She is married to Christoffel Cornelis Hengeveld.
They got married on December 6, 1823.
Child(ren):
Van Mietje kan ik iets meer vertellen.dat ze getrouwd was, was de koek niet op: in 1833 is Maria Hengeveld Geb. veldhoen een Inlandsche koekkraamster voor de kermis te Elburg.
Koek en kermis hadden in het Elburg van vroeger alles met elkaar te maken. Het één zonder het ander was niet goed voorstelbaar.. De beschrij-ving slaat weliswaar op de tijd tussen 1866, toen de kermis in oude vorm werd afgeschaft, en om-streeks 1895, toen het doek definitief viel, maar we mogen veilig aannemen dat vele gebruiken ook in een eerder tijdvak reeds bestonden. overal elders, schetst Olthuis, in October in een soort kermis veranderd, die van den éénen Dinsdag tot den anderen duurde (...) Gedurende twee Dinsdagen was het dan kermis. In de tus-schendagen waren de kramen meestal gesloten.den aan beide zijden twee koekkramen. Aan de Beekstraat stond een kraam met koper en blikwerk en daarnaast de groote poppenkraam van Hannes een koopman uit Zwolle. Aan de overzijde van de Beekstraat stond de kleine poppenkraam van Pottenhannes uit A¬peldoorn, en voor de muziektent, die er toen na-tuurlijk nog niet was, stond de Dreischuute van Jacob Zeut [Zeut is Elburgs voor Zoet FST]. Voorts stonden er eenige blokken om koek te slaan en enkele kleine kraampjes. doken koek-kraampjes op:st waren. Dit was waarschijnlijk een herinnering aan het gaan naar de Goorhut, die door den watervloed van 1825 verzwolgen is. Dergelijke koekverkoopers zag men in vroeger jaren ook steeds op Erfhuu¬zen, waar ze ook gelegenheid boden tot het gelief¬koosde koekslaan.
Aan het eind van zijn boek, op bladzijde 165, komt Olthuis nog eens terug op het fenomeen van de kermissen in Elburg, nu in het kader van een kleine bespiegeling: uit-spatting meewerkten en ook waren er schaduwzij-den aan dit volksvermaak, waarvan vooral t drankmisbruik de oorzaak was. de kinderen te zien zitten in de dreischute op de Vischmarkt of op de leege Steege [straat in Elburg FS]?en koek ge-lukkig, waarop in fraaie suikerletters stond: Aan Moeder of Voor Grootvader, ze waren een lust voor de oogen van oud en jong. Neen, t hinderde niet, dat Hartog luidruchtig zijn echte waar aan-bood en de boeren trachtte wijs te maken, dat hij alles weggaf, omdat hij de koek gestolen had.
Mietje en haar man namen het huis van Mietjes ouders over, op Jufferenstraat 16 (ZK 206). Mietje woonde daar al in 1815, en samen met CC woonde ze er in 1829. Mietje overleed er op 2 juli 1861 (één maal is er sprake van dat Mietje en CC niet daar, doch op Jufferenstraat 20, ZK 208, wo-nen, in het patentregister van 1833, doch verge-lijk de opmerking bij koekkramer Gerrit Veld-hoen).
Maria Veldhoen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1823 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Christoffel Cornelis Hengeveld |
The data shown has no sources.