She had a relationship with Jan Embrecht Vanny.
Child(ren):
Janne Hermans van den Ham | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Embrecht Vanny |
1437 februari 26 847.Sch.Otw.149, f. 48v-4
Jan Engbrecht Vannijs als man van Janne, dochter Herman vanden Ham enerzijds en Herman Herman vanden Ham anderzijds hebben een erfdeling gehaald van goederen in Heukelom die hun door de dood van Herman senior zijn toegekomen.
Herman van den Ham verkrijgt:
? een stuk beemd, genaamt den Hovelaer, tussen Wouter Jan Vrients in het oosten en tussen Thijs Heyn Thijs, in het zuiden aan de gemeine Aa en in het noorden aan Peter Pyg;
? het vierde deel in de Gansbeempt, waar Jan een ander vierde deel houdt, en de andere helft aan Jan Aert Hermans Noydens vander Hoeve toehoort.
Jan verkrijgt
? het andere vierde deel in de Gansbeempt,
? een vierde deel in het Delsbroeck, waarvan Henric van Ethen een ander vierde deel van houdt, en Wouter Maes Hessels de andere helft heeft, in het westen aan de kinderen van Henric vanden Woude, en in het zuiden aan de gemeijn Aa, en in het noorden aan de gemeint van Haaren.
Jan betaalt hieruit een cijns van een oude groot aan de hertog;
? nog het vierde deel in het Wulferbroeck, dat deelt tegen Mychael die Haerde en Peter Pyggen.
Schepenen Wil. de Beke en Wil Luwe, 26 februari.
411. 1437 februari 26 847.Sch.Otw.149, f. 49r-1
Herman Herman vanden Ham heeft verkocht aan Laureyns Willem vander Heyden
? een stuk beemd genaad die Hoveleer, in Heukelom, tussen Wouter Jan Vrients in het oosten en tussen Thijs Heyn Thijs in het westen, van de gemeijne Aa in het zuiden tot Peter Pyggen in het noorden,
welk stuk Herman in deel is gevallen in een deling met Jan Engbrecht Vannys als boven. Als Lonijs van Meghen en Wouter Maes Hessels het recht van overweg verkrijgen, zal de verkoper de koper niet vergoeden.
Jan Aert Herman Noudens ziet af van vernadering. Schepenen Willem van Beke en Willem Luwe, dinsdag na Matthias, namelijk 26 februari.
412. 1437 februari 26 847.Sch.Otw.149, f. 49r-2
Herman Herman vanden Ham en Jan Engbrecht Vannys als man van Janne Herman van den Ham hebben verkocht aan Jan Aerrt Herman Noydens vander Hoeven
? de helft van een beemd genaamd die Gansbeemt, waarvan Jan koper de andere helft heeft, in Heukelom, de gehele beemd tussen de gemeynt van Heukelom in het zuiden en de gemeijne Aa in het noorden, in het westen aan Wouter Thomas Hesses en in het oosten aan Zibben vander Hoeven,
voor een cijns aan de gezellen van de kerk van Oisterwijk. Schepenen en datum als boven.
1441 januari 30 847.Sch.Otw,R.152,69r-01
Jacob geh. vanden Ham nat.z.w. Claus vanden Ham Herman geh. vanden Ham z.w. Hermans vande Ham Jan z. Engbrecht geh. Vannijs sijn zwager man van Janne geh. Jenneken sijns wive? d.w. Hermans vanden Ham voirs. Henrick geh. vander Voert man van Gertruden sijuns wijfs wittige d.w. Claus vanden Ham voirs. ende Elisabet geh. Uden? d.w. Uden Udens soens cum suo tutore electo
drie vyerende deel tot hen als hi seide behorende in een stuck lands mettem tymmeringen daerop staende gelegen in de prochye van Otw in een stede geh. Berckel < > der erfenisse Herman Wijten ^ aen der gemeynte v aen der erfenis Peters geh. die Ridder
welc stuc lands voirs. Jacon nat.z. qd Claus vanden Ham voirs. Yde ende Mary gesusteren dochteren qd Hermans vanden Ham ten erf chijnse erfelijc gecregen hadden jegen Peteren geh. die Ridder ende Wouteren geh. Back gebruederen zonen qd Hermans Ridders put in litt. scab. de Otw cont. ende welc drie vyerende deel vanden stuck lands metten tymmeringen daerop staendre voirs, hen van dode qd Yden ende Marien gesusteren dochteren qd Hermans vanden Ham voirs. ende van dode qd Soffyen hoire nychten dochter nat. qd Yden voirs. [in marge: .. gerecht ,, vijfte? .. erfelijc toecomen sijn] ende vanden welken stuck lands metten tymmeringen voirs. Soffye een derdende deel jegen Jacob vanden Ham voirs. erfelijc gecregen hadde put in litt. de Otw cont. leg. et her. resignit Janne die Ridder z. qd Peters Ridders vors. etc. der voirs. drie vierende deel etc. hem ennigerwijs toebehorende etc. wx parte eorum et ex parte qd Yde et Marie sorores et qd Sophye predicorum etc. in dese voirs. drie vierendedeel des voirs. stuck lands metten tymmeringen daerop staende wesende altemael af te doen denselven vutgenomen den commer ende onraet inden voirs. scepenen letteren begrepen ende vutgenomen drie lopen rogs erfelijcs pachts vut den alingen stuck lands metten tymmeringen daerop staende jaerlijcs van rechts te vergelden ut dixit welken commer ende onraet ende die drie lopen rogs erfelijcs pachts voirs. Jan geheyten die Ridder voirs. van nu voirtaen eenyegelijc jaer ende erfelijc alsoe geven ende betalen sal ende sculdich sal sijn te geven ende te betalen vut den voirs. stuc lands metten tymmeringen daerop staende ten termijnen der betalingen ende steden daertoe geset ende geordineert dat de voergh. Jacob vanden Ham Hermanne vanden Ham Janne Engbrechts z. Henricke vander Voert ende Elisabetthen Uden dochter tot ende op hen ende hoiren anderen goede dair af en ghene scaden comen en sullen ennigerwijs in toecomende tijden gelijc Jan geh. die Ridder voirs. dat openbaerlijc bekent heeft ende als een principael sculder sup omnia et huda etc. scab. Gerit van Meyensvoert et Jo de Elst in die lune post Pauli conversio xxx die januari duplicet Jo sol. litteram suam et alij sol. mihi ½ flandrie quem te.. Jacob vanden Ham
Nr. 823.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr.143, microfiche 5-C1, f.107v-1, aktenr. 823, 17-08-1421.
Op 17-08-1421 maakten 1. kinderen van Peter Brocken, a. Willem, b. Aert, c. Mechtelt, 2. Godert Brocken, voor hem en voor a. zijn wettige kinderen, b. Engelberen, van haar een zoon, verwekt door Willem van den Gheijn, - Claus, onmondige zoon, 3. kinderen van Jan Vriesen, a. Wouter die Vrijese Jans Vriesen zoen, b. Engelberen, gehuwd met Jacob Godert Mathijs zoen, 4. kinderen van Merten Brocken, a. Gheertruut, gehuwd met Jan van den Amervoert, en deze tevens voor zijn zwagers b. Peter, c. Henrick, en d. Jan, 5. kinderen van Peter Brocken (zelfde als 1?), a. Heijlwig, gehuwd met Claus van den Dael, b. Engelberen, gehuwd met Aert van den Loe, en deze tevens voor zijn zwager, echtgenoot van c. Elisabeth, gehuwd met Petrus Aben, d. Geertrude, gehuwd met Jan die Groet, e. Kathelijn, gehuwd met Willem Berkelman, 6. Peter Jans van der Kijnderen namens zijn moeder Elisa-beth,enerzijds, en 7. Laureijns Jan Laureijns, 8. Peter Wouter Pigghen, 9. Herman Herman van den Ham, en zijn zoon Herman en diens zuster (?) Janne, verwekt bij Mechteld dochter van wijlen voornoemde Jan Laureijns,10. Cornelijs Willems Canters man van Margareta Thome Hessels zoen, tevens voor Wouter Thomaes Hessels zoen,11. Jan van den Leempoel voor de onmondige kinderen van Jan van den Eijcke verwekt bij Aleijt dochter van voornoemde Peter Brocken,een erfdeling van de nalatenschap van Henrick Peter Brocken en zijn vrouw Gheertruut.
De erfgenamen van Henric Brocken kregen
1a. de westelijke 1/2 van een stuk land genaamd de Bolk, in Heukelom, tussen Jan Vrients Wouters zoen in het westen en tussen een erfenis daartegen gedeeld in het oosten,
2a. de oostelijke 1/2 van een stuk land genaamd Braak, in Heukelom, beiderzijds tussen erfgenamen van Geertruut vrouw van Henric Brocken,
3a. de zuidelijke 1/2 van een stuk land, gelegen voor goed van Lonijs van Megen, beiderzijds tussen de straat en en met beide einden aan erfgenamen van voornoemde Geertrudis, daaraf gedeeld, zoals deze erfenissen aldaar afgepaald zijn,
4a. de westelijke 1/2 van een stuk land genaamd de Vughtpad, tussen Aert Andries zoen en tussen Jan Vrient Wouters zoen,
5a. 1/6 van een beemd genaamd het Wulfer Broek, in Heukelom, strekkend aan de Aa, tussen erfgenamen van Lijsbeth Henricens en tussen Mathijs Henric Mathijs zoen.
De erfgenamen van Geertruut kregen
1b. de oostelijke 1/2 van het stuk land genaamd de Bolk, tussen de helft daaraf gedeeld in het westen en tussen Aelbrecht Keescopers wijf in het oosten,
2b. 1/2 van voornoemde Braak, tussen erfgoed daaraf gedeeld in het westen en tussen voornoemde erfgenamen in het oosten,
3b. de nooordelijke 1/2 van het stuk land voor voornoemde Lonijs, tussen de gemeint en tussen Aert van der Hoeve,
4b. de oostelijke 1/2 van het stuk land de Vughtpad genaamd, tussen Jan Vrients in het oosten en tussen erfenis daaraf gedeeld in het westen,
5b. een deel van het Wulfer Broek.
1436 augustus 24 847.Sch.Otw,R.150,32r-01
Engbrecht geh. Vannys z. qd Lambrecht Vannijs vyer lopen rogs erfpacht hem toebehorende die welc? hi in enen wittigen cope gecregen heeft jegen Herman geh. vanden Ham z. qd Hermans vanden Ham jegen Herman sinen zoen voir hem selven ende voir Jannen sijn zuster des voirs. Hermans dochter vanden Ham dair hi voir geloefde allen jaer in pr. solvende vut ende van
? enen beempt geh. den Gansbeempt gelegen in der prochyen van Oesterwijck in een stede geh. Hukelem < her. der kijnder Thomaes Hessels z. > den stroem aldair geh. die Aa ^ aen der erfenis Laureyns Jan Laureyns zoen v aen der ghemeynten
sic. he. in litt. scab. de Otw pl. cont. resignit etc. Weyndelmoeden dochter qd Jans Laets promittens sup omnia et her. allen commer van sinen wegen daerin af te doen derselver, Jan ge. Vannijs des voirs. Engbrechts Vannijs soen redemit etc. et resignit Weyndelmoeden coperse voirs. etc. commer van sinen wegen in af te doen derselver scab. Jo de Elst et Ghijsbrecht Korstiaens zoen in die sancti Bartholomei apostoli anno xxxvi