(1) She is married to Jan Smies.
They got married on December 28, 1794 at Hoek, Zeeland, she was 20 years old.
Child(ren):
(2) She is married to Hubrecht de Ruiter.
They got married on November 13, 1811 at Axel, Zeeland, she was 37 years old.
Child(ren):
beroep: arbeidster (1828)
Naam ook gespeld als Lameere, Lamerre, Lamiere, Lameijze, lu Mare, Lamete; voornaam ook als Lavina en Livina.
Bij haar huwelijk is Levina een jongedochter geboren en wonende onder Hoek.
Na de dood van Jan in 1810 blijft Levina achter met zeven (?) kleine kinderen. Ze trouwt met Halbrecht de Ruiter, proefkolonist uit Axel. Ze wonen in de 1e kolonie in Frederiksoord, waarschijnlijk vanaf november 1818. De kolonie is opgericht door de maatschappij van weldadigheid. In 1820 wordt het gezin beoordeeld in het kader van het verdelen van medailles onder de proefkolonisten. Het oordeel over het gezin De Ruiter/Lameire, met de kinderen Smies:
"Ordinair huisgezin, zonder overleg, en aanhoudend krakeel, koperen medaille, de man is echter ieverig".
Kolonie 1 lag aan de weg van Steenwijk naar Vledder. De woningen werden opgetrokken uit steen en gedekt met riet. Een woonruimte van 20 vierkante meter en twee bedsteden werd later uitgebreid met een houten achterhuis dat als stal en schuur kon worden gebruikt.
In 1820 heeft het gezin een jaarinkomen van f 638,87, "onder de inkomsten zijn gerekend f 50,00 van iedere koe, en de opbrengst van den tuin".
Uit de voordrachtsbrief van de subcommissie Axel dd 29 september 1818:
"Voorts heeft de subcommissie de eer hierbij te voegen de opgaven van één huisgezin, dat wenschte geplaatst te worden in de colonie van Westerbeeksloot.
Hubregt de Ruiter, oud vierenvijftig jaren en
Levina la Maire, oud agt en veertig jaren, in twede huwlijk zijnde haar eerste man overleden.
kinderen
Catharina Smies, oud twintig jaren
Jan Smies, oud zeventien jaren
Pieter Smies, oud vijftien jaren
Rokus Smies, oud elf jaren
Petronella de Ruiter, oud elf jaren
Pieter de Ruiter, oud zes jaren
(...)
Wij geloven dat dit huisgezin kan dienen als voorbeeld voor anderen.
Het is waar, de hoofden van dit huisgezin zijn boven de bepaalde jaren, maar wij vleijen ons, dat eensdeels hunne kragten, en anderdeels de ouderdom en sterkte der kinderen genoegzaam zullen opwegen tegen de inconvenienten van den ouderdom, die er bij dit huisgezin plaats hebben. Er zijn nog wel verscheidene huisgezinnen, die zig aangeboden hebben om te vertrekken, dog die de vereischte niet hadden, gerequireerd bij de aanschrijving der Commissie, en van welken wij, ter goeder trouw, het getuigenis niet konden afleggen, gelijk dat van Hubregt de Ruiter."
Voorgeval de plaatsingscommissie dit wil afwijzen (de gewenste maximumleeftijd was 40) gaat Axel dreigende taal uitslaan en dan mogen de De Ruiters toch komen:
Axel, bij het voordragen van Hubrecht de Ruiter:
"En met betrekking tot dit laatste stuk neemt zij de vrijheid met allen ernst te verzoeken om, zoo het mooglijk is, het daar henen te dirigeren, dat dit huisgezin van Axel, al verenigen zij daar in niet alle vereischten, worden opgenomen om naar de colonie te vertrekken, want, om onbewimpeld te spreken, de menigte van armen is hier buitengewoon groot, de ingezetenen ondervinden jaarlijks het verbazend bezwaar van dezelve onderhoud, het geen hun kan worden toegedeeld is zeer gering; en wanneer nu Axel van niet één huisgezin ontlast wierd, niet tegenstaande deszelfs aanmerkelijke bijdrage, kan de subcommissie hare vrees niet ontveinzen dat veelen van de intekenaars, die de zaak niet in deszelfs gevolgen beschouwen, maar slegts oppervlakkig oordeelen, bij eene volgende intekening zouden refuseren om zig tot de gewone contributie te verbinden."
Zij horen tot de gezinnen die in de kazerne in Amsterdam worden opgevangen.
In een brief van Benjamin dd 13 januari 1819 worden zij genoemd als een van de gezinnen die veel verdiend hebben bij spinarbeid en veldarbeid, in het kader van een verhaal dat ondanks stevige verdiensten vaak toch de schulden toenemen.
Notulen pc dd 12 februari 1819:
Brief van den Direkteur, partikulier aan den Generaal, rakende vrouw de Ruiter, vrouw Koppejan en vrouw Burks, verzoekende verlof voor eenige dagen om naar hare famieljes te gaan. Insgelijks vraagt verlof Lukas Lukassen. Te antwoorden, geen verlof dan bij plechtige gelegenheden te geven b.v. nieuwjaar, ten zij bewezen worden dat er dringende omstandigheden zijn.
Voordochter Elizabeth trouwt met de bij Baade ingedeelde jongeman. Het aller-allereerste interne kolonie-huwelijk van zo vreselijk vele:
Vledder, huwelijksakte, aktedatum 7 mei 1820, aktenr. 4
Bruidegom: Dirk Johannes Wiemes, oud: 29 jr., zoon van Alexander Wiemes en Gesina Labrie.
Bruid: Elizabeth Smies, oud: 21 jr., dochter van Jan Smies en Levina Lamiere.
Uit een brief van Benjamin dd 12 mei 1820: "Dirk Wiemes, ingedeelde bij Bade zal binnen weinig dagen trouwen met een dochter van de kolonist de Ruiter. Beide zijn oppassende jonge lieden. Den 2 assessor, die tot huwelijk zijne toestemming gaf, zou tevens aan de Kommissie voorstellen, hem als huisverzorger over de kinderen uit Zaandam komende te plaatzen."
Dat laatste gebeurt ook, zij het dat het weeskinderen uit Koog aan de Zaan zijn.
In een brief dd 5 juni 1820 wordt vader De Ruiter door spinbaas Anthonie Brouwer "een slecht spinner, maar niet brutaal" genoemd.
Uit de Star van september 1822:
De kolonist de ruiter en twee zijner kinderen, een zoon en dochter van den kolonist molewijk, in no.1, de vrouw en dochter van den kolonist dykstra, in no. 3, en de vrouw van den kolonist thesink, in no. 4, welke in het begin dezer maand min of meer gevaarlijk ziek waren, zijn, benevens eenige andere zieken van minder belang, alle herstellende.
Later:
Hubrecht de Ruiter overlijdt in Frederiksoord (1834), zijn echtgenote in 1851.
Voordochter Elisabeth Smies en haar echtgenoot (zie hierboven hun huwelijk) Dirk Wiemes worden een tijdlang als huisverzorgers aangesteld. Later belanden ze in de strafkolonie op de Ommerschans, maar later zijn ze daar gewoon arbeidersgezin. Ze krijgen vier dochters, eemtje daarvan komt later als schoenmakersvrouw terecht in Groningen.
Voordochter Catherina Smies is in 1823 ongehuwd zwanger. Ze wordt daarom vanaf 30-12-1823 opgesloten in de strafkolonie op de Ommerschans en bevalt daar op 14-4-1824 van een dochter, Leeuwina, die op 18-4-24 naar Catharina's ouders gaat. Catharina zelf blijft gevangenzitten, ze mag pas 2-3-1827 vertrekken van de Ommerschans. Blijkbaar woont ze daarna weer thuis, want ze trouwt 1832 te Vledder met ene Jacob de Vogel, zie stamboom Otter. Een dochter van haar vond ik terug in genealogie Schokker.
Voorzoon Jan Smies trouwt eerst met een dochter van tijdelijk kolonist van der Griend en later als weduwnaar met de weduwe van proefkolonist Krabshuis. Hij en zijn zoon worden zelf ook kolonist.
Voorzoon Rokus Smies trouwt met een dochter van kolonist Puper uit Bourtange, zie de Burggraaf genealogie.
Bron: http://www.schackmann.nl/proefkolonie/
Levina Lamaire | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1794 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Smies | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1811 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hubrecht de Ruiter |
The data shown has no sources.