He had a relationship with Juet Vranck Poppen.
Child(ren):
Aert Aerts van der Hoeve | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Juet Vranck Poppen |
Nr. 431.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr.143, microfiche 2-E2, folium 46v-1 aktenr. 431, 10-04-1420.
Op 10-04-1420 droeg Henric Gherijts zoen van der Woude in huwelijkse voorwaarden over aan zijn zwager Aert Henric Willen een erfpacht van 6 lopen rogge, te leveren met lichtmis, gaande uit een erfpacht van 26 lopen rogge en uit een erfpacht van 1 mud rogge, zoals in 2 schepenbrieven van Oisterwijk.
De broers(?) Vranck Poppen, Melijs Vranck Poppen zoen en Aert Aerts van der Hoeven man van Juet Vranck Poppen verklaarden dat deze erfpacht van 6 lopen rogge voornoemde Henrick van der Woude toebehoort na overlijden van zijn moeder Elisabeth weduwe van Gherijt van der Woude, die erfgenaam was van Amelijs(?).
46v-2. Juet Vranck Poppen en haar man Aert Aerts van der Hoeven, en Jan Aert Jan Aerts zoen, zoon van voornoemde Juet, verkochten aan Melijs Vranck Poppen zoen en zijn zwager Laureijs Wouter Bac Willem Tijmmermans zoen een erfpacht van 1/2 mud rogge, te leveren met lichtmis op onderpanden te Westilburg te Korvel, gaande uit hun deel (te weten 15 lopen rogge) van een erfpacht van 26 lopen rogge, die ?al de erfgenamen van Aelwijns en Jonghelincs met lichtmis leverden aan Elisabeth Jan Hebscaeps, en die voornoemde Elisabeth verkocht had aan Jan Melijs Oerlmans zoen, gaande uit
1. een erfenis van eertijds Willem van den Zijewijn, in Westilburg,
2. een erfpacht van 1 mud rogge, die Elisabeth Hebscaeps zuster van Gherijt Hebscaep verkocht had aan Jan Melijs zoen After die Acker, te leveren met Andries, uit een erfpacht van 3 1/2 mud rogge die wijlen Aelwijns kinderen, wonende in Westilburg te Korvel, haar gelden,
zoals in 2 schepenbrieven van Oisterwijk.
46v-3. Voornoemde Juet en haar man Aert van der Hoeven, en Jan Aert Jan Aerts zoen verkochten voorts aan Heijlwijch weduwe van Heijn Langh Daneels zoen een erfpacht van 7 lopen rogge, te leveren met lichtmis, op de onderpanden te Westilburg te Korvel, gaande uit voornoemde erfpacht van 15 lopen rogge, zoals in het voorschreven bewerp staat.
Engbrecht Peters van der Scueren zag af van vernadering van deze erfpacht van 7 lopen.
Nr. 164.
RA Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.147, microfiche 2-A8, f.28v-6, aktenr. 164, 21-05-1430.
Op 21-05-1430 verkocht Aert Aerts van der Hoeve aan Laureijns Willems van der Heijde ½ van 1 bunder broek in Wippenhout op Bantsvoort, waarvan de andere helft behoort aan voornoemde Laureijns Willems van der Heijde, naast het broek behorend tot de goederen genaamd de Haviksdonk (thans van Bruusten Bruustens), naast Jan van Beerse zwager van Jan van den Eijnde, aan de gemene stroom genaamd de Vloets in het noorden en aan Willem den Becker de oude en Willem van Oss in het zuiden, belast met de hertogencijns van 8 penningen. Vranck zv de verkoper Aert van der Hoeve zag af van vernadering.