(1) He had a relationship with Haedewygh Aerts van de Eynde.
Child(ren):
(2) He is married to Sofia Jansdr..
They got married before 1505.
Wouter Wouter Colff | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Haedewygh Aerts van de Eynde | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) < 1505 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sofia Jansdr. |
Wouter Woutersz. Colff, geb. ca. 1475, vermeld in Gorinchem 1500-1517, 1532 en Oisterwijk 1517-1525, mogelijk eigenaar van een herberg annex kolfbaan te (of even buiten) Gorinchem en later schipper, vroedschap van Oisterwijk, overleden 1532/1535. Tr. (1) vóór 1505 Sofia (Fyken) Jansdr. en (2) vóór 1511 Hadewig (Heesken) van den Eynde, overl. jan. 1541, dr van Aert Petersz. van den Eynde en Aleyt Aertsdr Appels (Houtappel?) [noot 1], en weduwe van Daniël Cornelisz. van der Goes; zij hertrouwde na Wouter Woutersz.' dood met Cornelis Bartholomeusz.
Uit het tweede huwelijk:
- Wouter Woutersz. Colff,
121. 1525 september 12 847.Sch.Otw.229,37v-2
Cornelis z.w. Berthoey ? Peters man van Heylwige zijn hvr d.w. Aert vanden Eynde zijn versterf en gedeelte daar Aert van den Eynde voorn. en Aleyt zijn hvr in vestorven zijn en zij na beider dood achtergelaten hebben waar ook gelegen
overgegeven Wouteren Colffs man van Haeywigen zijnre hvr tbv zijns en Kathelijnen d.w. Aerts vanden Eynde
1519 januari 15 847.Sch.Otw.223,2v-1
alsoe kwestie tussen de wittige krn w. Aerts vande Eynde t.e. en de krn w. Cornelis vande Eynde zijns broeders t.a.z. ter cause van alsulcke erffelijcke gueden als w. heer Jan vanden Eynde priester hennen oem aftergelaten hadde waarvan de krn w. Aerts zeggen gerecht te zijn de helft van de gueden als oft hen vader noch inder menscheyt levende waer en de krn van Cornelis pretenderen gerecht te zijn in die gueden ende te deylen elck van hen hoet voor hoet even vele gelijck die kynderen van Airden voirs.
soe is comen meester Peter z.w. Cornelis voirs. ook voor broers en zusters Wouteren Colff man van Haeywigen zijn hvr d.w. Airts voirs. ook tbv mede erfgenamen dat de wittige krn Aerts voirs in dese erfelijcke gueden deylen sullen die helft gelijck oft Aert voirs. noch inde menscheyt levende waer ende dat overmits dien dat heer Jan Appels den kynderen van Cornelis voirs. heeft quytgescouden alsulcke 8 Rgld als de selve Cornelis hem schuldig bleven was ende dat hij meester Peteren voirs. noch gegeven heeft een Rgld Juet Appels heer Jans zuster hem oick gegeven heeft 1/2 mud rogge eens ende dat oick die wittige kynderen Aerts hen hebben laeten alsulcke volghen gedeelt van alsulcken als Willem hebben tot Helvoirt als wedn. van Elisabeth huer moeyen hen tsamen sculdig was voer huer recht hen toebehorende inde huysraet bij de selve Elisabeth huer moeyen voirs. aftergelaten behoudelijck oick ende hier inne voirsien dat zij zelve blijven staen tot beyden zijden op hen recht in anderen gueden die hen tsamen bij versterve aencomen en versterven moegen want dit alleen slaet optie gueden van w. heer Jan vande Eynde voirs. ende anders nyet
1517 februari 10 847.Sch.Otw.221,9r-1
Wouter z.w. Wouter Colff man van Haeywigen zijn hvr d.w. Aerts vanden Eynde 4 L rogge jaarlijkse erfpacht als Haeywige voors. aencomen en verstorven zijn na dood w. heer Jan vanden Eynde priester haeren oem in een erfpacht van dordalve mudden rogge en welke erfpacht geldende is Margriet weduwe w. Wouter Loer op Lichtmis uit zekere onderpanden in Udenhout ter stede inden Cuyl volgens sch.br.
overgegeven Cornelis Jan Boenen
1523 maart 21 847.Sch.Otw.227,16v-1
Aleyt wede Aerts vande Eynde d.w. Aert Appels de tocht in
? stuk land tot weyen geheyten den Paddepoel 4 L bvvo < erf Elisabeth wede Aert Appels en haar dochter nu toebehorende Jacop Emmen > erff Jans Loesen ^ straat v erf Roelofs van Dongen
van welk stuk land Aert voorn. die 4/5 tegen Henrick z.w. Embrecht Henrick Emmen en Jueten d.w. Aert Appels voorn. met overgeven sch. Otw
heeft zij wettelijk overgegeven Kathelijn en Haedewyge gesusteren tbv hen en tbv Aerden haeren bruedere en Heylwigen hoer zuster wittige krn w. Aerts en deselve Aleyten - sabbato post letare
quo facto Kathelijn met haar momb. en Wouter Colff als man van Haedewygh zijnre hvr en namens Aert en Heylwig huen brueder en zuster dit stuk land opgedr. Jacop z.w. Henrick Emmenz.
belast met 3 L rogge jeep de tafel H.Geest tot Otw 5 halve braspennning jeec hrn van Baseldonck bij tsHertogenbosch en dit hebben zij gedaan voor alsulcken mud rogge jeep als Aert hun vader voors. geloeft hadde te gelden Jan van Gorop voor sch. sBosch van dit stuk land en nog 3 L rogge jeep die de fabriek van de kerk van Otw daaruit jaarlijks te heffen plach welke erfpachten van de mud en de 3 L voorn. w. Henrick Jacops vader voorn. daarna in zijn leven met cope verkregen hadde en nog voor 2 mud rogge eens in de sack en 14 Rgld zwaers gelts als Aert hen vader oick denselven Jan van Gorop schuldig was en Henrick ook betaald hadde volgens sch.br. waarbij deze erfpachten 2 mud rogge en 14 Rgld en schepenbrieven daaraff hiermede doot ende te niet zijn gedaen