Child(ren):
Nr. 457.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr.144, microfiche 4-A9, na f.78v los vel recto-1, aktenr. 457, 24-03-1424.
Op 24-03-1424 werden de volgende notities gemaakt.
Laurencius Scoemeker en Ghijb Aerts voor de gebuur van Berkel, Jan Toijt, Henric Toijten en Wouter Priem voor buren van Griet sWill...... tot de Kruisstraat toe bij de Winkel en voort omntrent de Kreitenmolen.
Lambrecht Henric Toijten, Jacob Hessel Jacobs, Jan Henric Vendijcs, Gherijt Vendijck en Willem Henrics van de Staeck hebben beloofd voor hen en voor de gebuur in Udenhout gezeten van de Kruisstraat voort tot Helvoirt waart aan en op de Winkel dat zij Ghijsbrecht Aert Leijten schadeloos zullen houden van de belofte die Ghijsbrecht voor hen te Luik gedaan heeft van de kerk van Oisterwijk, zoals die van de vrijheid van Oisterwijk beloofd hebben.
Jan Cortbont, Peter Vannij, Heijn Toijt, Jan Simons, Thomas Weijhaze, Bruijsten van Andel, Wijt Willem Grieten en Aert die Moelner voor zich en de geburen van Jan Hessels in de Houtste Straat gezeten tot Loon toe, beloofden op dezelfde manier.
Aert Andries van Hukelem beloofde voor zich, voor de geburen van Heukelom en voor die van Hoeva en Diesa, op dezelfde manier.
Na f.78v los vel verso-1. Wouter Jans van den Loo voor zich en voor zijn geburen van groter ?sWilde tot Jacob Hessel Snabbe. Ghijb Aerts betaalde de klerk hiervoor 3 vlaams.
Ghijb Aerts, Laurencius Scoemeker, Aert Andries van Hukelem, Wouter van de Loe, Gherijt Vendijck, Jacob Hessel Jacobs.
1435 december 28 847.Sch.Otw.149, f. 39r-3
Henric Mychael Boeden als man van Weyndelen, dochter Peter vanden Brekelen, heeft alle goederen die hij van zijn schoonvader heeft geërfd overgedragen aan Ghijsbrecht Aert Leyten zoon. Schepeen Jo Jo Wijtmans en Willem Luwe op Innocentium
1435 april 19 847.Sch.Otw.149, f. 17v-1
(Monasterium sancte Gertrudis)
Aert van Benacht, Jan Brock zvw Wouter Brocken, Herman Loder zv Wouter Loders, Gherijt zvw Claus Toyts Willem Wijtman Willem Grietensoen, Ghijsbrecht zvw Art Leijten, Henrick Willen, Jan zijn zoon, Henrick vanden Brekele, Jan van Gorchem, Godert vander Avoert en Godert Snoeck promiserunt indivisi Henrick van Buedel tot behoef van het godshuis van Sint Geertrui van Leuven 18 gouden dobbel Brabants geld op Sint Jan geboorte over een jaar, en 2 jaar daarna ieder jaar 18 gouden dobbel eveneens op Sint Jan van de vlastienden van Berkel en van Udenhout, welke 3 jaar lang gepacht zijn van de proost van Sint Geertrui.
Scab. Wil. Pistor jr. et Willem van Beeck feria tertia post die pasche scilicet XIX die aprilis ano XXXV
1453 juni 20 847.Sch.Otw,R.161,20r-2
Peter ende Aert gebruederen zoenen qd Ghijsbrecht Aert Leyten z. Herman geh. Loder z. qd Wouter Loders als man ende momboer Lijsbetten sijns wijfs Daneel geh. Pyers z. qd Daneel Pyers man ende momboir Jueten sijns wijfs Lambrecht z. qd Jans van Gorchem hoer swager als man ende momboir Reynsen sijns wijfs dochteren qd Ghijsbrecht Aerts soen voirs. ende Aert z. qd Aert z. qd Ghijsbrecht Aerts soen voirs. op
een huys ende hof met sinen gronden ende toebehoerten metten erffenisse daeraen liggende ende daertoe behorende daer qd Ghijsbrecht Aerts in bestorven is gelegen in Oesterwijck ter stede geh. Berckel < Aleyten hete? Aleyten wedewe qd Laureys Scoemekers ende eisdem liberorum > ^ Henrick z. qd Ghijb Aerts voirs. v aen die gemeyn straet
item op een stuck lands geh. die Wyltbraeck gelegen inder prochye ende ter stede voirs. < her. Peter Willen > aen Pauwels die Wolf ^ Maes Sybben v die gemeyn straet ut dixit
ende opten alinge rechte den voergh. Herman Daneel Lambrechts hioeren swager ende Aerde hoeren neve daer in enigerwijs toe behorende tot behof Peters ende Aerts gebrueders voirs. leg. et her. renunicavit eccect.. etc. ende commer van horen wegen daerin af te doen vutgenomen ende met voirwaerden toegedaen dat Peter ende Aert gebruederen vut der voirs. erfenisse jaerl. drye mudde ende ses lopen rogs in sHertogenbosch te geven ende leveren ende vyerdalve ouden groten ende een oertken van enen stuver erfchijns onsen heer den hertoge van Brabant ende neghen coelsch erfchijns ende noch enen witten stuver erfchijns Lucas van Erpe jaerlics daervut van rechts te vergelden ut dixit van nu voert aen enyegelic jaer ende erfelic alsoe geven ende betalen sullen vut den erfenissen voirs. ten termine der betalinge ende stede daertoe geset ende geordineert dat den voergh. Herman Danel Lambrecht ende Aerde tot ende op hen ende hoire goeden daeraf en ghene scade af comen en sal enigerwijs in toecomende tijden gelijc Peter ende Aert gebruederen voirs. dat openbaerlic bekent hebben ende op hen ende allen hoer gueden etc. op vorwerde toegedaen dat namaels anderen commer queme met recht dat si tot noch nyet af gedweten en hedden die daer van ouds opgestaen hed dat si dien commer onder hen allen deen den anderen gelijc sullen helpen dragen etc. scab. Jan Poynenborch ende Thijs Gruyter feria quarta sc. xx die juny anno Liij
Nr. 269.
RA Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.146, microfiche 2-C4, f.38v-1, aktenr. 269, 09-12-1429.
Op 09-12-1429 stond Marij Aerts Bonten wv Jan Jans van den Brekelen af aan Henricus Johannis de Brekelen, ten behoeve van haar kinderen, de tocht in een huis, hof en hofstad met aangelag, in Berkel, naast Jutta wv Arnoldus Doerman, naast de straat, aan de straat en aan Johannes Brock, dat voornoemde Jan van den Brekelen met meer erfenissen in erfpacht kreeg van Marie Peters van den Dijck, zoals in schepenbrieven van den Bosch.
38v-2. 11-12-1429. Henric Jans van den Brekelen stond af aan Ghijsbrecht Aert Leijten het recht van momberschap van de onmondige kinderen van wijlen zijn broer Jan van den Brekelen, te weten Beatrijs en Luutgaert, verwekt bij Marie Aerts Bonten. Vervolgens verkochten Ghijsbrecht Aert Leijten en Aert Weijberch Aerts Bonten zoon, namens de onmondige kinderen voornoemd huis en hof aan Henrick Jans van den Brekelen, belast met 3/4 van de hertogencijns van 19 penningen ouds, van 2 hoender erfcijns aan Jan van Haren en van een erfpacht van 1 mud rogge aan erfg Aert Doermans.
38v-3. 11-12-1429. Henric van den Brekelen beloofde Ghijsbrecht Aert Leijten schadeloos te houden.
38v-4. 11-12-1429. Henric van den Brekelen beloofde voornoemde cijns en pacht te leveren. Voorts dat Marij wv Jan van den Brekelen de tocht zal bezitten in ½ van de ooft in de boomgaard, na overlijden van Marie Peters van den Dijck.
7. 16-10-1424 1195 / 23v-1 Henricus Mijchaelis Boeijken verkocht aan Ghijbo Arnoldi Leijten soen van Helvoirt een erfpacht van 10 lopen rogge, te leveren met lichtmis, gaande uit 1. een akker in Oisterwijk in den Kudel, tussen Gertrudis weduwe van Arnoldus des Molners en tussen een weg, 2. huis, erf, tuin en aangelag, in Tilborch, tussen de heer van Merre en tussen Wijtmannus Koeijten, strekkend aan de gemeint.
Nr. 590.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr.143, microfiche 3-D3, folium 68-1 aktenr. 590, 26-11-1420.
Op 26-11-1420 gaf Willem Wouter Poijnenborchs uit aan Peter Merten Toelen zoen zoen een stuk land in Oisterwijk, tussen Henric Lijpprechts (een zijde en een eind), en tussen de weg die gaat door het Sijngels Veken, strekkend aan het goed ter Borch, voor een erfpacht van 1/2 mud rogge te leveren met lichtmis. Peter mag dit stuk land opgeven met dubbele pacht. Ghijsbrecht Aert Leijten zag af van vernadering.
417. 29-12-1438 1209 / 282v-4 t/m 283-13 4. Godefridus Johannis van den Schueren en Willelmus Wijtmanni Willelmi Grijeten soen beloofden aan de propositus van St.Gertrudis te Leuven 31 mud rogge, met Andreas op de spijker van de propositus te Oisterwijk te leveren. 5. Johannes Wolteri Brock, Henricus Johannis Wijllen, Johannes Henrici Johannis Wijllen, Ghijbo Arnoldi Leijen soen, Henricus Ghijbonis Arnoldi Leijen soen, Hermanus Wolteri Loet, Henricus Johannis van den Brekelen, Willelmus Wijtmanni Willelmi Grijeten soen en Petrus Wolteri van den Pasch beloofden de propositus 72 mud rogge. 6. Henricus Johannis van Buedel, Johannes Petri Beij, Danijel Danielis Pijers soen en Bartholomeus Bartholomei Stephani van den Amervoirt beloofden aan de propositus 43 mud rogge. 7. Jacobus Hessellonis Jacops soen en zijn zoon Petrus beloofden aan de propositus 25 mud rogge. 8. Bartholomeus Stephani van den Amervoirt en Johannes Amelii Walravens soen beloofden aan de propositus 41 mud rogge. 9. Genoemde Bartholomeus en Johannes Amelii beloofden aan de propositus 234 arnoldus gulden (2 rijders voor 5 arnoldus gulden of 1 willems hollands schild voor 2 arnoldusgulden), 1/3 te betalen met Johannes et 2/3 met allerheiligen. 10. Willelmus Wijtmanni Willelmi Grijeten soen en Arnoldus Johannis Langherbeen beloofden aan de propositus 322 arnoldus gulden. 11. Hermannus Wolteri Loet, Godefridus Johannis van den Schueren, Ghijbo Arnoldi Leijten soen, Henricus Ghijbonis Arnoldi Leijten soen, Henricus Johannis Willen, Johannes Henrici Johannis Willen, Danijel Danijelis Pijers soen en Gerardus Gerardi Wolteri Back beloofden aan de propositus 540 arnoldus gulden. 12. Henricus Godefridi Back beloofde aan de propositus 25 mud rogge. 1. Johannes die Yegher zvw Johannes die Cuper beloofde aan de propositus 33 + 3/4 arnoldus gulden. 2. Henricus Johannis van Buedel, Bertholdus Wolteri Berthouts soen en Johannes Johannis die Bont beloofden aan de propositus gedurende 3 jaar, elk jaar 28½ mud rogge. 3. Jacobus Hessellonis Jacobs soen, Petrus Jacobi Hessellonis Jacobs soen en Stephanus Wolteri van den Loo beloofden aan de propositus 102½ gouden peters. 4. Henricus Johannis van Ghijlze beloofde aan de propositus 144 arnoldus gulden. 5. (05-02-1439). Hessello Jacops, Johannes Hessellonis Gobels en Henricus Gerardi van den Voert beloofden aan de propositus 90 gouden peters. 6. (19-02-1439). Wolterus Ghijbonis van Ghijerle beloofde aan de propositus 31½ arnoldus