, die overleed in 1455.

Bij haar verwekte hij drie kinderen:

1.Heer Gerrit van der Vliet, Ridder, Heer van Vliet, Polsbroek Hoenkoop en Aartsbergen. Hij huwde met Vrouwe Henrica van Naaldwijk, Vrouwe van Bergambacht en dochter van Heer Albrecht van Naaldwijk en Vrouwe N. van Vleuten. Heer Gerrit stierf in 1472 en verkocht de Heerlijkheid Polsbroek aan de Heer van Naaldwijk.

2. Vrouwe Wilhelmina van der Vliet, zij huwde Heer Frederik van Zevender, Ridder.

3. Vrouwe Maria van der Vliet, zij huwde Heer Thomas Uytenbroek, Heer van Vlooswijck.
=====
In Ongenade:

Op 6 januari 1425 stierf Hertog Jan van Beieren volgens verschillende contemporaine kronieken als gevolg van een vergiftiging. Een beschuldiging die in die tijd wel vaker voortkwam bij voorname mensen die een plotselinge of onverklaarbare dood stierven, doch in het onderhavig geval is dit aangetoond door een schuldbekentenis van Heer Jan van der Vliet, gedateerd op 3 augustus 1424 en die was afgelegd voor een commissie uit de Landsheerlijke Raad.

Daarin vertelde hij hoe hij op hemelvaartsdag in Schoonhoven aankwam en de dag erna ging uit eten bij Heer Jan, de bastaard van Langerack. Daar ontmoette hij een Engelse koopman uit Engeland die zich voorstelde als Jan Hendricxz. en enkele Hoekse ballingen w.o. Heer Florens van Toll, Pieter Buitenwech en vijf of zes personen uit steden: Willem Schoenmansz., Vranck Florensz., Claes Egbertsz. en Jan Ysebrantsz. De Engelsman zocht telkens met hem in gesprek te komen en vroeg Heer Jan of hij Waals, Frans of Latijn verstond, wat hij met een “nee” moest beantwoorden.

Daarop antwoordde de koopman dat de Ridder maar een half mens was als hij die talen niet verstond, waarop Jan zich wrevelig afwendde. Na de maaltijd gingen ze met z’n allen wandelen op de Leckdijk en ontlokte de Engelse koopman Heer Jan van der Vliet informatie over Hertog Jan van Beyeren. Dit deed hij door interesse te veinzen en hem te vragen hoe de Hertog leefde, waarmee hij zich bezig hield en of hij dikwijls in het openbaar kwam. Ook vroeg hij hem of de Hertog bewaakt werd en of makkelijk te naderen was. Heer Jan van der Vliet antwoordde de koopman dat de Hertog een goedertieren Heer was, toegankelijk voor ieder en dat hij veel verzoekschriften en brieven ontvangt. “Ik heb horen zeggen” vervolgde de vreemdeling, “dat hij bang is voor sluipmoordenaars en vergif ?” “Waarom spreekt gij daarover?” vroeg Ridder Jan van der Vliet en voor de tweede maal liet hij de indringer zijn rug zien.

Niettemin had hij wel een vermoeden en zijn nieuwsgierigheid kreeg de overhand. De volgende dag ontbood hij de Engelsman in zijn Herberg en werden er na enige onderhandelingen snode plannen gemaakt. De koopman zou in Engeland het vergif gereedmaken en het pakje verzegelen met dezelfde zegelring die hij aan zijn vinger droeg. Als wij daarbij in ogenschouw nemen dat de man naast klassieke talen ook andere talen beheerste, mogen wij aannemen dat hij een hoge edelman was en geen koopman.

Twee van de Hoekse ballingen, van Toll en Butenwech werden in het complot betrokken en zouden ervoor zorgen dat het vergif Jan van vliet zij bereiken. Zodra hij het gif had toegediend zou hij tweeduizend kronen in baar geld ontvangen, en als het gif zijn werking had gedaan, nog vijftigduizend kronen aan geld of onderpand…..een voor die tijd astronomisch bedrag waar menig edele Ridder voor in de verleiding zou komen. Zo ontving Heer Jan op een dag het “venijn in een herten lederkijn in een buskijn ” Mocht het niet voldoende zijn, dan zou er meer uit Engeland komen. Voor Heer Jan van der Vliet was dit een kans om rijk te worden en naam te verwerven.

Het graafschap Holland en zeeland was toen verwikkeld in een burgeroorlog waarin de partijen elkaar de macht betwistten. Grote onrust heerste er over de verscheidenheid van mening over de rechtmatige Vorst van de graafschappen aangezien Gravin Jacoba van Beieren in werkelijkheid de enige rechtmatige Gravin van Holland was. Haar oom had zich met steun van de Duitse Keizer Sigismund gewoonweg de macht toegeëigend en regeerde de graafschappen als Ruwaard. Zijn huwelijk met Vrouwe Elisabeth van Gorlitz was tot dan toe kinderloos gebleven, maar de Hertog was pas vijftig jaar oud en had mogelijk nog lange tijd van leven voor zich. In het oog van de Hoekse Partij die Vrouwe Jacoba waren toegedaan, was dit een doorn in het oog en werd er door sommigen geen middel geschuwd om de Hertog van de Hollandse graventroon te stoten. Blijkbaar vonden ze daartoe Ridder Jan van der Vliet als Hofmeester van de Hertog, een uitermate geschikt persoon.

Nadat deze laatste zich bereid had verklaard deze wandaad op zich te nemen, bedacht hij daarvoor een snood plannetje want omstreeks half juli 1424 “streec hij dat venijn an mijns Heren boeck, dat was omtrent also groit als een noot ”. Naast het hem aangeboden fabuleus bedrag, was het ook zijn onvoorwaardelijke liefde en trouw aan de overleden Graaf Willem VI, die hem wellicht deed besluiten hiertoe over te gaan. Het was immers zijn dochter, vrouwe Jacoba van Beieren, die recht had op de troon, niemand anders. Het werd op deze wijze een kwestie van eer voor hem en zijn familie, vooral als hij slagen zou, en hij was overtuigd van zijn welslagen, hij kende het grafelijke huis op zijn duimpje en zo ook de manieren en gewoonten van Graaf Jan. Na zijn snode daad probeerde Ridder Jan 2000 kronen te verzilveren, maar ving bot, beargumenteerde allerlei bezwaren en zei dat de dood niet was ingetreden, het judasloon niet was verdiend.

Hertog Jan van Beieren maakte zoals zovelen in zijn tijd bij het omslaan van de bladzijden van zijn gebedenboek zijn vinger nat, en nam zo via vingers en tong het gif in zich op. De vreselijke vergiftigingsverschijnselen dienden zich na het dagelijks gebedsritueel al gauw aan en Heer Jan van der Vliet werd als vertrouweling van de Hertog al gauw als schuldige ontmaskerd. Voor zulke misdaden en ook voor mindere waren ze in die tijd niet mals. Het zou voor Heer Jan van der Vliet betekenen dat hij een gruwelijke dood moest sterven. Het recht moest zegevieren en het recht diende als een voorbeeldfunctie wat zichtbaar moest zijn, een soort van afschrikkingmiddel voor diegene die het in zijn hoofd mocht halen om de wet alsnog te overtreden. Reeds in juli 1425 zat hij op het slot van de Kastelein in Purmerend gevangen. Vandaar werd hij naar ’s Gravenhage overgebracht om door een raad van edelen gehoord te worden. Na zijn proces voor het Hof van Holland werd Heer Jan van der Vliet veroordeeld tot een gruwelijke dood in het openbaar. Op 23 augustus van datzelfde jaar werd hij op de Grote markt te ’s Gravenhage door de beul naar het schavot geleid en daar met een bijl onthalst. Vervolgens werd zijn lichaam door vier paarden bij de ledematen uit elkaar getrokken. Uit een bewaard rekeningfragment blijkt dat men de Dordtse beul op kosten van de stad naar Den Haag had gestuurd om hem daar terecht te stellen. Op deze wijze stierf Ridder Jan nog voor zijn slachtoffer. Jan van Beieren overleefde hem niet lang. Door het gif zwaar aangetast sleepte hij zijn ziekelijk bestaan voort tot 6 januari 1426. Die dag viel hij plotseling dood neer. Voor zijn vijanden was het een triomf wat uitbundig in den Lande werd gevierd en voor hen was Heer Jan van der Vliet een held.

Hieronder het beginstuk van de schuldbekentenis van Heer Jan van der Vliet:
Dit siin alsulke punten als her Jan van den Vlyet gelyet heeft voir mijns liefs Genadichs heren raede van beyeren uut den lande van Hollant, als Boudewijn van Zweten, tresorier, heren Willem van Egmonde, heren Vranck van Borssel, heren Philips van Corkene, Florens van Borssel, heren Aernt van leyenberch, Florens Paedze enz. ende oick Somige uut den lande van Lutcemburch, als her Eerhairt van Ghimminck, Gherrijt van Hoflis, Jan van Bensdorpt. Ende dairtoe van den steden van Hollant, als: Dordrecht, Haerlem, Delft, Leyden, Aemsterledam, Goude, Briel, Oudewater, Rotterdam ende Schiedam.

Galg ende Rad:
Tot omstreeks 1800 werd een strafrecht beheerst door het principe dat de dader gestraft moest worden met een straf die overeenkwam met het leed dat hij door zijn misdrijf had veroorzaakt. Daarom overheersten dood- en lijfstraffen , zoals brandmerken en verminken. Bijvoorbeeld door het afhakken van een hand of het uitsteken van ogen en geselen.
De doodstraf kon worden voltrokken door wurging, ophanging verdrinking , levend begraven, onthoofding of radbraken. Na executies op de Blauwe Steen of op het Gerecht voor het Gravensteen werd het lijk op een horde naar het Galgeveld gesleept. Daar werd het opnieuw opgehangen of op het rad gebonden , om daar net zo lang te blijven hangen tot de botten vanzelf op de grond vielen. De galg stond vaak op een kruispunt van wegen waar vanouds de geesten 's nachts rondwaarden, aan de noordzijde van een vaarwater. Het noorden zou het offer aan de goden symboliseren en het water zou een reinigende zonde afwassende functie hebben. De bedoeling was om de galg zoveel mogelijk in het zicht te plaatsen. Wie de Morsweg -voorheen Galgestraat genoemd- naderde zag de lijken bungelen. Bovendien hadden de inzittenden van zeil- en roeiboten op het Galgewater een uitstekende gelegenheid om zich aan het schouwspel te vergapen. Een reiziger die de stad naderde kon zien dat in Leiden de misdaad niet loonde.

Dat was ook het geval met Jan Velleman , die in November 1425 op een krakende wagen langs de Rijn bij Ter Wadding reed. In de verte kon hij de wallen en muren van Leiden zien, met daar bovenuit de rieten , houten en leien daken van de huizen , de torens van kerken en kapellen en de wieken van de walmolens. Bij de stadsmuren heerst grote bedrijvigheid. Metselaars zijn aan het werk bij de nieuwe Witte Poort aan het Noordeinde. Jan Velleman kijkt over het water naar de andere oever en huivert. Daar op het Galgeveld bungelen twee lijken aan een strop. Roofvogels pikken het vlees van de beenderen en strijken neer op het rad ernaast om de lekkere hapjes te verorberen. Hij vervolgt zijn weg naar de stadspoort , daarachter begint een nieuw leven als Leids portier. Maar naast de poortdeur hangt een been , met op een houten bord de tekst :

"Dit is het been van Jan van der Vliet , doet als hem niet ".
Dit was een serieuze waarschuwing voor burgers en buitenlui, Heer Jan van der Vliet die stond hier als voorbeeld. Men had bij de grote steden van Holland , Dordrecht als eerste, een toekomend vierendeel van Heer Jans lichaam, aan de stadspoort “ten toon” gehangen. Zo had de Dordtse beul zijn plicht niet verzaakt en was gerechtigheid geschiedt.
https://www.facebook.com/permalink.php?story_fbid=516900711684777&id=516896915018490

Do you have supplementary information, corrections or questions with regards to Johan II van Woerden Heer van Ter Vliet?
The author of this publication would love to hear from you!


Timeline Johan II van Woerden Heer van Ter Vliet

  This functionality is only available in Javascript supporting browsers.
Click on the names for more info. Symbols used: grootouders grandparents   ouders parents   broers-zussen brothers/sisters   kinderen children

Ancestors (and descendant) of Johan II van Woerden Heer van Ter Vliet


With Quick Search you can search by name, first name followed by a last name. You type in a few letters (at least 3) and a list of personal names within this publication will immediately appear. The more characters you enter the more specific the results. Click on a person's name to go to that person's page.

  • You can enter text in lowercase or uppercase.
  • If you are not sure about the first name or exact spelling, you can use an asterisk (*). Example: "*ornelis de b*r" finds both "cornelis de boer" and "kornelis de buur".
  • It is not possible to enter charachters outside the standard alphabet (so no diacritic characters like ö and é).

The data shown has no sources.

Matches in other publications

This person also appears in the publication:

Historical events

  • Gravin Jacoba (Beiers Huis) was from 1417 till 1433 sovereign of the Netherlands (also known as Graafschap Holland)
  • In the year 1424: Source: Wikipedia
    • August 17 » Hundred Years' War: Battle of Verneuil: An English force under John, Duke of Bedford defeats a larger French army under Jean II, Duke of Alençon, John Stewart, and Earl Archibald of Douglas.


Same birth/death day

Source: Wikipedia


About the surname Van Woerden Heer van Ter Vliet


The West-Europese adel publication was prepared by .contact the author
When copying data from this family tree, please include a reference to the origin:
Pieter, "West-Europese adel", database, Genealogy Online (https://www.genealogieonline.nl/west-europese-adel/I239069.php : accessed June 23, 2024), "Johan II van Woerden Heer van Ter Vliet (1390-1424)".