He had a relationship with Arkenrade.
Child(ren):
Hubrecht Wouter Pyggen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Arkenrade |
1469 oktober 22? 847.Sch.Otw,R.175,145-26v-4
Jan Pyg z.w. Hubrecht Pyggen anders geheten Ackermans een mudde rogge jeep op Lichtmis? uit en van
? alre hande erffenisse in par. Otw in een stede geh. . dats te weten van een huyse en hoeve met sijne gronde en toebehoorten gelegen die Creytenmolen < erf Jan Langerbeens > erf vande Voert Claeus Pyggen ende Vranck Toyt ^ gem. straet
? een stuck lants geh. den Langhen acker streckende lanchs neffen die .jonghe Claeus Staerts ^v erf Wouter Priems
welk ½? mudde voers den voers. Jan in recht erfdeylinge met mede erfgenamen heeft hij wittelijk z.w. Jans van Ryele andersw geheyten de Clerck testes Jo Eyghen en Doeren Anno Lxix mense octobri? d .
Nr. 150.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr. 145, microfiche 1-E10, f. 9-5, aktenr. 150, 27-02-1426.
Op 27-02-1426 stonden kinderen van wijlen Hubrecht Pijggen (?en Arkenrade), 1. Henric, 2. Jan, 3. Aleijt, 4. Kathelijn, 5. Elisabeth, 6. Arkenrade, 7. Gertrudis, gehuwd met Dirck Wouter Fransen, 8. Heijlwigis, 9. Walterus, af aan Hubrecht Peter Huben het deel dat eertijds van hun vader Hubrecht Piggen was in een koeweide genaamd in de Rijt, in Udenhout, naast voornoemde Hubrecht Peter Huben en naast Aert Peter Huben.
9-6. Hubrecht Peter Huben verkocht aan Henrick, Jan, Aleijt, Elisabeth, Katelijn en Arkenraden een erfpacht van 1½ mud rogge, met lichtmis te leveren uit goederen die Hubrecht in erfpacht kreeg van de kinderen van Hubrecht Pijggen, gelegen in Udenhout.
1454 januari 30 847.Sch.Otw,R.162,07r-03
Laureyns vander Heyden z. qd Willems vander Heyden ses lopen rogs erfpacht hem toebehorende van ende vut xxij lopen rogs erfpacht die welc xxij lopen rogs erfpacht voirs. Engbrecht z. qd Willem Comans wilner heren Willem geh. die Coster priester geldende was allen jaer in pur. van
? ij stucken lants dat een stuck inde ackeren tusschen Oesterwijck ende Haren < her. des persoens der kerke van Oesterwijc > her. Jans vanden Eynde ^opte waterlaet
? dander stuck in de ackeren after Oesterwijck < der strate > her. qd Gheryt Hoersen
welc twee stucken lands voirs. dese voergh. qd Engbrecht tegen de voergh. qd heer Willem voer den voirs. erfpacht vande xxij lopen rogs ontvfangen hadde in een recht erfrecht te besitten ende welc xxij lopen rogs erfpacht voirs. dese voirs. qd her Willem Arkemade die wittige wijf was wilner Hubrechts geh. Pyggen beset had ende welc xxij lopen rogs erfpacht voirs. Laureyns Vannijn z. qd Henrick Toyts z. qd Peter Vannijns jegen Hubrechte geh. Pygghen als wittige manne ende momb. Arkemade sijns wijfs voirs. in wittige cope gecregen hadde put in div. litt. de Otw cont. ende welke erfpacht vanden xxij lopen rogs voirs. totten voirs. Laur. vander Heyden erfelike comen is na inhout scepenen letteren van Oesterwijc daeraf mency makende ende gewach doen leg. et her. vendt Margriete wedewe qd Willems geh. van Brakel tot behoef Heylwige hoer dochter wedewe qd Ghijsbrecht geh. Huysmans ende tot behoef der kijnder Heyklwigen ende qd GHijsbrechts doen hi leefde hoirs. mans voirs. van hen beyden tesamen gewonnen te weten Heylwigen ter tochte ende hoer kynderen voirs. te erve te bliven etc. resignit dicto Margriete ad opus ut supra etc. ende allen commer van sinen wegen ende van wegen qd Laureyns Vannijns voirs. ende alle erfgenamen des selve qd Laur. Vannijns in der voirs. erfpacht vanden ses lopen rox wesende altemael af te doen Heylwigen ende hoer kynderen voergh. scab. Laur. vander Heyden voirs. ende Jo Jo Wijtmans z. feria quarta post sancti Pauli conversio portatum pro scabini
Nr. 257.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr.143, micro¬fi¬che 2-A1, na folium 26 los vel aktenr. 257, 12-07-1417.
Op 12-07-1417 droeg Bruijsten Jans zoen over aan heer Dide¬ric Boest persoon van de kerk van Ois-terwijk, voor een helft ten behoeve van de persoon en van de altaristen der kerk van Ois¬ter¬wijk, en voor de andere helft ten behoeve der fa¬briek der kerk een erfpacht van 12 lopen rogge, die Henrick Henrick Lupprechs betaalde aan wijlen Willem den Coster priester, te leveren met lichtmis, gaande uit
1. de Godel¬den Akker en een dries daaraan ten einde, gelegen in de Akkeren ten einde Oister¬wijk, oost erfenis van het Kathe¬lijnen altaar en tussen Henrick Britters,
2. een stuk land daarbij gelegen, tussen erfenis van het Kathe¬lijnen altaar en tussen voornoemde Henrick Britters,
welke erf¬pacht Bruijst Jans zoen gekocht had van Hubrecht Wouter Pigghen man van Arkenaden; Hubrecht had die erfpacht gekregen na overlijden van heer Willem, zoals in diens testa¬ment. De persoon en de altaristen moeten jaarlijks op Antonius vigilie doen, en de persoon moet op Anto¬nius de mis opdragen voor de zielen van Bruus¬ten, zijn vrouw Alijt, zijn zoon heer Wouter, Claus Roests en zijn zuster Weijndel¬moede. Verder moest tijdens de 40 dagen van de vasten de lamp voor het heilig sacrament branden, op kosten van de kerk.
Nr. 289.
RA Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.146, microfiche 2-C12, f.42v-1, aktenr. 289, 14-12-1430.
Op 14-12-1430 werd genoteerd dat Laureijns Vannijs zvw Henric Peter Toijts voor zijn gebrek van een erfpacht van 22 lopen rogge gericht werd. Laureijns had die erfpacht gekocht van Hubrecht Pigghen man van Arkenrade. Wijlen Engbrecht Willem Comans leverde deze erfpacht met lichtmis aan wijlen heer Willem die Coster uit 2 stukken land, 1. in de akkeren tussen Oisterwijc en Haaren, naast de persoon van de kerk van Oisterwijk, naast Jan van den Eijnde en aan de waterlaat, 2. in de akkeren achter Oisterwijk, naast de straat en naast eertijds Gherijt Hoersen, welke 2 stukken voornoemde Engbrecht van voornoemde heer Willem voor de erfpacht ontvangen had, zoals in schepenbrieven van Oisterwijk van 29-12-1399. Voornoemde heer Willem had de erfpacht aan voornoemde Arkenrade vermaakt, naar zeggen van voornoemde Hubrecht.
De 2 stukken land werden verkocht aan Wouter Back zvw Gheerlic Bacs ten behoeve van hem en van Jacob van Brakel en Heijlwijgh wv Jacob Jacobs van Eel en haar zoon Jacob, die deze 2 stukken thans handplichten.
1466 januari 25 847.Sch.Otw,R.173,71-3r-02
Jan en Henric gebr. krn w. Hubrecht Pigghen de helft hen toebehorende in ½ mud rogge jeep op Lichtmis uit
? een stuck lands geh. die Paracker ½ mudzaad oft daaromtrent in par. Otw in loco dicto Huculum < erf Wouter van Eele Maes Hessels soen > erf Thijs Heyn Thijs sone ^ gem. acker v gem. waterloop
welk ½ mud jeep Arkenraet d.w. Hubrecht Pigghen tegen Willem z.w. Jan Vrient Wouters zoon in sch.br. Otw supt Jan geh. den Clerc z.w. Embrecht van Riele
scab. Heyman en Emken Goeskens? datum xxv january
Nr. 491.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr.144, microfiche 4-C3, f.87v-3, aktenr. 491, 27-04-1423.
Op 27-04-1423 verkochten Jan Diderics sBijes en zijn zuster Elisabeth Diderics sBijes aan Claus Pijggen zvw Aert van Stapel ½ van een erfenis genaamd Hein Linnen Erve, waarvan de andere helft behoort aan Vranck Henric Toijts, in Udenhout, naast Erkenraet ev Hubrecht Pijgghen en kinderen in het westen en naast Henric van der Voert en Aleijt Canters en kinderen in het oosten, strekkend aan de straat en aan Henric van der Voert, welke helft hem verstorven is van wijlen hun moeder Marije en hem versterven zal van hun vader Dideric die Bije. Gherijt Wijtman Gherijts zoen zag af van vernadering.
1436 mei 1 847.Sch.Otw,R.150,21v-02
Jan zoen qd Hubrecht Pyggen vyer lopen rogs erfpacht hem toebehorende van alsulken drie mudden rogs erfpacht als Hubrecht z. qd Peter Huben sculdich is te gelden jaerlix Arkenrade wedewe qd Hubrecht Pyggen ende hoiren kijnderen allen jaer in purificatione vut
? enrdenissen gelegen in Udenhout die welc Hubrecht Peter Huben z. voirs. tot enen erfpacht gecregen
heeft tegen die voirs. Arkenraet ende hoir kijnder etc.
vendt leg. Gherijt Zeger Godevaerts z. van Cleyn Waspyck sinen zwager et resignit etc. commer van sinen wegen daerin af te doen den selven scab. Syto et Ghijs Korstiaens soen in die Philippi et Jacobi apostolorum anno xxxvi
24. It. Hubertus filius quondam Wouteri Piggen supra Riedonc *258* 18.d.nov.
Ghijsbrecht geh. Moeren z. qd Jan Moeren openbaerlic heeft gekent dat hi met recht sculdich is te gelden den rectoir van onser Vrouwen altaer inder kercke van Oesterwijck gelegen zes lopen rogs erfelijcs pachts allen jaer in pr. vut
den huse ende hove cum attinentiis GHijsbr. dair hi nu in besittende is gelegen te Berckel dat qd Gheryt Jacob Truden soen te wesen plach
dats te weten dese ses lopen rogs erfpacht voirs. jaerlijcs te gelden den rectoir voirs. in afcortinge van alsulken mudde rogs erfpacht als qd heer Willem die Coster priester in sinen testament gemaect hadde Arkenraet wijf qd HUbrecht Pyggen hoer leven lanck te heffen ende te boeren ende na doet Arkenrade voirs. den rectoir van onser Vrouwen altaer voirs. erfelijc te bliven dats te weten
dit voirs. huys ende hof gelegen te Berkel < her. qd Godert Hessels > Pauwels die Wolf daer een wech tusschen gheet ^die straet
scab. Willem Sappeel et Jo Wytmans dominica post Lucye virginis xvij die decembris