He has/had a relationship with Marie Wouter Boem.
Child(ren):
Vermoedelijk Jan Jan Wijtman van den Eijnde
Jan Jan van den Eynde | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Marie Wouter Boem |
De oudst bekende eigenaar van beide erven is Jan van den Eynde,een zoon van Jan van den Eynde2. Eerstgenoemde Jan van den Eynde is tweemaal gehuwd geweest. Uit zijn eerste huwelijk met Marie, `naturael dochter heren Wouters geheten Boem priesters` heeft hij drie dochters achtergelaten: Lijsbeth, die de leengoederen waarin Jan van den Eynde bestierf in 1428 krijgt toegescheiden, alsmede een erfpacht van een mud rogge uit de hoeve Ter Stegen bij de windmolen verwerft3; Heilwich, die is getrouwd met Jan Henriks van der Voert ter Nedervonder, en Aleid, welke in 1428 al weduwe is van Heiman van Eck, een natuurlijke zoon van de priester Jan van Eck4.
Nr. 289.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr.143, micro¬fi¬che 2-A8, folium 29 aktenr. 289, 04-09-1419.
Op 04-09-1419 schold Jan Jans van den Eijnde, voor zich en voor zijn zwager Gijelijs van Heerlaer, kwijt zijn zwager Henrick die Wijse van alle voor¬waarden en ge¬lof¬ten, die Henric aan Jan geloofd mag hebben, en van alle erfe¬lijke en havelijke goederen, die Jan en Gijelijs aangekomen mogen zijn van Heijl¬wig¬ van Ele, Henrics vrouw.
Nr. 208.
RA Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.147, micro¬fi¬che 2-C3(=4), f.37v-1, aktenr. 208, 21-08-1430.
Op 21-08-1430 verkocht Heijnman van Eck man van Alij¬t, dv Jan van den Eijnde (doorge¬haald: en Marie ndvw heer Wouter Boem priester), aan Elisabet Daems dvw Adam die Weder een erfpacht van ½ mud rogge die heer Wouter Boem priester, ten behoeve van zijn zwager Jan van den Eijnde, kocht van Roef Roefs van den Ghever, en die Roef verkregen had van Peter van den Doveloe, welke erfpacht Henric Wieric, zijn vrouw Kerstijn en Elisabet dv voornoemde Kerstine verkocht hadden aan Gheraert Wanghen uit 4 lopen land en een beemd daaraan gelegen achter de hof van wijlen Henric des Smeets, naast voornoemde Peter van den Doveloe en de straat en aan de ¬waterlaat, met lichtmis te leveren, maar toen vernaderd werd door voornoemde Peter, zoals in schepenbrieven van Oisterwijk.