He had a relationship with Gijsberta Marcelis Gijsbert Wijten.
Child(ren):
Jan Jan Willem "de Jonge" Verschueren | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gijsberta Marcelis Gijsbert Wijten | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1558, april 2 voor pasen n.st. - R 303/79r-79v
Jan Jan Verschueren de Jonge als man en momber van Ghijsbertke suae uxoris (zijn huisvrouw), dochter van Cornelis Ghijsbrecht Wijten, heeft gelofte gedaan als principaal schuldenaar te gelden, te geven en wel te betalen aan Andries zoon van wijlen Adriaen Eelkens ten behoeve van IJke diens huisvrouw, weduwe van Peter Cornelis Hermans, haar tot recht van vruchtgebruik maar het moet in erfecht blijven voor haar kinderen, door de voors wijlen Peter uit haar verwekt, een jaarlijkse en erfelijke pacht van een mud rogge en daartoe een jaarlijkse en erfelijke cijns van vijfentwintig stuiver, beide ieder jaar te vergelden op Onze Lieve Vrouwedag Lichtmis, uit en van een huis, hof, schuur, met de grond en toebehoren en uit de erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, groot ca acht lopensaet, gelegen in de parochie van Tilborch ad locum dictum (ter plaatse genaamd) aen die Heijdsijde doer den Dreijboom, aldaar tussen:
erfenis van Ghijsbrecht Jan van Ghierl een zijde
erfenis van dezelfde Ghijsbrecht voors met nog anderen ander zijde
de gemeijnt van Tilborch een einde
erfenis van de kinderen van wijlen Pauwels Cornelis Hermans
met ook nog anderen ander einde
ut dicebat et promisit warandiam more solito (zoals hij zeide en hij heeft beloofd te waren zoals gebruikelijk) en het voors huis, hof, schuur, met de grond en toebehoren en de erfenis daaraan liggende voors altijd goed, zeker genoeg en waardevast te maken etc en alle kommer en calangies daarop komende allemaal af te doen. Met condities en voorwaarden hierbij, dat de voors Jan, die deze gelofte deed en zijn nakomelingen de voors pacht en cijns acht jaar lang te gelden en daarna zullen ze mogen aflossen en kwijten tot hun schoonste, altijd met Lichtmis met de somma van vijfenzeventig karolus gulden, twintig stuivers of de waarde daarvan in ander goed gevalueerd geld voor elke karolus gulden voors te rekenen, simul cum pactione et censu anni reddemptionis et arrestadiis (samen met de de jaarpacht en jaarcijns en achterstand) behalve dat zij gehouden zullen zijn dit met sint Jansmis tevoren op te zeggen als ze met Lichtmis daarna de voors penningen zullen willen betalen. Item is het ook conditie en voorwaarde dat als op het einde van de voors acht jaren voor de voors IJke of haar nakomelingen nodig zal zijn of wanneer ze dat behoeven de voors hoofdpenningen te hebben hebben en als dat aan Jan Janszoon voors of aan zijn nakomelingen tijdig met sint Jansmis tevoren verkondigd en wettelijk opgezegd zal zijn, dat ze alsdan gehouden zullen zijn de voors hoofdpenningen met de jaarpacht en jaarcijns en alle achterstand met Lichtmis daarna op te brengen en te betalen, wat de voors Jan Janszoon op verbintenis als voor aan de voors Andries ten behoeven als boven zo ook beloofd heeft, zonder arglist.
Datum de tweede april voor pasen, schepenen Ghierl en Ghijben.
Duplicati sunt Andreas duplices et Joannes una (Er moeten copieën gemaakt worden, twee voor Andries en een voor Jan).
1552 maart 4 847.Sch.Otw,R.256,34v
Mercelis z.w. Ghijsbert Wijten wedn. Margriet d.w. Henrick Gherit Beykens zijn tocht supt Willem en Adriaen krn Mercelis en Margriet, Ghijsbrecht Jansz van Gierl man van Katherijne, Willem Willems Verschueren man van Yda, Jan Jans Verschueren man van Ghijsbrechtken drs Marcelis en Elysabeth en Jan Peter Gherit Reynen met voorn. Willem Mercelis als momb. van Peeterken d. Peeter z.w. Peeter Reynen bij Mechtelt d. Marcelis en Margriet
? - een huys hoff schuer schaepskoye schop grond erff daeraen tsamen 11½ L in par. Enschot etc.
supt Dierick z.w. Jan Panis
R.309 f 3, 21.6.1563:
Willem, Jan ende Jan gebroederen sonen wilner Jan Willem Verschueren, Joost soen wilner Peter Swagemakers als man en momboir Margriet dochter wilner Jan Willem Verschueren voers: en de zelve Willem noch en met hem Adriaen Anthonis Wijten als momboir en toesiender van Heijlwich onmondige en onbeiaerde dochter wilner Aert Meeus Smolders en uit wilner Aleijd zijn huijsvrouw dochter wilner Jan Willems Verschueren voorn: kinderen verwect en vercregen zijnde daer zij (R.309 f 03V) als momboir en toesinder voirs: voor instonden ende geloeffden,
een stede te weten huijs, hof, schuer, schop metten gronde ende erffenisse daer aen liggende ca. 23 lopensaet min 12 roijen, gelegen binnen de prochie van Tilborch ter plaetse geheijten Oerll bijde Hoocht aldaer tussen,
erffenisse der taeffelen des heijlige geest vanden Bossch d een zijde ende d een eijnde ende tussen,
erffenisse Cornelis Dierck Bogaerts d ander zijde,
Streckende metten anderen eijnde aende gemeijnte van Tilborch,
erfelijk verkocht en overgegeven aan Michiel soen wilner Dierck Alen,
dit promisit (beloven) Willem, Jan ende Jan ende Joost broederen beloven de momboir ende toesiender onder verbijntenisse der onmondige kinderen goeden hebbende en vercrijgende uitgenomen dat Michiel koper hier uit zal gelden 11 lopen roggen tsiaers erfpachts aan de erfgenamen van Anthonis Dionijs Meijnaerts te betalen,
noch een blanck karolus gulden gewinchijns aan de heere van Tilborch te betalen,
noch eenen halffven oude grooten tsiaers gewinchijns aenden hoogen rentmeester op Sint Thomaes dach tot Oisterwijck te betalen,
noch eenen stuijver tsiaers erfchijns der persoenschappe van Tilborch te betalen,
noch xv lopen roggen tsiaers lospachts aen Cornelis Claes van Ghierst te betalen ter quijtinge tsiaers met 50 karolus gulden,
noch zes karolus gulden loschijns aen derffgen: Anthonis Dionijs Meijnaerts te betalen ter quijtinge tsiaers met hondert karolus gulden,
ende daer toe noch iij karolus gulden tsiaers loschijns aen derffgen: oft ten (behoeve) van meester Henrick Zwijssn te betalen ter quijtinge tsiaers met 50 karolus gulden al na inhoud en begrip der losbrieven daer af zijnde,
Gelovende voorts dit vercoopen overgeven opdragen afgaen ende inden naam als vooren te doen houden,
1553, maart 7 n.st. | R 298/104r-104v.
Marcelis zoon van wijlen Ghijsbrecht Wijten, weduwnaar van Margriet dochter van Henrick Gherit Beijkens, heeft overgegeven aan Willem en Adriaen, gebroeders, zijn zonen, Ghijsbrecht natuurlijk zoon van Jan van Ghierl als man en momber van Katherina, Willem zoon van Willem Willem Verschueren als man en momber van IJke, Jan Jan Willem Verschueren als man en momber van Ghijsberta, dochters van Marcelis en wijlen Margriet voornoemd, en aan Peter en Jan, gebroeders, zonen van wijlen Peter Gherit Reijnen als vader en om, mombers en regeerders van Peterke minderjarige dochter van Peter zoon van wijlen Peter Gherit Reijnen voornoemd, door deze Peter verwekt uit wijlen Mechteld diens vrouw, dochter van Marcelis en wijlen Margriet voornoemd, ten behoeve van dit Peterke voors., met afgaan en vertijen, zijn tocht en recht van tochtenwege, wat hij bezat door en na de dood van Margriet zijn huisvrouw voornoemd in alle erfelijke goederen gelegen mogen zijn en in de naam van zijn huisvrouw bevonden zullen mogen worden het zij in harde, in weke, in hoge, in lage, in diepe of in droge, niets daarin uitgezonderd, zoals hij zeide.
De voornoemde Marcelis heeft geloofd als schuldenaar super se et bona sua etc. dit overgeven, opdragen, afgaan en vertijen altijd vast en stendig te houden en van tochtenwege daar nooit meer aanspraak op te maken of te doen maken en alle kommer en calangies van zijnentwege daarop komende allemaal etc., behalve dat aan hem Marcelis voors. daaruit en op te behouden zijn leven lang durende datgene, wat hem zijn kinderen en schoonzoons en mombers voornoemd geloofd is volgens een schepenbrief, die daarvan is.
R.312 f 69V, 25.3.1566:
Jan soen wilner Jan Willems Verschueren wednair wilner Gijsbertkens zijnder huijsvrouw dochter wilner Mercelis Ghijsbert Wijten ende met hem Willem soen Willem Jan Willems Verschueren ende Willem soen wilner Mercelis Gijsbrechts Wijten als metten heeren geordoneerde momboir ende toesiender van Jannen ende Willemen onmondige ende onbeiairde kijnderen Jans soen wilner Jan Willems Verschueren ende wilner Ghijsbertkens zijn huijsvrouw voorn: hebben geloeft als principael schulderen te gelden te geven ende wel te betalen Jannen de jonge soen wilner Adriaens Gerit Mijs
Eenen jairlijcken ende erffelijcken chijns van 75 stuver alle jair te vergelden op Onsser Liever Vrouwen dach Lichtmisse (R.312 f 70) ende voorden ijersten termijn ende dach van betalinge tot Lichtmisse nu naestcomende vuijt ende van een stede den zelven onmondige kijnderen toebehoorende te weten huijs hoff schuer metten gronde ende vuijter erffenisse dair aen liggende ende dair toebehoorende 7 ½ lopensaet vel circiter in parochia de Tilborch ad locum aenden Heijdsijdsen Draijboom aldair,
tusschen erffenisse Gijsbert Janss van Ghierl d een zijde ende
tusschen desselffs Gijsberts ander erve met meer anderen d ander zijde
Streckende vander gemeijnder straten totter erffenisse der erffgenamen Wouter Loers met meer anderen aoo zij seijden
Ende heeft geloeft de zelve Jan op hem selven ende op alle zijne goeden ende de voirs: momboir ende toesiender onder de verbijntenisse der voirs: onmondige kijnderen goeden hebbende ende vercrijgende warandiam ende de voirs: stede altijt goet zeker genouch ende etc: ende alle commer ende calaengie dair inne wesende altemael aff te doen.
Des is voorwarde datmen den voirs: chijns altijt sal mogen lossen quijten ende vrijen ten schoonsten op Onsser Liever Vrouwen dach Lichtmisse metter soem van 60 k. gulden 20 stuver off de werde der zelver in anderen goeden gancbaren gelde gelijck ten tijde der afflossinge etc: simul cum censu anni redemptionis et arrestadijs (samen met de jaarcijns en achterstallige rente)
Des salment een halff jair te vooren op seggen ende wittelijck vercondigen alsmen den voirs: loss doen sal willen
Datum 25e mert Scabini Ghierll et Borchmans
Duplicatur una pro Johanne alia pro impuberibus (onmondigen) solvit uterque (beiden betaald)
In de marge:
Facta et tradita Anna dochter Jan Sijmons.
R.311 f 9V, 30.6.1565:
Jan soen wilner Jan Willems Verschueren wednair wilner Ghijsbertkens zijnder huijssvrouwe dochter wilner Mercelis Ghijsbert Wijten ende met hem Willem soen wilner Jan Willems Verschueren ende Willem soen wilner Mercelis Ghijsbrechts alle metten heere geordineerde momboir ende toesiender van Jannen ende Willeme onmondige ende onbeiairde kijnderen Jans soen wilner Jan Willems Verschueren ende wilner Ghijsbertkens zijnder huijsvrouwe voorn: hebben (R.311 f 10)
geloeft als principael schulder te gelden te geven ende wel te betalen Martene soen wilner Claes Peters, hem t zijne rechte van tochten ende zijne wittige kijnderen ten erve te blijvene.
Date nae bijgevoeght de mandato Ghierl.
eene jairlijcken ende erfflijcken chijns van zess carolus gulden 20 stuvers off de werde der zelver in anderen goeden ganckbaren gelde gelijck ten tijde der betalinge gemeijnlijcke cours ende ganck sall hebben ende van hant tot hant goede betalinge wesen sall voor elcken k. gulden voirts te rekenen alle jair op Sint Jans dage Baptiste in midsomer des bekenden zij luijden den ijersten chijns dair aff nu op Sinte Jans dage lestleden vervallen ende verschenen te wesene vuijt ende van een stede, den zelven onmondigen kijnderen toebehoorende, te weten huijs, hoff, schuer metten gronde ende vuijter erffnisse dair aenliggende ende daer toebehoorende 7 ½ lopensaet vel circiter in parochia de Tilborch ad locum dictum aenden Heijdsijdesche Draijboom aldair,
tusschen erffnisse Gijsberts Jans van Ghierll d een zijde ende
tusschen erffnisse desselffs Gijsberts met meer anderen d ander zijde,
Streckende vander erffnisse der erffgen: Wouter Leurs met oock meer anderen tot voor opte gemeijn straet zoo zij seijden,
Ende heeft geloeft de zelve Jan op hem selven ende op alle zijne goeden, hebbende ende vercrijgende, ende de voirs: momboir ende toesiender onder de verbijntenisse der voirs: onmondiger kijnderen goeden die zij nu hebben ende noch naemaels hebben ende vercrijgen sullen mogen warandiam ende de voirs: stede altijt goit zeker genoech ende waeldogende te maken als voorden chijns vanden zess carolus gulden dair jairlijcx vuijt te vergelden zoo voirs: staet ende alle commer ende calangie dair inne wesende altemael aff te doen,
Des is voorwairde dat men den voirs: chijns altijt sall mogen lossen quijten ende vrijen op Sint Jans dage Baptiste in midsomer metter somme van hondert k. gulden den gulden als vooren behoudelijcke datment een halff jaer te vooren sall opseggen ende wittelijck vercondigen alsmen den voirs: loss doen sall willen sonder argelist,
Datum lesten junnij, Scabini Reijnbouts et Buerden,
Duplicatur una pro Martino et alia pro impuberita.