Den zes en twintigsten juni achttien hon-
derd drie en tachtig zijn voor ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgelijken Stand
der Gemeente Gouda verschenen Jurriaan Herman de Groot
oud vier en zestig jaren directeur van de be-
graafplaats en Lieve Groenendaal oud
negen en veertig jaren broodbakker bei-
den wonende alhier welke ons verklaard hebben dat
op den vijf en twintigsten dezer maand des namiddags
ten een ure in het huis in de Speldemakerssteeg
letter G nummer drie en zeventig in den ouder-
dom van zeven en tachtig jaren is overleden
NIESJE Snaterse zonder beroep geboren te
Sluipwijk wonende alhier weduwe van Jan
Uittenbroek dochter van Jan Snaterse overleden
zijnde de naam harer mede overledene moeder onbekend
Na voorlezing is deze akte door ons en de declaranten geteekend
She is married to Jan Uittenbroek.
They got married on March 19, 1819 at Sluipwijk , she was 27 years old.Source 1
In het jaar Achttien honderd negentien
den negentiende der maand Maart zijn voor ons Jacob
Hendrik van Doelen Schout der Gemeente van Sluip-
wijk Officier van den Burgerlijken Staat van voornoem-
de gemeente Kanton Gouda Provintie van Zuid
Holland in het huis der gemeente gecompareerd
JAN UITTENBROEK Jongman geboren
te Reeuwijk en aldaar gedoopt den negen en twintig-
sten September zeventien honderd twee en tachtig van
beroep Kleermaker wonende binnen den Gemeente
meerderjarige zoon van Willem Uittenbroek
overleden en Martijntje [Vant] absent in der
tijd Echtelieden
en
NIESJE SNATERSE jongedochter geboren
binnen deze gemeente den tweeden Januarij zeventien
honderd twee en negentig zonder beroep wonende
binnen deze gemeente meerderjarige dochter
van Jan Snaterse Taxateur van de Turf wonende
binnen deze gemeente en Lena Franken over-
leden in der tijd Echtelieden Deszelve toe-
stemming gevende blijkens Certificaat van den
Schout den Gemeente van Sluipwijk in dato den
tweeden Maart achttien honderd negentien
En welke aan deze zal worden [ge...........d]
Welke ons versogt hebben het door hun
voorgenomen huwelijk te voltrekken waarvan de
afkondigingen voor de hoofddeur van ons
huis der gemeente zijn geschied [......]
de eerste op Zondag den zevenden
Maart achttien honderd Negentien
des voormiddags ten elf uren en de tweede op
Zondag den veertienden Maart Achttien honderd
negentien des voormiddags ten elf uren
Gene verhindering tegen het gemelde
huwelijk ter onzen kennisse zijnde gebracht
hebben wij aan hun versoek voldoende na voor-
lezing van
1e de acte van geboorte van den bruidegom
afgegeven door den Schout Officier van den Civielen
Staat der gemeente van Reeuwijk den zestienden
Februarij achttien honderd negentien waaruit
blijkt dat hij gedoopt is te Reeuwijk den
negen en twintigsten September Zeventien honderd
twee en tachtig
2e De acte van geboorte van de bruid af-
gegeven door den Schout Officier van den Bur-
gerlijken Staat den gemeente van Sluipwijk den
derden Maart Achttien honderd Negentien
waaruit blijkt dat zij geboren is in deze gemeente
den tweeden Januarij Zeventien honderd twee en
Negentig
3e De Acte van Notariteit gepasseert
voor den Vrederegter van het Kanton Gouda
op den Vijf en twintigsten Februarij Achttien hon-
derd Negentien Constaterende het overlijden
van den vader van den bruidegom
4e De Acte van Notariteit gepasseert voor
den Vrederegter van het Kanton Gouda op den
achttienden Februarij Achttien honderd Negentien Con-
stateend de adsentie van de moeder van den bruidegom
Hebbende den bruidegom onder Eede verklaart
de plaats van het overlijden van zijne Groot
ouders niet te weten
5e De Acte van overlijden van de moeder van de bruid
afgegeven door den Schout Officier van den Burgerlijken
Staat der Gemeente van Sluipwijk den derden Maart
Achttien honderd Negentien waaruit blijkt dat zij
overleden is in deze gemeente den vijf en twintigsten
Maart zeventien honderd drie en negentig
6e Een Certificaat van den Schout der gemeente
van Sluipwijk in dato den tweeden Maart Agttien hon-
derd Negentien Constaterende de toestemming van den
vader van de bruid tot het huwelijk van zijne dochter
Niesje Snaterse met Jan Uittenbroek [dienende]
der gegeven toestemming voor zijne [.....] te-
genwoordigheid en goedkeuring
7e Het Certificaat van voldoening aan de Na-
tionale Militie afgegeven door den Gouverneur
der Provintie Zuid Holland den Vijfden Maart
Achttien honderd Negentien
8e De afkondigingen gedaan in deze Gemeente
de eerste op Zondag den zevenden Maart Agttien
honderd Negentien des voormiddags ten elf uren en de
tweede op Zondag den Veertienden Maart agttien
honderd Negentien des voormiddags ten elf uren
Die ingevolge de wet zijn aangeplakt geweest
9e Van het Zesde hoofdstuk van den Titel van het
burgerlijk Wetboek tot opschrift hebbende van
het huwelijk
Ieder den aanstaande echtgenooten
afgevraagd of zij elkander [wed.....nig] tot [....
...] vrouw wilden nemen waarop door elk der-
zelven afzonderlijk een toestemmend antwoord
zijnde gegeven verklaren wij in naam der Wet
dat JAN UIJTTENBROEK en NIESJE
SNATERSE door het huwelijk verbonden zijn
Van al het welk wij acte hebben opgemaakt
in tegenwoordigheid van Jan Kapteijn oud vier en
dertig jaren Arbeider wonende onder de Willens behuwd-
broeder van de bruid [Wout...] Slappendel oud een en dertig jaren
Bouwman wonende onder de Willens en Jan Godfried
Gerlagh oud vier en twintig jaren Geimploijeerd ter secre-
tarie dezer gemeente en Jan van [Klunnen] oud negen en
dertig jaren Veldwachter wonende binnen den gemeente
Zijnde de laatste drie getuigen geen bloedverwanten van de
toekomende Echtgenooten Welke getuigen ook onder Eede hebben
verklaard dat [....] zij den toekomenden Echtgenoot kennen de plaats
van het overlijden van desselve grootouders hen onbekend is
En welk deze acte nadat hun dezelve was voorgelezen nevens ons
en den Contractant hebben onderteekend de Contractante ver-
klaard hebbende haren naam niet te kunnen
teekenen
In het jaar agttienhondert en
negentien de zes en twintigste
van de maand april des na de
middags ten drie uuren hebben wij
Pieter Frederik van kuffeler van Hoo-
geveen Vrederegter van het Kanton
Gouda in het district Rotterdam ons
met de Griffier geadsisteerd begeeven
na de gebuurte de Platteweg gelee-
gen in de gemeente van Sluipwijk
in dit Kanton alwaar zooals aan
ons Vrederegter kenbaar was gemaakt
op heede morgen was overleeden de
persoon van Jan Snaterse bouwman
aldaar wonende in het huijs gemerkt
A No.11 nalatende onder meer
anderen zes minderjaarige en een af-
weezende ervgenaam alle kinderen
van den gemelde overleedene
ons aldaar bevindende ten stervhuij-
ze voormeld compareerden voor ons
Dirk Snaterse bouwman, Niesje Sna-
terse huijsvrouw van Jan Uitenbroek
Mr.kleedermaaker en Johanna Sna-
terse zijnde alle meerderjaarigen
kinderen van de gem: overleedene
Jan Snaterse aan de welke wij
hebben te kennen gegeeven dat ver-
mits degene hun overleedene vader
// drie minderjaarige en afweezende // zes
zoon heeft nagelaaten wij ons inge-
volge die bestaande wetten in de ver-
plichting bevonden om de
nalatenscahp van wijlen
hunnen vader te verzeegelen
van de [rechten van aldien
daarbij belanghebbende en ter weg-
neeming van alle verantwoorde-
lijkheid voorden aan wezende ten
stervhuijze onder onzelve zeegelen
te brengen]
De geme: comparanten hebben ons
Vrederegter verklaard zij lieden zich
met in het minste teegen deeze verzee-
geling zouden verzetten maar inteegen-
deel zulks als een maatregel van
voorzorg en verantwoordelijkheid
van hunnen zijden beschouwde
Wij zijn dus dadelijk overgegaan
om in hunne tegenwoordigheid een
bruijn eikenhout Cabinet te verzeege-
len geplaatst in een vertrek ter reg-
ter zijden van het voorhuijs het
uitzigt hebbende uit twee raa-
men op de voorweg wij hebben over
de twee openslaande deuren een
rood band gespannen waar van de bij-
de twee einden met roodlaak door
ons gewoon zeegel op een strook pa-
pier hebben vast gedrukt
Dit meubel met eenige aldaar ten
huijze voorhanden zijnden bekwaam tot
de verzeegeling nadien de verdere goe-
deren bestaa [....] agt stuks koeibeesten
twee paarden en het benoodigde bouw-
gereedschap voorts in eenige meubelen
als stoelen, taafels en verdere huijselij-
ke noodwendigheeden alle welke in
het oogstaande goederen voor het
grootsten gedeelte van geringe
waarden zijnden al[....]lven als de
door ons gestelde zeegels het leevende
haave en de bouwgereedschappen
door ons Vrederegter in bewaaring
zijn gesteld van den gemelde Dirk
Snaterse die zulks op zich heeft ge-
noomen als de bewaarder van ge-
regtsweegen gestelde [met aan ....
om de hetzelve] bij geleegenheid van
de ontzeegeling en inventarisatie
te zullen aanweezen en te voorschijn
brengen evenals al het zelve zich
op het ogenblik van het overleiden
van zijn overleedene vader zich heeft
bevindene
Nog hebben wij Vrederegter voor
ons vertrek van de meergeme: Dirk
Snaterse, Nisje Snaterse en Johan-
na Snaterse ingevolge den wet
nadien zij lieden allen bij de geme:
hunnen overleedene vader inwoonen
en deze tijdens zijn afsterven
aldaar ten huijze teegenwoordig
waaren den Eed gevraagd en afge-
noomen dat zij middelijk of on-
middelijk ter eenen maalen onbekend
zijn erne zijn overleiden iets midde-
lijk of onmiddelijk van die nalaaten-
schap is verduisterd of te zoeke ge-
maakt en ook niet weeten zulks door
anderen buijten hun is geschied
Nu tot het hier booven opgegee-
vene werksaam te zijn geweest van
des nademiddags ten drie uuren tot
des avonds ten zeven uuren hebben
wij dit verbaal geslooten en aan de
comparanten te doen voorleezen waar
na zij het zelve met ons en de Grif-
fier hebben onderteekend terwijl
Niesje Snaterse huijsvrouw van Jan
Uitenbroek aan ons verklaard heeft
niet te kunnen schrijven.
In het jaar agtienhonderd en ne-
gentien den zesde van de maand mei
compareerden voor ons Pieter Frederik
van Kuffeler van Hoogeveen Vrederegter
van het Kanton Gouda district Rotter-
dam Provintie Zuid-Holland ons ten
onze huijze bevindende
Dirk Snaterse bouwman en Arij van
Wijk metselaarsbaas wonende beiden
aan den Platteweg onder de gemeente
van Sluipwijk in dit Kanton die ons
Vrederegter in qualiteit die door wij-
len Jan Snaterse in leven bouwman
gewoond hebbende en den 26 der jongst
afgelopene maand april aan de
Platteweg evengemeld overleden
bij zijne testamentaire dispostie op
den 27e van de maand februarij 1819
ten overstaan van den Notaris Coen-
raad Hardenberg en getuijgen gepas-
seerd benoemd en aangesteld zijnde
tot voogden over zijne zes nagelaten
mindejarige kinderen uit zijn
laatste echt met mede wijlen Ca-
tharina Uittenbroek hebben ver-
zogt om den dag en het uur te willen
bepaalen op de week en het dan ons
Vrederegter zal goed dunken en
gelieven om aldaar ten stervhuijze
een aanvang te maaken met de
ontzeegeling der goederen ten einden
onmiddelijk op de door ons te bepaa-
len dag met de inventarisa-
tie van de nalatenschap
van meergem: overleedene
Jan Snaterse in onze tegen-
woordigheid een aanvang te doen
maaken en hebbende gem: com-
paranten dit requisitoir tot de
te doenen ontzeegeling ondertee-
kend
(handtekeningen)
Welk verzoek gezien hebbende en
aangezien er geene oppositie teegen de
ontzeegeling der goederen op den zes en
twintigsten van de maand april l:l:
door ons ten stervhuijze van wijlen
de gem: overleedene Jan Snaterse in-
gevolge het Procesverbaal daarvan op
die dag geformeerd en behoorlijk geregis-
treerd bestaat verklaaren wij ondergetee-
kende Vrederegter van het Kanton Gou-
da dat wij ons op aanstaande maan-
dag den tiende dezer maand mei des
voormiddags ten negen uren ten
gemelden stervhuijze zullen bevin-
den ten einde de ontzeegeling
der verzeegelde goederen te bewerk-
steelige en onmiddelijk daar na met
de inventarisatie zoo van die goederen
zoo wel als van de verder in het oog staan-
de goederen in onze teegenwoordig-
heid te doen voort gaan
Gedaan ten onze huijze op den zesde
van de maand mei 1819
Op maandag den tiende van de
maand mei des jaars 1800 en negen-
tien des voormiddags ten negen uren
hebben wij Vrederegter van het Kanton
Gouda met de Griffier geadsisteerd ons
ingevolge het hier boovenstaande requi-
sitoir en de daar op door ons gegee-
vene dispositie bevonden ten sterv-
huijze van meergem: overleedene
Jan Snaterse geleegen aan de Platte-
weg in de gemeente van Sluipwijk
zijnde het huijs gemerkt A:No.11
ons aldaar bevindende in een binnen
vertrek het uitzigt hebbende op de
gemeene weg zijn voor ons gecompa-
reerd
1e de gem: requiranten Dirk Snater-
se en Arij van Wijk in voorsz: hunne
qualiteit van voogden over de zes nage-
laaten minderjaarige kinderen van
meergem: overleedene Jan Snaterse daar
toe benoemd biij testamentaire disposi-
tie op den [27e] februarij van dit jaar
ten overstaan van den Notaris Coenraad
Hardenberg en getuijgen ten stervhuijze
alhier gepasseerd en op hee-
den behoorlijk geen regis-
treerd
2e Barbara Snaterse gehuwd met Jan
Kaptijn arbeider wonende onder Reeu-
wijk met deselve hare man geadsis-
teerd
3e Cornelis Snaterse veenman wonen-
de insgelijks onder Reeuwijk
4e Niesje Snaterse gehuwd met Jan
Uijttenbroek wonende al mede onder
Reeuwijk met gem: hare man geadsisteerd
5e Johanna Snaterse meerderjarig
en ongehuwd wonende ten stervhuijze
6e Frans Uittenbroek Commies bij het
Entrepot der Accijnsen te Rotterdam
en aldaar woonagtig in zijnen kwa-
liteit als bij famillieraad den
zestiende van de maand september van het jaar
achtien hondert en veertien onder
onze voorzitting gehouden benoemd
en aangesteld zijnde tot toeziende
voogd over Arie, Willem, Frans, Johan-
nes, Gerrit en Cornelia Snaterse
ingevolge het daarvan op gezegde
datum geformeerde Procesverbaal
behoorlijk geregistreerd
En eindelijk den Heer Willem Blok
openbaar Notaris binnen de stad
en het Kanton Gouda wonende al-
daar in relatie als op de daar toe
zijnde Heer President de Regt-
bank van Eerste aanleg zitting gehou-
den de te Rotterdam gepresenteerde Rekwestie
benoemd zijnde tot het representie van
den uitlandige Jan Snaterse weleer in Fran-
schen dienst en welke benoeming is gedaan
bij declaratoir voor Mijn Heer den President
op de Rekwete zelve gesteld in dato den
7e deeze maand meij den volgende dag door
den ontvanger [vestie] aldaar Sub deel 19 folio
138,3 afs: ter concurrentie van eene gulden ag-
tien en een halve cents geenregistreerd
Welke Barbara, Cornelis, Dirk en Niesje Sna-
terse met en benevens denzelve evengemel-
de broeder Dirk Snaterse te samen
uit eenen eerste echt verwekt met Lena
Franken en wijders Johanna Snaterse
met hare mede gemelde zes nog minder-
jarigen broeders en zusters uit den laatsten
echt met Catharina Uittenbroek ver-
wekt de eenige kinderen en erfgena-
men ab intestato zijn van wijlen welge-
melde Jan Snaterse mitsgaders bekwaam
om hun als zoodanig te gedragen
De hier booven genoemde comparanten
hebben benoemd tot Notaris om den gem:
boedel en nalatenschap op inventaris
te evengemelde Heer Coenraad Hardenberg
residerende binnen de stad en het Kanton
Gouda en tot tauxateur voor zoo veelde
leevende haave betreft de persoon van
Arij de [Groot