(Kruyt)
He is married to Dorothea Joh. van der Linden.
They got married on August 30, 1859 at Surabaya, he was 24 years old.
Child(ren):
Van Apotheek naar Zendingsveld. Al een aantal jaren staat in het rijtje genealogieën het
familieverhaal van de zendingsfamilie Kruyt uit Modjowarno (Ind.). Het geheel omvat niet minder
dan 78 (!) pagina's van A-4 formaat. Het leek mij dus niet zo geschikt om als geheel te
publiceren in "De Kruydboom". Toch is deze publicatie van belang voor onze vereniging, meer in
het bijzonder voor de Katwijkse tak Kruijt, waar deze zendingsfamilie toe behoort. Met ingang van
dit nummer zullen wij een verkorte versie van dit boekje opnemen. Hieronder volgt het eerste
deel, samengevat uit de eerste twee hoofdstukken. De Eerste Generatie. Zijn vader Arie Kruijt
waas apotheker inden Haag en getrouwd met Maria van Besoyen. Rond het jaar 1850 kwam Jan
(Johannes, 1835 - 1918) dank zij een lezing in een van de kerken in den Haag onder het gehoor van
een zendeling uit China. Van zijn toespraak raakte hij diep onder de indruk, waardoor bij hem de
wens post vatte eveneens zendeling te worden. Dat idee viel natuurlijk niet in goede aarde bij
zijn vader, die hem als opvolger in de apotheek had willen zien. En ook zijn moeder was niet
onmiddellijk enthousiast. Maar het was zijn moeder die bemmiddelde tussen vader en zoon,
informeerde in stilte naar de Zendingskweekschool van het Nederlansche Zendingsgenootschap in
Rotterdam, overlegde met hun predikant over de wens van Jan. Uiteindelijk vond ze de tijd rijp
voor familieberaad. Jan werd 'ontboden' bij vader en moeder en 'ernstig ondervraagd'. Alle
bezwaren werden in stelling gebracht, maar Jan was niet van zijn stuk te brengen. Eindelijk gaf
vader toe en Jan mocht in 1853 naar de Zendingskweekschool in Rotterdam, aan de Rechter
Rottekade. In eerste instantie werd hij toegelaten voor een proefjaar - een tegenvaller, maar hij
zou laten zien dat het hem ernst was. Het leven op deze school was sober, het eten voldoende maar
niet zoals thuis, de discipline streng. Van de lessen genoot hij en nog meer van wandelen langs
de .Maaskant met alle schepen die er te zien waren: eens zou hij zelf uitvaren, maar waarheen?
Natuurlijk slaagde hij voor het proefjaar en ving de eigenlijke studie aan, met lessen over
bouwen van een eigen huis, gezondheidsleer enz. Daarbij kwam zijn ervaring uit vaders apotheek
goed van pas. Jan slaagde ook voor het eindexamen. In een plechtige kerkdienst werd daarop de
zendeling-leraar Johannes Kruyt in zijn ambt bevestigd. Dat hield in dat hij aan de inheemsen de
sacramenten mocht bedienen, dus niet aan de Hollandse bevolking! Op 5 augustus 1858 was het dan
zover: het schip naar Oost-Indi lag aan de kade. Toen Jan aan boord ging stond de hele familie,
vader, moeder en de acht broers en zussen op de kade om hem uit te zwaaien! Hoe lang de reis zou
duren was niet te voorspellen, was immers afhankelijk van de wind en het weer. En zo voeren ze
langs de kust van Frankrijk, Portugal en de Westkust van Afrika om via Kaapstad (het Suez kanaal
was er nog niet) uiteindelijk op 23 november 1858 af te meren in de haven van Batavia. Daar
wachtten nog de nodige bezoeken aan de zendingsautoriteiten. Soms viel er wat tegen: als men zich
met godsdienst en de Javaanse bevolking ging bemoeien kon dat onrust veroorzaken. Toen gold nog:
"" Wij moeten de koloniën behouden, want zonder deze wingewesten geeft niemand ons crediet" .
Eerst in 1848 was het verbod op evangelieprediking opgeheven! Wat was hij blij toen hij eindelijk
per schip naar Surabaya kon vertrekken. Vandaar ging de reis naar Malang, waar hij werd
toevertrouwd aan een collega zendeling "broeder" Harthoom (het was gewoonte de collega's aan te
spreken als 'broeder'). Deze moest hem inwijden in de Javaanse taal: een aparte voor de hoger
geplaatsten en een taal voor het gewone volk. Het schrijven was bijzonder moeilijk: onder de lijn
i.p.v. op de lijn! Ook de lokale geschiedenis van de eerste Javaanse bekeerlingen werd hem
uitgebreid verteld. Zodoende kwam hij. op de hoogte van het ontstaan van het dorp Mo(d)jowamo en
van de christelijke gemeenschap aldaar. Tijdens zijn verblijf in Malang bracht hij samen met
"broeder"Harthoorn eenafscheidsbezoek aan het gezin van de arts Hendrik van der Linden in
Surabaya. Daar leerde hij diens zuster Dora kennen die bij dit gezin voor de huishouding zorgde.
Omdat Jan wat stil bij zat kwam ze naast hem zitten en vroeg hem wat hij deed. Nu kwam Jan los en
was best aardig vond ze! Tijdens het bedienen kon Jan zijn ogen niet van haar afhouden! Het
gesprek ging al gauw over het naderend vertrek Varl de familie van der Linden, met Dora.
"Nee"riep Jan zonder erg! Hij was dus verliefd op Dora en moest wel haast maken, anders was ze
vertrokken naar Nederland! Hij kreeg toestemming van Hendrik, de arts, om Dora's hand te vragen
Het gevolg was dat de familie vertrek, maar zonder Dora! Gelukkig gaf het zendingsbestuur in
Nederland toestemming voor het huwelijk en in 1859 trouwden ze. Kort daarop vertrokken ze naar
Semarang, waar Jan zelfstandig moest gaan werken. Hij nam de plaats in van een oudere collega,
Hoezoo, die naar Modjowama werd overgeplaatst. Het duurde niet zolang voordat Dora merkte dat ze
in verwachting was. Ze deed gewoon haar werk, gaf veel aandacht aan haar man en deelde alle
vreugde met hem. Op 13 juli 1860 werd hun eersteling geboren: een zoon die ze Arie noemden, naar
de vader van Jan - zo was toen de gewoonte nog! Jan leidde de kleine gemeente in Semarang en een
paar dessa's daar buiten, maar het gaf hem niet veel voldoening: hij moest teveel rekening houden
met de wensen van de Europeanen. Dus leidde hij kerkdiensten, gaf catechisatie en les op een
klein schooltje met 20 leerlingen. Achterdocht van de gouvernementsambtenaren, maar ook van de
Javaanse bevolking die het christendom zagen als de godsdienst van de 'blanda's". Voeg daar bij
minachting en valse beschuldigingen, dat alles eiste veel van hem. Maar gelukkig was er Doortje
die hem dan kon opvangen! Kort na de geboorte van Arie werd Doortje weer zwanger. In 1862 werd
hun tweede zoon Hendrik geboren, ditmaal genoemd naar de familie van Dora. Jan hield contact met
broeder Hoezoo; deze wilde graag terug naar Semarang terwijl Jan graag naar Modjowamo wilde.
Uiteindelijk, briefwisseling met "thuis"duurde vaak meer dan een halfjaar, kwam er toestemming:
Jan en Hoezoo mochten ruilen. In die tussentijd werd hun derde kind geboren: een meisje dat de
naam Niescina kreeg, naar Jan's oudste zus. In maart 1864 volgde de verhuizing naar Modjowamo.
Een nieuwe periode brak aan. (wordt vervolgd). Referentie: De Kruijdboom, Jaargang 21 nummers 3
en 4 sept/dec. 2005
Johannes Kruijt | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1859 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dorothea Joh. van der Linden |
The data shown has no sources.