He has/had a relationship with Katarijn.
Child(ren):
Goijaert Lemmen Thijssen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Katarijn | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
=================071====================
P 158-v)
Komen zijn Jan en Gerit, zoons van wijlen Lambrecht Lambrecht
Thijssen, voor henzelf handelend en voor Cornelis en Lamberta hun
broer en zus, en verkopen met schepenbrief aan hun oom Goijaert
Berten Thijssen het door hen geerfde afkosmtig bezit van hun
grootvader wijlen Lambert Thijssen, waarvoor hun moeder Beatrijs
afstand van haar recht van vruchtgebruik heeft gedaan. De verkopers
beloven alle lasten van hun kant af te handelen en ze zullen hun nog
minderjarige broer en zuster later alsnog afstand van dit bezit laten
doen als ze meerderjarig zijn. Datum 18 april 1479, getuigen
Dormalen, Bont, Vloeten en Snepschuet.
=================120====================
Genoemde 6 verkopers uit de voorgaande akte, ieder voor hun 1/6e
deel ervan verkopen aan Mathijs Wautgaert Dircks van den
Engelsbraecken een huis, tuin etc. gelegen in herdgang
Naasstenbest, b.p. Goijaert Aelbrechts, Katarijn weduwe van
Goijaert Lambrechts en haar kinderen, de gemeenschappelijke
straat,de koper, Adriaen Henrick Harnismakers. Lasten hieruit zijn
een mud rogge per jaar aan Adriaen van den Eept, een half mud
rogge en en 3 lopen gerst aan de heren van der Donck, nog een half
mud rogge aan O.L. Vrouw in de St. Odulphuskapel, 3 lopen rogge
aan de erfgenamen van Steven Leemans, verder de grondchijns en
een halve braspenning en 1/3e deel van 20 stuivers per jaar aan de
erfgenamen van heer Ricalt van Merode. Ieder belooft voor zijn
zesde deel alle lasten af te handelen (geen datum en geen getuigen
vermeld, JT)
=================080====================
446-r)
Jan, Gerit en Claes, broers, verder Dingen met haar voogd, allen
kinderen van Lambrecht Lambrecht Thijssen verkopen nu aan hun
oom Goijaert Lambrechts hun erfdeel dat ze hadden geerfd van
hun nicht Margriet dochter van Mathijs Lambrecht Thijssen ....
eerder eigendom van .... Het betreft een stuk beemd genoemd de
Moestenbeemd herdgang Naastenbest, b.p. het erf van eerder Thijs
Jacops, Willem Henricks van der Vloeten en diens kinderen, de
gemeijnte. Nog inzake een stuk land genoemd de Laer, groot ca. 3
lopenzaad, b.p. Goijaert als koper waarvan is afgedeeld, Woutgaert
Dirck Woutgaerts. De verkopers beloven alle lasten af te handelen.
Datum 4 maart 1485, getuigen Claes, Mathijs en Franck.
=================167====================
Komen is Laureijs zoon wijlen Lambrecht Thijskens en verkoopt
zijn wettige broer Goijaert als het bezit en pachten etc. die hij van
wijlen zijn vader Lambrecht of van zijn moeder Beatricks heeft
geerfd, waar zich dat bezit ook in Oirschot bevindt en speciaal te
Best. Laureijs belooft deze overdracht altijd gestand te doen en alle
lasten daarin af te handelen. Datum 6 december 1477, getuigen
Vlierden en Henrick van de Ven.
=================002====================
Komen zijn Adriaen en Goijaert, broers en kinderen van wijlen
Lambrecht Thijskens en beloven samen en hoofdelijk om aan
Claes Thomaes van Oudenhoven die een bedrag van 20 peters te
gaan betalen, elke peter tegen 18 stuivers, samen met een rente van
1 mud rogge, Oirschotse maat, waarvan per a.s. Maria Lichtmisdag
over een jaar een bedrag van 5 peters en vervolgens elk jaar
hetzelfde bedrag met een rente al naar gelang, totdat Claes is
betaald. (het mud rogge waarschijnlijk voor het totaal van 4 jaar,
JT). Datum 27 januari 1473, getuigen Huijskens en Wolf.
=================035====================
6-r)
Gerard zoon wijlen Gerard Mathijs Huijskens verklaart dat
Lambrecht zoon wijlen Goijaert Lambrechts en diens broers Frank
en Denis aan hem een pacht van een half mud rogge hebben
afgelost, welke pacht Goijaert Lambrechts eerder had beloofd aan
Henrick natuurlijke zoon van Henrick van Strijp waarvoor Goijaert
Lambrechts zijn aflossingsrecht had behouden tegen betaling van 14
peters volgens de brief ervan d.d. 16 maart 1491. Die pacht van een
half mud rogge had Gerard gekocht van genoemde Henrick
natuurlijke zoon van Henrick van Strijp. Actum als boven.
In marge :
Lambrecht Goijaert Lambrechts ontvangt de oude brieven van het
halve mud rogge en stemt in met doorhaling van de akte in het
protocol. Datum 3 april 1519, getuigen Gielis Goijaert Gielis en
Willem Jan Brouwers. (de getuigen zijn geen schepenen in dit jaar
1519, JT)
=================255====================
Jan Daniel Schepens en Eijmbrecht Claes Schepens als wettige
erfgenamen van Aert Gijsbrecht Schepens, verklaren dat Gerit
Peters van de Laeck aan hen het 1/3e deel van een gulden per jaar
heeft afgelost, welke rente Aert Eijmbrechts Schepens steeds heeft
ontvangen uit het bezit van Goijaert Lemmen Thijssen. Datum 20
september 1522, getuigen Goert en Laeck.
P 275-v)
Blanko bladzijde.
=================306====================
Jan Henricks van den Spijker verklaart dat hij is voldaan en betaald
door Goijaert Lambrecht Mathijssen voor hetgeen hem was
vermaakt door Lisbeth dochter van Corsten Splits, die toen ze leefde
de vrouw was van genoemde Goijaert en hem in haar testament was
vermaakt. Jan geeft hem daarvoor nu kwijting en ook al zijn
erfgenamen etc. na hem. Actum als boven.
=================103====================
Komen is Michiel zoon wijlen Andries Gijben als wettige man van
Heijlwig dochter van wijlen Lambrecht Mathijssen en verkoopt nu
aan zijn zwager Goijaert (geen achternaam vermeld, JT) het bezit
dat hij als echtgenoot heeft geerfd van wijlen zijn zwager (is
schoonvader, JT) Lambrecht Mathijs, waar dat bezit zich ook
bevindt etc. in Oirschot in herdgang Verrenbest. Actum als boven.