is de jongste van de tweeling (zie 10.B.3). Hoewel ze nooit zal trouwen, zal ook zij veel verhuizen. Ze begint haar carrière als dienstbode op het Rapenburg nummer 22 bij Cornelis Jacobus van Assen, hoogleraar in de Rechtsgeleerdheid. Ze verblijft daar van 1849 tot 1854. Voor het eerst duikt haar naam dan weer op in 1876, als ze op 4 augustus van Vianen naar Amsterdam verhuist, waar ze in de Leidsestraat gaat wonen. In november 1880 verhuist ze naar de Prinsengracht en in juni 1881 gaat ze terug naar Leiden. Vanaf 21 augustus 1889 woont ze in Haarlem (Rustenburgerlaan) en keert op 30 oktober 1890 opnieuw terug naar Leiden. Ze gaat wonen op de Hogeveensehof (Doelensteeg). Ze overlijdt aldaar op 6 mei 1912.
The data shown has no sources.