Family tree Van Bergen » Huibert "Hupertus dominus de Vianen" van Vianen Heer van Vianen (± 1255-1318)

Personal data Huibert "Hupertus dominus de Vianen" van Vianen Heer van Vianen 


Household of Huibert "Hupertus dominus de Vianen" van Vianen Heer van Vianen

He is married to Agnes van der Goije van Langerak.

They got married about 1290.


Child(ren):



Notes about Huibert "Hupertus dominus de Vianen" van Vianen Heer van Vianen

{geni:about_me} http://www.genealogieonline.nl/de/de-meijer-stamboom/I2399.php

http://nl.wikipedia.org/wiki/Heerlijkheid_Vianen
Hij wordt vermeld van 1277- 1318. Heer Hubrecht van Vianen ridder was de oudste zoon van heer Sweder van Bosinchem ende Vianen ridder en van een dochter van Dns. Jacobus Johannis, schepen van Utrecht, wiens nazaten zich Lichtenberg hebben genoemd . Hubrecht is geboren omstreeks 1255 en overleed 25 Mei 1318 of 1319. Uit de oorkonde van 18 jli 1306 blijkt, dat Hubrecht van Vyanen, ridder, en Ayniese, vrouwe van Vyanen, van het Convent van Oistbroick in lijfpacht nemen den "Vuthoff" (hofstede gelegen buiten de ommuring van het klooster), benevens het goed va n Hulsdingen, gelegen ten zuiden van de Lek, westelijk van Vianen. Hun borgen waren heer Gijssbrecht de heere Vuytfen Goye, een volle neef van zijn vrouw, heer Hubrecht van Sconauwen, een neef van hem, heer Steven van den Waele (van Bosinchem), een volle neef van hem, allen ridder en voorts de knapen Sweder van Apcoude, Johan van Boesenkem, een achterneef van hem, zoon van de een viertal maanden te voren overleden heer Hubertus dictus Schenck de Bosinchem, verder Johan Vijffen Goye, een tante-zegger van haar en tenslotte de Utrechtsche burgers Willem en Vrederiek van Roedenborch. Dat ver Ayniese de dochter was van Walterus ex Goye volgt uit het bij hem besproken rouwbord uit den Dom. Nog als knaap verkoopt hij op 1 april 1288 aan het kapittel van St. Pieter te Utrecht een hoeve land tussen de Gaspa en de Haga-weteringe en neemt dit land daarop weder in pacht. Hij bezegelt de oorkonde met een zegel in groene was, dat als wape n drie zuilen vertoont, met randschrift: + S’ HUBERTI. DE. VIANEN. FAMULI. Als medezegelaars treden op zijn neef Dns. Hubertus de Bosinchem Pincerna (= schenker van de bisschop, bezitter van het Schenkambt, een Cuycks leen), wiens zegel echter verloren is gegaan, verder de broeder van de Pincerna, Dns. Splinterus, miles, wiens zegel in groene was een gothisch schild vertoont, waarin drie zuilen, met randschrift: + S’ SPLINTERI MILITIS DE BOSINCHEM en ten slotte Dns. Jacobus, die door heer Hubrecht van Vyanen oom wordt genoemd, en in groene was zegelt met een scepterrad en randschrift: + S’JACOB1 FIL. JACOBI CIVIS TRAIECT. Dit is de latere Utrechtse erfschepen, die zich nà 1290 noemde "van Lichtenberch" en met het aannemen van deze naam ook een ander wapen ging voeren, nl. in rood drie gouden lelies met een geschulpten schildzoom van zilver. Dns. Hubertus de Vianen, thans ridder en zoon genoemd van wijlen Dns. Swederus de Bosinchem miles, krijgt op 19 oktober 1289 van graaf Florens voor 236 pond en 15 stuivers het gehele dagelijkse gerecht in Vresewijck in pand. Op 24 juli 1324 word t het hoge gerecht van Vriesewijck op scheidsrechtelijke uitspraak van Reynout, de zoon van de graaf van Gelre, toegewezen aan de bisschop van Utrecht (Jan van Diest) en tevens ook het dagelijkse gerecht van Vreeswijck en Nyervaert, dat heer Sweder van Vianen ridder, de zoon van heer Hubertus, in onderpand had gehad, terwijl de door deze gezette gruit wordt afgeschaft. Op 10 november 1327 verpandt dan de bisschop de gerechten van Vriesewike en van der Niervaert weer voor 500 pond aan Willaem van Duvenvoirde of als deze overleden is aan zijn broeder Jan van Polanen, waarbij de graaf van Holland borg blijft voo r de bisschop. Hubertus de Vianen miles blijft op 23 juli 1292 mede-borg voor Arnoldus de Ercle (=Arkel), heer van Noordeloos, ridder jegens het kapittel van St. Marie te Utrecht bij de pacht van de helft van het gerecht, den tins en de grove en smalle tienden van twaalf hoeven land tussen Ameyde en Merkercke. Hupertus dominus de Vianen belooft op 6 december 1294 aan zijn heer Renhaldus graaf van Gelre niet zonder diens toestemming op de Veluwe te zullen jagen. Heer Hubertus zegelt nu met het door hem als ridder gebruikte zegel. Dit vertoont een zeer eigenaardig lang en smal gothisch schild met de drie zuilen, ter weerszijden vergezeld van een bijschildje. Het rechtsche vertoont een wapen: geschuinbalkt van zes stukken (Beusichem? Everdingen?), het linker idem, maar daar overheen twee dwarsbalken: het rand-schrift luidt: + S’ HUBERTI. DE. VIANEN. MILITIS. Een zelfde zegel met de beide bijschildjes, echter geschuinbalkt van acht stukken, gebruikte ook zijn vader, Swederus de Businchem miles, 24 Juli 1279. Evenals zijn oom Alard van Bosinchem, zijn neef Dirk Sphnter van Bosinchem en zijn zoon Zweder beloofde hij graaf Floris V op 25 okt. 1294 hulp, zij herhaalden dit tezamen met andere Stichtse Edelen, oa. de oom van Agniese, de ridder Ghysebrech t van den Goye en haar broeder, de knaap Wouter van Langherake, en verzoent ridder Hubrecht van Vianen zich op 24 juni 1298 met graaf Jan I van Holland (F. v. Mieris, Groot Charterboek der Graven van Holland uitg. 1753, deel 1, p. 561 en 594). In 1299 zijn oa. de ridders Johannes de Lede en Hubertus de Vianen borgen voor de knaap Henricus de Vechten. Hubertus de Vianen leent op 13 november 1313 aan de graaf van Gelre 1000 pond, waarvoor hij de villa Lexmonde en Odike in pand krijgt. Hee r Hubreght van Vyanen ridder, maarschalk in den lande van Utrecht, noemt op 29 oktober 1303 heer Ghiselbreght van Sulen, kanunnik van Oudmunster, zijn neef. Hij pachtte op 18 juli 1306 de hofstede "Uithof" en landerijen in Helsdingen ten westen van Vianen van het klooster Oostbroek in lijfpacht. Hubrecht is op 18 november 1306 scheidsman voor zijn achterneef Johan van Boesinchem bij een geschil met Reinald graaf van Gelre over de burg te Maurik en een palus (broekland) tussen Beesd en Culenburch. Heer Hubrecht van Vianen is op 19 oktober 1307 medeborg voor zijn meergemelden achterneef Johan van Boesinchem en van Culenburch als deze mede voor zijn zoon Hubert bij (zijn eerste vrouw) Margareta, dochter van Gerard heer van Malderik (Maurik) belooft, dat de Burg te Maurik, waarmede zijn zoon Hubert door de graaf van Gelre beleend was, steeds voor den graaf een open huis zou zijn. In 1311 mag Meerkerk lozen door het gerecht Botersloot. Heer Hubrecht van Vianen ridder is op 17 juli 1311 met Gijsbrecht van Nyenrode, knaap, getuige voor Johan van Alblas ridder, die Gijsbrecht 'swagher' noemt. Voor Dirck van Herlaer knape is Haer Hubrecht van Vianen met oa. Haer Gisebrecht Uten Go y op 18 juni 1312 getuige. Wederom is heer Hubrecht van Vyanen ridder scheidsrechter met oa. de heer Uitten Goye op 5 september 1309 in een erfenis-geschil tussen heer Dideric van Brakel, zijn broeder en suster enerzijds en Jan van Zulen en zijn broeder, kinderen van heer Dideric (van Zulen) ter andere zijde. Hij leende op 13 nov. 1313 aan graaf Reinoud I van Gelre 1000 pond. Hubrecht van Vianen, ridder, zegelt met de ridder Jacob van Lichtenberch op 25 mei 1315 een verklaring, dat de stad Utrecht met tien schepenen, raden en oudermannen bezworen heeft ,dat een gegraven sloot aan de oostzijde van de Rijn, van Rijnvoerde tot den Ouden Gheyne, met al het land tussen gezegde sloot en de Rijn, aan haar behoort. Zegel als bovenvermeld met randschrift: " . . . . . erti de Vianen. militis". (Gem. Arch. Utrecht, Inv. no. 274 charter). Dns. Hubertus de Vianen miles zegelt op 26 maart 1318 voor de knaap Ghiselbertus de Ruele (Ruwiel), als deze van het kapittel van St. Pieter te Utrecht de tienden te Broeclederveen en het dagelijkse gerecht in Tyenhoven voor 100 pond per jaar in pacht neemt. Zijn zegel is weer hetzelfde als bovenvermeld met de twee bijschildjes. Tenslotte zegelt Hubrecht van Vianen voor het laatst op 6 mei 1318 voor zijn neef, de ridder Jacob van Lichtenberch, als deze aan de landgenoten in Wulvenrebroec en in Vechtenrebroec een kade als waterkering verkoopt in zijn aldaar gelegen gerecht. Dit is tevens de laatste vermelding van heer Hubrecht; hij stierf niet lang daarna, waarschijnlijk in 1318 of 1319 en wel op 25 mei. Het wapen van Vianen is in zilver drie zwarte zuilen (eigenlijk muurankers).
Hij wordt vermeld van 1277- 1318. Heer Hubrecht van Vianen ridder was de oudste zoon van heer Sweder van Bosinchem ende Vianen ridder en van een dochter van Dns. Jacobus Johannis, schepen van Utrecht, wiens nazaten zich Lichtenberg hebben genoemd . Hubrecht is geboren omstreeks 1255 en overleed 25 Mei 1318 of 1319. Uit de oorkonde van 18 jli 1306 blijkt, dat Hubrecht van Vyanen, ridder, en Ayniese, vrouwe van Vyanen, van het Convent van Oistbroick in lijfpacht nemen den "Vuthoff" (hofstede gelegen buiten de ommuring van het klooster), benevens het goed va n Hulsdingen, gelegen ten zuiden van de Lek, westelijk van Vianen. Hun borgen waren heer Gijssbrecht de heere Vuytfen Goye, een volle neef van zijn vrouw, heer Hubrecht van Sconauwen, een neef van hem, heer Steven van den Waele (van Bosinchem), een volle neef van hem, allen ridder en voorts de knapen Sweder van Apcoude, Johan van Boesenkem, een achterneef van hem, zoon van de een viertal maanden te voren overleden heer Hubertus dictus Schenck de Bosinchem, verder Johan Vijffen Goye, een tante-zegger van haar en tenslotte de Utrechtsche burgers Willem en Vrederiek van Roedenborch. Dat ver Ayniese de dochter was van Walterus ex Goye volgt uit het bij hem besproken rouwbord uit den Dom. Nog als knaap verkoopt hij op 1 april 1288 aan het kapittel van St. Pieter te Utrecht een hoeve land tussen de Gaspa en de Haga-weteringe en neemt dit land daarop weder in pacht. Hij bezegelt de oorkonde met een zegel in groene was, dat als wape n drie zuilen vertoont, met randschrift: + S’ HUBERTI. DE. VIANEN. FAMULI. Als medezegelaars treden op zijn neef Dns. Hubertus de Bosinchem Pincerna (= schenker van de bisschop, bezitter van het Schenkambt, een Cuycks leen), wiens zegel echter verloren is gegaan, verder de broeder van de Pincerna, Dns. Splinterus, miles, wiens zegel in groene was een gothisch schild vertoont, waarin drie zuilen, met randschrift: + S’ SPLINTERI MILITIS DE BOSINCHEM en ten slotte Dns. Jacobus, die door heer Hubrecht van Vyanen oom wordt genoemd, en in groene was zegelt met een scepterrad en randschrift: + S’JACOB1 FIL. JACOBI CIVIS TRAIECT. Dit is de latere Utrechtse erfschepen, die zich nà 1290 noemde "van Lichtenberch" en met het aannemen van deze naam ook een ander wapen ging voeren, nl. in rood drie gouden lelies met een geschulpten schildzoom van zilver. Dns. Hubertus de Vianen, thans ridder en zoon genoemd van wijlen Dns. Swederus de Bosinchem miles, krijgt op 19 oktober 1289 van graaf Florens voor 236 pond en 15 stuivers het gehele dagelijkse gerecht in Vresewijck in pand. Op 24 juli 1324 word t het hoge gerecht van Vriesewijck op scheidsrechtelijke uitspraak van Reynout, de zoon van de graaf van Gelre, toegewezen aan de bisschop van Utrecht (Jan van Diest) en tevens ook het dagelijkse gerecht van Vreeswijck en Nyervaert, dat heer Sweder van Vianen ridder, de zoon van heer Hubertus, in onderpand had gehad, terwijl de door deze gezette gruit wordt afgeschaft. Op 10 november 1327 verpandt dan de bisschop de gerechten van Vriesewike en van der Niervaert weer voor 500 pond aan Willaem van Duvenvoirde of als deze overleden is aan zijn broeder Jan van Polanen, waarbij de graaf van Holland borg blijft voo r de bisschop. Hubertus de Vianen miles blijft op 23 juli 1292 mede-borg voor Arnoldus de Ercle (=Arkel), heer van Noordeloos, ridder jegens het kapittel van St. Marie te Utrecht bij de pacht van de helft van het gerecht, den tins en de grove en smalle tienden van twaalf hoeven land tussen Ameyde en Merkercke. Hupertus dominus de Vianen belooft op 6 december 1294 aan zijn heer Renhaldus graaf van Gelre niet zonder diens toestemming op de Veluwe te zullen jagen. Heer Hubertus zegelt nu met het door hem als ridder gebruikte zegel. Dit vertoont een zeer eigenaardig lang en smal gothisch schild met de drie zuilen, ter weerszijden vergezeld van een bijschildje. Het rechtsche vertoont een wapen: geschuinbalkt van zes stukken (Beusichem? Everdingen?), het linker idem, maar daar overheen twee dwarsbalken: het rand-schrift luidt: + S’ HUBERTI. DE. VIANEN. MILITIS. Een zelfde zegel met de beide bijschildjes, echter geschuinbalkt van acht stukken, gebruikte ook zijn vader, Swederus de Businchem miles, 24 Juli 1279. Evenals zijn oom Alard van Bosinchem, zijn neef Dirk Sphnter van Bosinchem en zijn zoon Zweder beloofde hij graaf Floris V op 25 okt. 1294 hulp, zij herhaalden dit tezamen met andere Stichtse Edelen, oa. de oom van Agniese, de ridder Ghysebrech t van den Goye en haar broeder, de knaap Wouter van Langherake, en verzoent ridder Hubrecht van Vianen zich op 24 juni 1298 met graaf Jan I van Holland (F. v. Mieris, Groot Charterboek der Graven van Holland uitg. 1753, deel 1, p. 561 en 594). In 1299 zijn oa. de ridders Johannes de Lede en Hubertus de Vianen borgen voor de knaap Henricus de Vechten. Hubertus de Vianen leent op 13 november 1313 aan de graaf van Gelre 1000 pond, waarvoor hij de villa Lexmonde en Odike in pand krijgt. Hee r Hubreght van Vyanen ridder, maarschalk in den lande van Utrecht, noemt op 29 oktober 1303 heer Ghiselbreght van Sulen, kanunnik van Oudmunster, zijn neef. Hij pachtte op 18 juli 1306 de hofstede "Uithof" en landerijen in Helsdingen ten westen van Vianen van het klooster Oostbroek in lijfpacht. Hubrecht is op 18 november 1306 scheidsman voor zijn achterneef Johan van Boesinchem bij een geschil met Reinald graaf van Gelre over de burg te Maurik en een palus (broekland) tussen Beesd en Culenburch. Heer Hubrecht van Vianen is op 19 oktober 1307 medeborg voor zijn meergemelden achterneef Johan van Boesinchem en van Culenburch als deze mede voor zijn zoon Hubert bij (zijn eerste vrouw) Margareta, dochter van Gerard heer van Malderik (Maurik) belooft, dat de Burg te Maurik, waarmede zijn zoon Hubert door de graaf van Gelre beleend was, steeds voor den graaf een open huis zou zijn. In 1311 mag Meerkerk lozen door het gerecht Botersloot. Heer Hubrecht van Vianen ridder is op 17 juli 1311 met Gijsbrecht van Nyenrode, knaap, getuige voor Johan van Alblas ridder, die Gijsbrecht 'swagher' noemt. Voor Dirck van Herlaer knape is Haer Hubrecht van Vianen met oa. Haer Gisebrecht Uten Go y op 18 juni 1312 getuige. Wederom is heer Hubrecht van Vyanen ridder scheidsrechter met oa. de heer Uitten Goye op 5 september 1309 in een erfenis-geschil tussen heer Dideric van Brakel, zijn broeder en suster enerzijds en Jan van Zulen en zijn broeder, kinderen van heer Dideric (van Zulen) ter andere zijde. Hij leende op 13 nov. 1313 aan graaf Reinoud I van Gelre 1000 pond. Hubrecht van Vianen, ridder, zegelt met de ridder Jacob van Lichtenberch op 25 mei 1315 een verklaring, dat de stad Utrecht met tien schepenen, raden en oudermannen bezworen heeft ,dat een gegraven sloot aan de oostzijde van de Rijn, van Rijnvoerde tot den Ouden Gheyne, met al het land tussen gezegde sloot en de Rijn, aan haar behoort. Zegel als bovenvermeld met randschrift: " . . . . . erti de Vianen. militis". (Gem. Arch. Utrecht, Inv. no. 274 charter). Dns. Hubertus de Vianen miles zegelt op 26 maart 1318 voor de knaap Ghiselbertus de Ruele (Ruwiel), als deze van het kapittel van St. Pieter te Utrecht de tienden te Broeclederveen en het dagelijkse gerecht in Tyenhoven voor 100 pond per jaar in pacht neemt. Zijn zegel is weer hetzelfde als bovenvermeld met de twee bijschildjes. Tenslotte zegelt Hubrecht van Vianen voor het laatst op 6 mei 1318 voor zijn neef, de ridder Jacob van Lichtenberch, als deze aan de landgenoten in Wulvenrebroec en in Vechtenrebroec een kade als waterkering verkoopt in zijn aldaar gelegen gerecht. Dit is tevens de laatste vermelding van heer Hubrecht; hij stierf niet lang daarna, waarschijnlijk in 1318 of 1319 en wel op 25 mei. Het wapen van Vianen is in zilver drie zwarte zuilen (eigenlijk muurankers).

Do you have supplementary information, corrections or questions with regards to Huibert "Hupertus dominus de Vianen" van Vianen Heer van Vianen?
The author of this publication would love to hear from you!


Timeline Huibert "Hupertus dominus de Vianen" van Vianen Heer van Vianen

  This functionality is only available in Javascript supporting browsers.
Click on the names for more info. Symbols used: grootouders grandparents   ouders parents   broers-zussen brothers/sisters   kinderen children

Image(s) Huibert "Hupertus dominus de Vianen" van Vianen Heer van Vianen

Ancestors (and descendant) of Huibert van Vianen


With Quick Search you can search by name, first name followed by a last name. You type in a few letters (at least 3) and a list of personal names within this publication will immediately appear. The more characters you enter the more specific the results. Click on a person's name to go to that person's page.

  • You can enter text in lowercase or uppercase.
  • If you are not sure about the first name or exact spelling, you can use an asterisk (*). Example: "*ornelis de b*r" finds both "cornelis de boer" and "kornelis de buur".
  • It is not possible to enter charachters outside the standard alphabet (so no diacritic characters like ö and é).



Visualize another relationship

The data shown has no sources.

Historical events



Same birth/death day

Source: Wikipedia


About the surname Van Vianen


When copying data from this family tree, please include a reference to the origin:
Ard van Bergen, "Family tree Van Bergen", database, Genealogy Online (https://www.genealogieonline.nl/van-bergen-stamboom/I6000000007425375089.php : accessed May 1, 2024), "Huibert "Hupertus dominus de Vianen" van Vianen Heer van Vianen (± 1255-1318)".