Blijkens aantekeningen in het Lidmatenboek (1772-1847) van de Nederduits Gereformeerde Gemeente Rheden van het verblijf van de 'weduwnaar' Alexander Leith in Rheden van 23 september 1772 tot 25 februari 1773 is zijn echtgenote voor september 1772 overleden.
She is married to Alexander Leith.
They were married in church about 1732 at Bergen op Zoom (Noord-Brabant).
Huwelijk waarschijnlijk omstreeks 1732, maar eerder is ook mogelijk. Waarschijnlijk is het huwelijk voltrokken binnen het Regiment,
In de registers van de garnizoensplaatsen van de Regimenten Schotten zijn er geen gegevens van dit huwelijk gevonden. Wellicht zijn de gegevens verloren gegaan.
Het trouwboek van het Regiment Schotten (3) bevat slechts gegevens over de jaren 1767-1781. Er heeft wel een trouwboek bestaan, maar dat is verloren gegaan.
[Bron: Mac Lean].
Ook ontbreken gegevens van de echtgenote van Alexander.
Aangezien meerdere eerste dochters (van zijn zonen) Isabella genoemd zijn, kunnen we ervan uitgaan dat Alexander die kinderen kreeg samen met ene Isabella (vernoemen was immers traditie).
Een aantekening van de doop van de oudste kinderen is niet beschikbaar.
Het lijkt aannemelijk dat Alexander Leith in ieder geval de vader van Andrew (Andries), John, Alexander en George Leith was en
waarschijnlijk ook van de in 1734 te Bergen op Zoom begraven Magrita Leith.
Blijkens hun huwelijksakten zijn de kinderen geboren in de plaatsen waar het Regiment van vader Alexander in die jaren gedurende langere tijd in garnizoen lag.
Er zijn vooralsnog geen gegevens over een andere Leith dan Alexander in deze jaren binnen dit regiment of de Schotse Brigades.
In 1765 gepensioneerd als sergeant te Woudrichem (en gelegerd op slot Loevestein), oud 58 jaar, swak gesigt en lichaamsongemakken; diende 38 jaar in het Regiment Stuart, in de compagnie van Munro. Inkomen als gep. sergeant f 10,- p. maand of f 120,- per jaar.
[Bron CBG: Compagnieen Invalides nr. 3250].
Derhalve circa 1727 intrede bij Schotse Regimenten; waarschijnlijk in het 3e Regiment Schotten, toen gelegerd te Meenen.
N.B.1. Compagnie van Munro, 1e Bat. 3e Regiment Schotten.
Dit regiment was gelegerd in de volgende garnizoensplaatsen:
van 1725-1728 te Meenen, van 1728-1731 te Sluis, van 1731-1737 te Bergen op Zoom, van 1737-1745 te Dendermonde en van 1743-1745 ook te Meenen; van 1745-1746 te Sluis; van 1746-1747 te Maastricht; van 1747-1748 te Brielle (1e Bat.) / Sluis (2e Bat.); van 1748-1749 te Brielle (1e Bat.) / Breda (2e Bat.); van 1749-1750 te Venlo, van 1750-1753 te Doornik, van 1753-1754 te Hulst; van 1754-1755 te Bergen op Zoom (1e Bat.)/ Arnhem en Nijmegen (2e Bat.) en van 1755-1756 te Brielle (1e Bat.)/ Maastricht (2e Bat); 1756-1760 Bergen op Zoom (1e Bat.) / Maastricht (2e Bat.); 1760-1761 Tholen, Lillo, Scheldeforten (1e Bat.)/ Maastricht (2e Bat.); 1761-1763 Breda (1e Bat.)/(Maastricht)(2e Bat.); 1763-1766 Geertruidenberg (1e Bat.)/ Steenbergen en Willemstad (2e Bat.).
N.B.2. Vanaf 1760 tot 1795 bestond de bezetting van Slot Loevestein uit een detachement van de Compagnie des Invalides uit Woudrichem
[Bron: Loevestein, een fort aan de grens van Holland (A.M.G. Caminada-Voorham, 1989)].
Woudrichem, gemeente in Land van Heusden en Altena (=hoofdplaats van Land van Altena).
Het Slot Loevestein, dat tot 1815 tot de stadsjurisdictie van Woudrichem behoorde, ontleent zijn naam aan de heer Diederik Loef van Horne, heer van Altena, die in ca. 1356 op de landtong waar Maas en Waal tezamen stroomden deze burcht deed bouwen.
In Slot Loevestein zijn nog muurschilderingen te vinden die door soldaten van de Schotse Brigade gemaakt zijn; er is een kleine tentoonstelling ingericht, en gedurende de zomermaanden is een garnizoenshuisje te bezichtigen dat geheel gerestaureerd en heringericht is, zoals in de 18e eeuw in gebruik.
Verblijfplaatsen van Alexander Leith senior van circa 1770 tot februari 1781.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------
Uit aantekeningen in de lidmatenboeken NG van Deventer, Rheden, Zutphen en Heusden betreffende Alexander Senior, als ook attestaties van de kinderen, lijkt het erop dat Alexander na 1770 waarschijnlijk langere tijd bij één of meer van de kinderen heeft vertoefd.
Na vertrek uit Breda woonde Alexander van de zomer 1771 tot 17 juli 1772 in de Lange Bisschopstraat te Deventer. Alexander was toen waarschijnlijk al weduwnaar, gelet op de aantekening van zijn samenreizen vanuit Breda met ene Antonia Muijs (overigens geen relatie met Alexander).
N.B.3. In het lidmatenboek van de NG kerk te Breda zijn geen aantekeningen over Alexander Leith aangetroffen.
Het Regiment Stuart, waarin de zonen Andries, John en George dienden, was vanaf april 1771 in Deventer gelegerd (tot vertrek in 1773 naar Zutphen).
Twee aantekeningen in het Lidmatenboek van de Nederduits Gereformeerde Gemeente Rheden maken melding van het verblijf van de weduwnaar Alexander Leith in Rheden van 23 september 1772 tot 25 februari 1773 te Rheden [Bron: Nederduits-gereformeerde gemeente te Rheden, R.B.S. D.T.B. 1358.1: Lidmatenboek 1772-1847, pag. 15 en 17].
De weduwe Aleida Betmer was met haar kinderen uit haar eerste huwelijk met Derk Jan van Sadelhof woonachtig in Rheden; de huwelijksvoltrekking met John Leith en de doop van Isabella vonden daar in 1771 plaats, alsmede de geboorte van zoon Dirk in 1773/1774. Alexander senior verbleef waarschijnlijk in het huis van de familie.
Het huis van de familie was gelegen aan de Bovenweg te Rheden (zie archief Van Zadelhoff)
Het Regiment Stuart was van begin 1773-1 april 1777 in Zutphen in garnizoen. Alexander senior vertrok begin 1773 ook naar Zutphen.
Hoewel er geen attestaties van John en Aleida naar Zutphen bekend zijn, mag worden verwacht dat ook zij in Zutphen hebben gewoond; hun zoon Dirk is op 10 mei 1775 te Zutphen gedoopt.
Het Regiment Stuart vertrok op 1 april 1777 naar Zeeland. Er attestaties van het vertrek van Andries en George.
Alexander is waarschijnlijk in Zutphen blijven wonen. Mogelijk is het gezin van John en Aleida niet meeverhuisd naar het nieuwe garnizoen.
Alexander vertrok op 1 juni 1780 van Zutphen naar Heusden en vandaar op 6 februari 1781 naar een vooralsnog onbekende bestemming. Het 2e Bataljon van het Regiment Stuart lag van 1780-1781 te Heusden in garnizoen; het 1e Bataljon in Geertruidenberg.
N.B. Het Regiment Stuart was in de periode 1781-1782 te Namen gelegerd.
Geschiedenis Schotse Brigade
-----------------------------------------
Vanaf het begin van de Tachtigjarige oorlog tot het eind van de 18e eeuw bestond een aanzienlijk deel van het leger van de Republiek der Verenigde Nederlanden uit huurlingenregimenten. Schotse huurlingen namen hierin een belangrijke plaats in. De Schotse Brigade was een Nederlands legeronderdeel uit de 17e - en 18e eeuw, dat gevormd werd door drie Schotse regimenten, die van Groot-Brittannië waren gehuurd. Deze regimenten werden genummerd Regimenten Schotten 1, 2 en 3, maar waren met name bekend onder de namen van de regimentscommandanten, zoals gedurende de 18e eeuw gebruikelijk was.
De Schotse Regimenten blijven Britse regimenten en onderscheiden zich door de rode uniformen en de Britse vaandels. De officieren dragen de Britse karmozijnrode sjerpen en Britse ringkragen en spontons. Ook hebben zij hun eigen mars, de zgn. "Schotse Marsch". In 1783 worden de regimenten genationaliseerd en komen ze direct in dienst van de Republiek als Regimenten Nationalen 22, 23 en 24. De verschillen tussen de Schotse regimenten en de Nationale regimenten verdwijnen.
======================================================================================
Regiment Schotten (1716 Halkett, 1742 de Villegas, 1746 Stuart)
Het regiment werd opgericht in 1603 als Regiment Schotten van Scott of Bucleuch. In 1746 werd het Regiment uitgebreid tot 2 bataljons, met elk een grenadier-compagnie en zes musketier-compagnieën. In 1772 werd het regiment genationaliseerd en de officiële benaming vastgesteld als Regiment Schotten 3. In 1783 werd de officiële benaming vastgesteld als Regiment Nationalen 23.
Hoewel het regiment officieel een nummer/naam droeg, werd dit alleen gebruikt op hun wapens en uitrusting, en waren ze beter bekend onder de naam van hun commandant (Kolonel).
Kolonel:
24-07-1716 JAlexander Halkett, 11-03-1727 brigadier, 21-03-1740 generaal-majoor
27-03-1742 KGeorge de Villegas, 16-05-1747 luitenant-generaal
18-03-1746 LCharles William Stewart, 16-05-1747 generaal-majoor
30-07-1772 MJohn Stuart, 24-08-1772 generaal-majoor, 15-10-1787 luitenant-generaal
Als de kolonel een hogere rang bekleedde werd een andere kolonel commandant van het regiment:
15-07-1740 C George de Villegas
26-11-1754 D John Stuart
18-03-1766 E Ralph Dundas
00-02-1776 F Willem Jan Herman Hamilton of Silvertonhill, 15-10-1787 generaal-majoor
15-10-1787 G Henry Balneavis.
Begin 1793 bedroeg de (theoretische) sterkte 762 man. Na de oorlogsverklaring op 1 februari 1793 van de Franse Republiek aan de koning van Engeland en de stadhouder der Nederlanden, werd de sterkte opgevoerd naar 983 man.
In 1795 (Franse tijd) ging het regiment op in het 3e bataljon van de 6e Halvebrigade.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Child(ren):
Isabella ? | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 1732 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alexander Leith | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||