Ancestors van Jennigje (Jennie) Kanis » Hubert II Bosinchem, Heer van Culemborg (1307-1347)

Personal data Hubert II Bosinchem, Heer van Culemborg 

Source 1

Household of Hubert II Bosinchem, Heer van Culemborg

He has/had a relationship with Jutta Petersdr van der van der Lecke.


Child(ren):

  1. Mechtild van van Culemborg  ± 1330-> 1390
  2. Maria van van Culemborg  ± 1340-± 1390
  3. Jutta van van Culemborg  ± 1340-????


Notes about Hubert II Bosinchem, Heer van Culemborg

Hubert was beleend met Culemborg (1-07-1314). Tevens was hij erfschenker van Utrecht (1322).
Op 19 oktober 1307 'in crastino beati Luce evangeliste' belooft Johannes de Boesinghem en Culenborch, knaap, mede namens zijn zoon Hubertus, den burcht Malderich, waarmede Hubertus door den graaf van Gelria is beleend, als open huis te zullen bewaren. Op 29 oktober 1311 'in crastino beatorum apostolorum Sijmonis et Jude' belooft Johannes de Boesenkem, knaap, aan het kapittel van St Pieter te Traiectum dat hij zijn oudsten zoon Hubertus, zoodra deze meerderjarig zal zijn geworden, den brief van 1311 oktober 26 zal laten bevestigen.
Op 26 oktober 1311 'feria tercia post diem Undecim milium Virginum' verklaart Johannes de Boesenkem, knaap, verkocht te hebben met toestemming van zijn vrouw Peronella, aan het kapittel van St Pieter te Traiectum, 8 hoeven op Rietfeld achter Pariis, welke hij daarna van het kapittel in erfpacht ontvangt. Op 29 oktober 1311 'in crastino beatorum apostolorum Sijmonis et Jude' belooft Johannes de Boesenkem, knaap, het kapittel van St Pieter te Traiectum dat hij zijn oudste zoon Hubertus, zodra deze meerderjarig zal zijn geworden, de brief van 26 oktober 1311 zal laten bevestigen. Op 28 maart 1314 instrumenteert notaris Johannes, genaamd de Sancta Columba, geestelijke, dat Hubertus, oudste zoon van Johannis de Bosenkem, de verkoop door zijn vader van 8 hoeven land op Reijfelt achter Pariis bevestigt.
Op 30 juni 1314 'in crastino beatorum Petri et Pauli apostolorum' erkent Hubertus, zoon van Johannes de Culenborch, dat Reijnaldus graaf van Gelria, hem 4 hoeven land in Paveija, met den tiend en het dagelijksch gericht, in pand heeft gegeven. Op 1 juli 1314 'des manendaghes na zente Peters en de Pauwelsdage' beleent Reijnald, graaf van Ghelre, na opdracht door Johan van Bosinghem, diens oudsten zoon Hubrecht met het huis te Culenborch met 16 morgen land, 2 deelen van Woronscampe met den tiend, den tiend van Lansmere en den tiend van 12 hoven op Rietvelt alsmede van de 4 hoven van Paveijen, behoudens den lijftocht voor Johan voornoemd, waarna Hubrecht met deze goederen beleent zijn stiefmoeder Parnijele, vrouw van Johan voornoemd. Op 26 juli 1314 beleent Johan van Bronchorst, proost van Oudemonster, na opdracht door Johan van Bosinghem, diens oudsten zoon Hubrecht met een hoeve land aan de bisscopsgrave, behoudens den lijftocht voor Johan voornoemd, waarna Hubrecht zijn stiefmoeder Parnijele, vrouwe van Johan voornoemd, lijftocht.
Op 6 juni 1325 'in crastino Bonifacii episcopi' oorkonden deken en kapittel van de kerk van St Johannes te Traiectum, dat zij alle goederen van hun kerk, gelegen in Bosinchem, behalve het patronaatsrecht van de kerk aldaar en de goederen, die de opvolgers van wijlen heer Stephanus de Buren, ridder, van hun kerk hebben, afgestaan hebben aan Hubertus genaamd Pincerna de Bosinchem, knaap, voor een rente van 330 zwarte tournoisen 's jaars. Op 3 januari 1327 'des saterdaechs na Jaersdaghe' belooft Renout, graaf van Ghelre, Hubrecht den Sceijnke van Bozinchem schadeloos te houden voor een borgtocht van 330 £ zwarte tournoisen bij Didderich Romers, burger te Utrecht. Op 27 januari 1327 'tot Bruessele des Dinsdaghes nae sinte Pauwelsdach' verklaart Otthe, heer van Cuijck, ridder, verkocht te hebben aan heer Willem graaf Heijnegouwen etc, al zijn bezittingen in het sticht Utrecht en in de heerlijkheden van Aemstel en Woerden, uitgezonderd het leen, dat Hubrecht de Scenck heeft, en dat dient voor de tafel van den bisschop van Utricht. Op 7 mei 1327 'des donredaghes na meijdach' belooft Johan, bisschop tUtrecht, Hubrecht den Scenc schadeloos te houden voor een borgtocht van 709 £, 17 schellingen en 4 penningen zwarte tournoisen bij Vrederick heer Waernerszoon.
Op 27 juli 1327 'te Dordrecht des manendaghes na sente Jacobsdach' beleent Willam graaf van Henegouwen, Hollandt etc, Hubrecht Schencke met 2 hoeven land in Ackoije en 25½ morgen land in Rippicikerwaird. Op 6 november 1329 'ter Horst op sente Wilbrordsavond' beleent Johan, bisschop tUtrecht, na opdracht door Johan van Zulen, Hubrecht den Scenc met het halve gericht van Scalcwiic. Op 29 januari 1330 'des manendaghes na sente Pouwels dach conversio' beleent Sveder, heer van Vijanen, na opdracht door Jan van Lopic, Steven ten Vriese ten behoeve van diens broeder Hubrecht Scenck met het gericht van Wolfslant en het andere gericht, dat Ghisebrecht van Scalcwiic vroeger bezat, gelegen tusschen den Diefdiic en het gericht van Paris, met de tienden en de tijnsen. Op 30 april 1331 'te Rosendael opten Meijavont' verklaart Hubert Schencke van Culenborch, dat hij aan Reijnaud, graaf van Gelre en Zutphen, heeft opgedragen het huis, dat hij gebouwd heeft op de zijde van Culenborch aan de kant van Everdinghen, en het daarna in leen ontvangen heeft.
Op 31 mei 1332 'des sonnendaghes voer Pinxterdach' verpandt Hubrecht van Everdinghen, knaap, aan Hubrecht den Scencke, heer van Culenborch, het gericht, den tijns en de kerkgift van Zidewendervelt, uitgezonderd den grooten en kleinen tiend, waarvoor diens broeder Steven die Vriese zijn leenman is. Op dezelfde dag geeft Hubrecht de Scencke, heer van Culenborch, renversaal van den brief van 1332 Mei 31. Op 3 juni 1332 verklaart Alaert van den Wael, knaap, verkocht te hebben aan Hubrecht den Scencke, heer van Culenborch, zijn gericht op Autena met de tienden en tijnsen, leenroerig aan den proost van Oudemunster. Op dezelfde dag belooft Alaert van den Wael, knaap, dat hij zijn grootmoeder Gloria van Everdinghen zal laten afstand doen van haar lijftocht aan het goed te Autena, vermeld in den brief van gelijken datum.
Op 13 april 1333 'des dinxdaechs na beloken paeschdach' erkent Willaem graaf van Heijnegouwen en Holland etc, verkocht te hebben aan heer Willaem van Duvenvorde, heer van Oesterhout, en Hubrecht den Schenck de heerlijkheden van den Goije en van Haghensteine, namelijk Gaspaerde, Everdinghe, Gobertinghe, Tulle ende Wale, Honswiic en Jaersvelt, zooals wijlen jonkvrouwe Margriete ze van hem hield, behalve het huis ten Goije en het gericht van Houten en ten Goije, die Ghisebrecht Uten Goije van hem houdt. Op 2 mei 1336 'ghegheven te Keijnot des anderen daghes na Meijedach' erkent Willem graaf van Heijnnegouwen en Hollant, heer van Vrieslant, van zijn kamerling heer Willem van Duvenvorde, heer van Oesterhout, en van heer Hubrecht Sceijnke den koopprijs van de heerlijkheid Haghensteine ontvangen te hebben. Op 22 april 1344 'gegeven te Haerlem' beleent Willem graaf van Henegouwen en Hollant etc, heer Hubrecht Schenck, heer van Culenborch, met het deel der heerlijkheid Hagesteijn zoals 's Graven vader hem en Otto, heer van Asperen, daarmede beleend heeft.
Op 25 november 1334 'op sijnte Katerinendach der heilegher maghet' oorkondt Gherart Trant van Mauderic, richter in de Nederbetue, dat Wouter van Avenzaet overdraagt aan heer Hubrecht den Scenk, heer van Culenborch, zijn huis en hofstede te Aude-avenzaet met 6 morgen land. Op 30 november 1334 'op St Andries d'apostel' verklaren Aert Dirck, Jacob van Diemen en Diederick Reijners, schepenen van Ackoij, dat heer Hubrecht Skencke van Culenborch, ridder, naast de wetering van Culenborh aan het einde van de heerlijkheid Achoij een 'roode opslagers' heeft. Op 4 december 1335 'op sinte Barbarendach' verklaart Willam Rondeel, knaap, op te dragen aan heer Hubrecht den Scenk, ridder, heer van Kulenborch, 13 morgen land met een tijns en een hofstede, gelegen op Paeriis, en ontvangt deze goederen daarna van heer Hubrecht voor 10 jaar in pacht. Op 27 januari 1336 'des saterdags na sente Pauwelsdach conversie' erkent Reijnaut graaf van Ghelren en Zutphen, schuldig te zijn aan 'zijn ridder en man' heer Hubrecht den Scenk van Cuijlenborch 2000 £ kleine penningen. Op 25 mei 1336 'sabbato post diem pentecoste' oorkondt de officiaal van den aartsdiaken van Traiectum, dat Johannes genaamd Spirinc, pastoor van de kerk van Scalcwiic, aan heer Florentius de Arena, zoon van heer Elijas genaamd van den Zande, ridder, opdracht geeft om heer Hubertus genaamd Sceijnk, ridder, die het patronaatsrecht beweert te hebben, toestemming te vragen tot permutatie van zijn patronaatschap.
Op 5 maart 1338 verklaart Jan van Kulenborch, ten overstaan van zijn broeder heer Hubrecht den Scenk, heer van Kulenborch, op te dragen ten behoeve van zijn broeder Aernt van Kulenborch 6 hoeven land in het Vredestroo, beneden de Lanxmere-wetering, den tiend voorbehouden. Op 29 maart 1338 'des zonnendaghes na onser Vrouwendach verholen' doet Jan, heer van Arkel, uitspraak tusschen heer Otte, heer van Asperen en van Haghensteijn, ter eenre, en heer Hubrecht den Scenk, heer van Culenborch, ter andere zijde, over de grenzen van het gericht van Haghensteijn aan beide zijden van de Leck, behalve wat betreft het kerspel Jaersvelt. Op 31 augustus 1339 'des dincxsdaighs nae sinte Johansdach als men screef decollacio' erkent Hubrecht Schencke, heer van Culenborch, van Reijnaut hertog van Gelren etc, de stad en de heerlijkheid Culenborch in leen ontvangen te hebben, en de stad steeds voor hem te zullen openen.
Op 20 juli 1340 'des donredaghes voer sinte Marien Magdalenendach' verhuren deken en kapittel van St Johan tUtrecht, aan heer Hubrecht Sceijnk, heer van Culenborch, ridder, en zijn twee kinderen Johan en Gherijd, een halve hoeve land te Scalcwiic in de Gheer. Op 18 juni 1341 'des manendaghes na sente Odolfsdach confessoris' draagt Jan van Culenborch, ridder, heer van Woudenberch, op aan zijn 'boel' heer Hubrecht den Sceijnk, heer van Culenbroch, zijn huis te Culenborch met grachten en voorburcht en alle andere goederen en renten te Culenborch en goederen in de richting van Lanxmare, alles leenroerig aan heer Hubrecht. Op dezelfde dag erkent Jan van Culenborch, ridder, heer van Woudenberch, verkocht te hebben aan zijn 'boel' heer Hubrecht, heer van Culenborch, de goederen en rechten vermeld in den brief van denzelfden datum en belooft, dat zijn zoon Jan, geboren uit zijn eerste vrouw Sijbelija bij zijn meerderjarigheid eveneens afstand zal doen. Op 19 juli 1346 draagt Jhan van Culenborch, knaap, zoon van heer Jhan van Culenborch, heer van Woudenberch, over aan heer Hubrecht Scheijnck, heer van Culenborch, alle rechten op het huis c.a., vermeld in den brief van 1341 juni 18.
Op 11 februari 1342 'acta sunt hec in ecclesia beati Petri' instrumenteert notaris Florentius de Arkell, dat Willam IJn, lombard, afgezant van heer Hubertus Sceijnk van Culenborch, ridder, laat constateeren, dat de pachtbetaling aan het kapittel van St Pieter wegens verschil in muntwaarde door dit geweigerd is. Op 25 februari 1342 'acta sunt Traiecti in ecclesia Petri Trajectensi a parte meridionali iuxta chorum' instrumenteert notaris Theodericus Splinter Hubertsz van Lopick, dat Pilgrimus de Reno, kanunnik van St Pieter, en Wilhelmus IJn, rentmeester van heer Hubertus Scheijnke, ridder, heer van Culenborch, vaststellen voor welke waarde een gouden schild, bij de betaling van de pacht door den heer van Culenborch, gerekend zal worden.
Op 23 februari 1345 'op sunte Mathiis avont' beloven Johan, bisschop van Utrecht, en Robrecht van Erkel, ridder, heer Hubrecht den Sceijnk, heer van Culenborch, ridder, schadeloos te houden voor diens borgtocht tegenover Adaem Zoudenbalch. Op 14 mei 1347 'des 's manendaiges voer Pijnxterdach' beleent Hubrecht van Everdinge, knaap, heer Hubrecht den Scenk, heer van Culenborch, met het gericht te Zidewendervelt met tijns en kerkgift, waarop deze hem 450 £ voorgeschoten heeft, niet te lossen binnen 6 jaar. Op dezelfde datum bevestigt Hubrecht die Scencke, ridder, heer van Culenborch, de voorwaarden vermeld in den brief van gelijken datum.
Hubert sneuvelt op 21 juli 1347 in de slag bij Walef waarin hij aan de zijde van hertog Reinoud III van Gelre, hertog Jan III van Brabant en de Luikse bisschop Engelbert van der Mark tegen de stedelijke milities van Luikt en Hoei strijdt. Op 1 augustus is hertog Reinoud aanwezig bij de begrafenis van Hubert, bij welke gelegenheid hij diens zoon Johan II onder zijn bescherming neemt en hem tevens het recht van klokkenslag in Gelre verleent (het recht om troepen onder de wapenen te roepen ter verdediging van zijn bezittingen). Op 9 augustus 1347 'up sente Laurentius avend' beloven broeder Jan van der Vlake, prior, en het convent van de Predikerorde te Utrecht, een vierde mis voor de zielen van wijlen heer Hubrecht, heer van Kulenburgh, en diens vrouw Jutte, en maken hen deelachtig aan al hun goede werken.

Do you have supplementary information, corrections or questions with regards to Hubert II Bosinchem, Heer van Culemborg?
The author of this publication would love to hear from you!


Timeline Hubert II Bosinchem, Heer van Culemborg

  This functionality is only available in Javascript supporting browsers.
Click on the names for more info. Symbols used: grootouders grandparents   ouders parents   broers-zussen brothers/sisters   kinderen children

Image(s) Hubert II Bosinchem, Heer van Culemborg


With Quick Search you can search by name, first name followed by a last name. You type in a few letters (at least 3) and a list of personal names within this publication will immediately appear. The more characters you enter the more specific the results. Click on a person's name to go to that person's page.

  • You can enter text in lowercase or uppercase.
  • If you are not sure about the first name or exact spelling, you can use an asterisk (*). Example: "*ornelis de b*r" finds both "cornelis de boer" and "kornelis de buur".
  • It is not possible to enter charachters outside the standard alphabet (so no diacritic characters like ö and é).



Visualize another relationship

Sources

  1. Liebeek Web Site, Arie Liebeek, via https://www.myheritage.nl/person-1524861...
    Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen

    Stambomen op MyHeritage

    Familiesite: Liebeek Web Site

    Familiestamboom: 356104371-1

Matches in other publications

This person also appears in the publication:

Historical events



Same birth/death day

Source: Wikipedia


About the surname Bosinchem, Heer van Culemborg


When copying data from this family tree, please include a reference to the origin:
Jennie Kanis, "Ancestors van Jennigje (Jennie) Kanis", database, Genealogy Online (https://www.genealogieonline.nl/voorgeslacht-van-jennigje-kanis/I501341.php : accessed May 6, 2024), "Hubert II Bosinchem, Heer van Culemborg (1307-1347)".