He is married to Maria Barbara REICHENBERGER.
They got married
Child(ren):
Atelier F. Nicolas en Zonen was een Nederlandse onderneming in Roermond (1855-1939), gespecialiseerd in het maken van gebrandschilderd glas en glas-in-loodramen.
Inhoud [weergeven]
Geschiedenis[bewerken]
Carolus Nicolas (1784-1856), wiens voorouders uit het Franse Nancy kwamen, had een particuliere tekenschool in Roermond. Hij schilderde en zou ook geëxperimenteerd hebben met gebrandschilderd glas.[1] Zijn zoon Frans (1826-1894) startte in 1855 een eigen glasatelier. Het 'atelier F. Nicolas' hield zich aanvankelijk vooral bezig met de restauratie van ramen en had daarvoor vier man in dienst. De samenwerking met architect Pierre Cuypers was gunstig voor het bedrijf, er kwamen daardoor veel opdrachten binnen voor nieuwe ramen. Het atelier groeide uit tot de grootste onderneming op dit gebied.[2]
Frans Nicolas voerde ontwerpen uit van Cuypers en ontwierp ook zelf ramen. Het atelier werkte ook voor navolgers van Cuypers, als Albert Margry en Nicolaas Molenaar. Nicolas gaf garantie voor de duurzaamheid van het glaswerk. In 1879 waren er tweeëntwintig mensen bij het atelier in dienst. Aan de uitvoering van elk raam werkten meerdere mensen, de glasschilders hadden hun eigen specialismen en waren verantwoordelijk voor de handen en gezichten, de draperieën of ornamenten op de ramen.
F. Nicolas en Zonen
In 1880 werden Frans' zonen Frans jr. (1855-1928) en Charles (1859-1933) vennoten en sindsdien droeg het bedrijf de naam F. Nicolas en Zonen. Tegen het eind van de 19e eeuw werden ontwerpers van buiten ingeschakeld. In die periode werden in de Verenigde Staten verkoopleiders aangesteld, onder wie Frans Stoltzenberg jr., oud-firmant van het mede door zijn vader opgerichte atelier Cuypers-Stoltzenberg.
Na het overlijden van Frans Nicolas sr. kreeg Charles de zakelijke leiding in handen. Vanaf de jaren 1920 maakte Charles' zoon Joep (1897-1972) ontwerpen voor de firma. Hij was binnen het bedrijf opgegroeid en had er lessen gekregen van Gerard Mesterom. In 1938 publiceerde hij het boekje Wij glazeniers ...., dat de ontwikkeling van het glazeniersvak beschreef en waarin aangaf dat het werk in het atelier door de omvangrijke productie karakterloos was geworden, degelijk, maar "van een droge burgerlijkheid". Hij brak met de traditionele neogotische stijl van het atelier en maakte ramen die meer beweeglijkheid tonen.[2]
In 1939 vertrok Joep Nicolas wegens oorlogsdreiging naar de Verenigde Staten. Chef d'atelier Max Weiss en Joeps assistente Gisèle van Waterschoot van der Gracht zouden resp. de zakelijke en artistieke leiding op zich nemen. Van Waterschoot haakte echter af en het atelier werd verkocht aan Weiss. Hij bleef aanvankelijk de naam N.V. Glasschilderkunst F. Nicolas en Zonen voeren en signeerde ramen als Max Weiss, F. Nicolas & Zonen. Weiss moest in 1969 stoppen met werken. Het is niet duidelijk hoelang hij nog de naam Nicolas gebruikte.
Glas-in-loodramen van het atelier F. Nicolas en Zonen werden geleverd aan kerken, bedrijven en particulieren in binnen- en buitenland te vinden. Soms ging het daarbij om een enkel raam, soms om de aankleding van een complete kerk. Voor de Sint-Pancratiusbasiliek in Tubbergen werden door de familie tussen 1897 en 2002 vijfendertig ramen werden gemaakt. Oud-medewerkers als Frans Balendong, Mesterom, de gebroeders Den Rooijen en Charles Stroucken startten later een eigen atelier.
The data shown has no sources.