He had a relationship with Engelberen Arts van den Brekelen.
Child(ren):
Nr. 280.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr. 145, microfiche 2-D6, f. 27v-4, aktenr. 280, 22-10-1426.
Op 22-10-1426 droegen kinderen van Aert van den Brekelen, 1. Peter Aerts van den Brekelen, 2. Elisabet, gehuwd met Wouter van der Straten, 3. Engelberen, gehuwd met Wouter van den Wijel over aan hun broer 4. Aert Aerts van den Brekelen hun deel in een goed in Westilburg, ter plaatse de Koudenberg, eertijds van Aert van den Brekelen, thans in bezit van voornoemde Aert zijn zoon, en hun deel in een beemd die bij voornoemd goed hoort, in de lande van Breda gelegen in de Vucht van Gilze, hen verstorven van hun moeder Yde, uitgezonderd 2 bunder heide van een heidehoeve gelegen te Loon die van voornoemde Wouter van den Wijel blijven, welke Wouter kocht van zijn zweer Aert van den Brekelen. Zou Yde, dv Jan van Rijel en wijlen Yde Aerts van den Brekelen aanspraak maken op deze goederen, dan zullen de broers Aert en Peter en hun zwagers Wouter en Wouter dat gelijkelijk vergoeden. Hij is 4 vlieger verschuldigd van een andere brief van zijn broer Petrus.
Nr. 281.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr.144, microfiche 2-E3, f.46v-2, aktenr. 281, 04-10-1422.
Op 04-10-1422 sloten twee partijen, te weten enerzijds 1. Marij van den Wijel wv Henric Maerten, en haar neven en erfgenamen 2. Aert Peters van de Wijel, en 3. Wouter Jans van de Wijel, en de zonen van Wouter a. Aert, b. Jan van de Wijel, en anderzijds 4. Jan Vrient Wouters zoen man van Geertrude Claus Maerten, 5. Claus van Aerle Ghijsbrecht zoen man van Kathelijn Aert Claus Maerten en 6. Peter van de Velde man van Mechtelt Aert Claus Maerten zoen, een overeenkomst.
De erfgenamen van Marij van de Wijel en hun goederen zullen niet gehouden zijn aan 50 gulden en alle toezeggen die door wijlen Henric Maerten aan de andere partij mogen zijn beloofd. De tweede partij zal niet gehouden zijn aan een lijfpacht van 20 lopen rogge die wijlen voornoemde Henric Maerten aan voornoemde Marije beloofd mag hebben.
Nr. 692.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr.143, microfiche 4-C1, f.87v-2, aktenr. 692, 13-04-1421.
Op 13-04-1421 beloofde Wouter van der Straten nzv Mathijs Buckincs aan Wouter Jans van den Wijel 65 gulden van 36 bosch plakken, in 4 termijnen van 16 1/4 gulden te betalen, te weten met Philippus en Jacobus aanstaande over een jaar, en daarna nog 3 jaar op Philippus en Jacobus.
Wouter van den Wijel beloofde na de laatste betaling aan Wouter van der Straten goede vest en voorwaarden te doen van een schuur met grond en toebehoren te Enschot aan het Weertven; Wouter van der Strate zal deze schuur niet afbreken of verwaarlozen, zo land de som gelds niet volledig be-taald is.
Wouter van den Wijel zal met Wouter van der Straten een scheiding aangaan van het erf dat zij beide bewerken en gedeeld hebben, gelegen in Enschot. Wouter Jans zoen van den Wijel zal zijn weg hebben over erf van Wouter van der Straten.
Wouter van der Strate zal het deel van Wouter van den Wijel van een veken aan de Heerstraat, genaamd het Keelhekken, onderhouden, voor zover het Wouter van den Wijel toebehoort.
1473 februari 23 847.Sch.Otw,R.179,285-9v-1
Herman z. Jan Hermans sone weduw. Engelberen sue uxoris filia quondam Peter vande Wiele Jan z.w. Wouter vande Wiele Gherit Willem Heynen z. als wittige man en momb. Marien sue uxoris Hubrecht Willem Goeyaerts sone man van Elysabeth sue uxoris filia quondam Wouteris vande Wiele op 13 L rogs erfpacht die welc Peter z.Wouter vande Wiele op 13 lopen rogs die welk Peter z. Wouters vande Wiele tegen Willem z.w. Peter Stelaerts en tegen Gherit z. Gherit gheheiten de Bont met overgeven gecregen hadde te vergelden op Lichtmis uit zekere onderpanden ghelegen in par. Tilborch na inhout en teneur in verscheyde sch. brieven van Otw ad opus Jans Willems en Dircs kynder w. Peter Scelaerts
scab. Jan van Doren en Claes van Berck datum xxiij february
1435 april 19 847.Sch.Otw.149, f. 17v-3
Jan Mechtelden voirs. heeft overgedragen, tezamen met alle oorkonden, aan Andries zvw Claus Gherijt Melijs
? een stuc lands geh. die Lipsacker in Enschot opten waterlaet die ter kerkenwaert geet van Enschit < O erf Kathelinen Godert sGruters wijf met haar kinderen > W Jan die Groet en Jan die Bont ^N Jan Mechtelden voirs. v Z opte waterlaet
Welk stuk Jan heeft gekregen tegen (1) Aert zvw Aert vanden Brekelen, tegen (2) Wouter geh. vanden Wiel zvw Jan vanden Wiel als man van Engelberen en tegen (3) Wouter geh. vander Straten nzv Mathijs Buckincs zijn zwageren als man van Elisabeth, dochters van wijlen Arts vanden Brekelen ut in litteris de Otw.
? een hof geh. den Scouwenhof in Enschot bij de woning van Arts Wevers < erf dat vroeger van Jan van den Doren was en nu van Laureijns van der Heijden is > gemene plaatse.
Welk hof Wijtman zvw Gherijt Wijten verkocht heeft aan zijn broer Henrick tot het behoef van Jan Mechtelden voirs., ut in litteris de Otw.
? een stuc lands geh. dat Perstuc in Enschot < erf Jan Mechtelden voirs. > Melijs Walraven
Welk stuk Jan Mechtelden voirs. in een erfpacht gekregen heeft tegen de erfgenamen van Henrick Brocken, ut in litteris de Otw.
Lasten: 2 L rogge aan de erfgenamen Henrick Brocken, en een ½ Brabants boddreger aan de kerk van Enschot.
Scab. Jo Jo Wijtmans en Willem Lu feria tertia post die pasche scilicet XIX die aprilis