He is married to Maria Maartense de Wit.
They got married on January 1, 1777 at Scheveningen, Nederland, he was 40 years old.
Child(ren):
reder van de prink waarmee de prinsessen van Oranje naar Engeland vervooert werden.Bron: Geschiedenis van Scheveningen door J.C. Maas
Vertrek van de Prinsessen
Het was een hoogst bezwaarlijk werk de schepen in zee te brengen, want
de strenge vorst had op het strand, zoo ver het oog reikte, een hoogen
ijsdijk gevormd en het strand zelf tot een vloer van kristal gemaakt.
Stuurman Zier Blok, een man van veel gezag onder de 'zeelieden, was hier
de leider.
"Het kan en het móet gebeuren" zeide hij en daarop gingen mannen,
vrouwen, jong en oud met schoppen, spaden, kruiwagens en manden aan
het werk - dag en nacht.
Zondag, 18 Januari, des morgens te 8 uur verliet Frederica Sophia
Wilhelmina, prinses van Pruisen met hare behuwddochter Frederica Louisa
Wilhelmina, prinses van Pruisen en het driejarig zoontje van deze laatste -
Willem Frederik Karel - later Koning Willem II - het stadhouderlijk paleis op
het Binnenhof. Een klein gevolg vergezelde de prinsessen.
"Hare gelaatstrekken toekenden niet weinig ontroering", zegt een
geschiedschrijver uit die dagen en wij willen hem gaarne gelooven. Het was
een gaan in ballingschap.
Te Scheveningen lagen dan een aantal visscherspinken voor uitzeilen
gereed. Een daarvan, gevoerd door stuurman Chiel den Heijer, zou de
Prinsessen en den jeugdigen Prins overbrengen. Bij aankomst te
Scheveningen was het water wassende en de pink dus niet droogvoets te
naderen. Bij het overbrengen van de Vorstelijke familie naar de sloep
maakte zich zeer verdienstelijk Janus Betting, kastelein in de herberg: "De
Gouden Engel", en algemeen als een warm Oranje-man bekend.
Een ooggetuige beschrijft het vertrek aldus:
Daarna zag ik een droevig tooneel; het waren de vrouwen van het Vorstelijk
geslacht met haar dierbaar kind later Koning Willem II, stil staande en met
verbazing den masthoog opgekruiden ijsberg aanstarende, waarbij er onder
de menigte aanschouwers een uitbarsting van weemoed plaats greep,
vooral veroorzaakt door een oude vrouw, die met uitgebreide armen de
hofkoets het eerst naderde en verzocht het Prinsje te mogen kussen; en dat
smartvol oogenblik was dan ook het hartverscheurende voor alle
aanwezigen.
Het gezelschap begaf zich vervolgens naar het bevrozen water en werd met
groote voorzichtigheid naar de sloep geleid. Het laatste was de beurt aan
het kind - Neerlands hoop - dat door een staatsdame of baker mede van
droefheid overstelpt, gedragen werd, die al smekende uitriep: "Och, och
draagt toch zorg voor ons Prinsje!" en toen het kind overgaf aan den
stuurman Chiel den Heyer en andere, die hetzelve naar de sloep geleidden,
hetwelk geschiedde in tegenwoordigheid van den reeder dier pink, den zeer
Godvreezenden Simon Berkenbosch Blok, die er zijn zegen vooraf over
uitsprak.
Het anker werd spoedig gelicht en met gunstigen wind koers gezet naar
Engeland.
Om één uur waren alle pinken reeds uit het gezicht. Een krachtige
Oostenwind bracht ze behouden te Yarmouth.
Aktenummer: 230Serieletter:
Aktedatum: 9 december 1813
Burgerlijke stand van: 's-Gravenhage
Soort akte: Overlijdensakte
Overlijdensdatum: 8 december 1813
Overledene
Overledene:
Voornamen: Simon
Tussenvoegsels:
Achternaam: Berkenbosch Blok
Leeftijd: 78 jaar
Beroep: reder
Echtgenoot / echtgenote van:
Voornamen: Elisabeth
Tussenvoegsels: van
Achternaam: Duijne
Gescheiden echtgenoot /echtgenote van:
Voornamen:
Tussenvoegsels:
Achternaam:
Weduwnaar / weduwe van:
Voornamen:
Tussenvoegsels:
Achternaam:
Vader
Voornamen: -
Tussenvoegsels: -
Achternaam: -
Beroep: -
Moeder
Voornamen: -
Tussenvoegsels: -
Achternaam: -
Beroep: -
Aangever(s) / aangeefster(s)
Simon Berkenbosch Blok, koopman, 31
Henderik van Duijne, koopman, 53
De Prins stapte met zijn gevolg, bestaande uit De Perponcher en den gezant vanGroot-Brittannië bij het Nederlandsche gouvernement, Richard graaf van Clancarty,
op den wagen.
Z. H. nam naast den voerman op het voorkrat plaats; telkens verhief Z. H. zich om
aan de menigte links en rechts een hartelijken groet te brengen.
De geestdrift steeg met het oogenblik; het volk was als dronken van vreugde. Men
klauterde tegen den wagen op, men bleef er aan hangen. Jacob Pronk leidde Z. H.
naar de pastorie van de Ned. herv. gemeente in de Keizerstraat No. 54, thans
bewoond door Ds. Van Noppen.
De toenmalige predikant Ds. Petrus Faassen de Heer was in die dagen uitlandig. Te
Scheveningen scheen men niet te weten, waar hij zich eigenlijk ophield. Uit een
brief, die de lezer onder het hoofdstuk "Het Oude mannen-, Vrouwen en Weeshuis"
zal aantreffen blijkt dat dominee was gearresteerd en overgebracht naar een stad
in Frankrijk, vanwaar hij in Januari 1814 ontvluchtte. Wat de eigenlijke reden van
die gevangenneming is geweest, kunnen wij nog altijd niet met zekerheid zeggen,
zeer waarschijnlijk zal het wel geweest zijn het smokkelen op groote schaal.
De Prins werd ontvangen door de beide dochters van den predikant. De meisjes
waren zoo zegt een geschiedschrijver van die dagen niet weinig verlegen met dit
hooge en onverwachte bezoek. Doch al spoedig verschenen eenige Scheveningsche
vrouwen uit den burgerstand om den Vorst te verwelkomen en daarna volgden ook
de tachtigjarige Berkenbosch Blok en Van Kouwenhoven Pais, beiden in uniform, de
eerste als kapitein, de laatste als luitenant der voormalige Scheveningsche
schutterij.
Berkenbosch Blok hield een korte toespraak, die, naar men beweert zulk een indruk
maakte, dat "zelfs de Engelschen, die hierbij tegenwoordig "waren en voor wie de
taal, waarin gesproken werd, onverstaanbaar was, "door een blijkbare aandoening
en eerbiedige houding, het plechtige van "het oogenblik en het ernstige dier
woorden, volkomen schenen te gevoelen en te begrijpen."
Weinige dagen na deze treffende ure stierf Berkenbosch Blok.
Niemand van of vanwege het Driemanschap was bij de landing en de ontvangst van
den Prins te Scheveningen tegenwoordig.
In de Brieven en Gedenkschriften van Hogendorp leest men wel: "Met smachtend
verlangen werd naar diens komst uitgezien. Eindelijk verspreidde zich den 30
November het gerucht, dat de Prins voor den wal was. Stirum ging naar
Scheveningen; Hogendorp's tweede zoon, de oudste tehuis, spoedde er zich te
paard heen," Doch zij kwamen te laat. Dat blykt uit een "Gedenkstuk der Verlossing
en Herstelling van Nederland in den jare 1813," 2e deel, uitgegeven door de
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen; waarin men het volgende leest:
"Naauwelijks aan land zijnde, trad hij in een open rijtuig, en was reeds halfwege de
stad genaderd, vóór dat de koetsen van den Graaf van Stirum en andere Heeren,
Zijne Hoogheid ter inhaling tegenrijdende, daar waren."
geboren
Simon Teunisse Berkenbosch Blok | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1777 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maria Maartense de Wit |
The data shown has no sources.