(1) He is married to theodora maria thornton.
They were married in church on December 26, 1779 at batavia (indonesie).
(2) He is married to petronella van zail.
They were married in church on February 3, 1790 at maaseik (belgie).
Velen weten natuurlijk dat Petrus de Koning de grondlegger is van het huidige Koningslust. Hij was één van de welvarendste inwoners van Helden en bewoonde samen met zijn vrouw een monumentaal huis aan de Pool in Helden-Dorp. Wat weten we echter van zijn voorgeschiedenis?
Petrus de Koning werd geboren op 28 februari 1754 in Utrecht als zoon van Leonard de Koning en Cornelia van Dijk.
In dienst van de VOC
Petrus trad in 1775 als konstabelsmaat in dienst van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). De konstabel was verantwoordelijk voor het wapentuig aan boord van de schepen. Hij vertrok op 6 april 1775 voor de VOC-kamer van Rotterdam met het schip de Jonge Hellingman1 vanuit Goeree naar Batavia. Het schip bereikte op 16 juli 1775 Kaap de Goede Hoop, verbleef daar een drietal weken en bereikte op 17 oktober 1775 Batavia. Petrus heeft van deze reis een scheepsjournaal bijgehouden.
De militaire carrière van Petrus in de Oost verliep voorspoedig.
In januari 1777 werd hij bevorderd tot kornet en in september 1778 tot sous-luitenant. In Batavia zou Petrus ook een hotel uitgebaat hebben. Daar zou hij de weduwe Theodora Maria Thornton hebben leren kennen. Zij was in 1751 geboren en was zeven jaar getrouwd geweest met Paulus Helvetius, met wie zij ook een zoon had, de in 1766 geboren Willem Vincentius Helvetius. Op 26 december 1779 traden Petrus en Theodora in het huwelijk en op 11 maart 1781 werd een kind geboren. Maar zowel moeder als kind kwamen een week later te overlijden. Daarmee was Petrus al vroeg weduwnaar en had hij de zorg voor zijn stiefzoon. Zijn gestorven vrouw had hen wel een erfenis nagelaten. Op 3 februari van dat jaar hadden ze nog een testament laten opstellen, waarin ze elkaars volledige erfgenamen werden.
Op 1 oktober 1783 stelt de gouverneur-generaal van Nederlands-Indië, Willem Arnold Alting, een akte op waarin vermeld staat dat Petrus de Koning wegens negen jaar trouwe dienst bij de Oost-Indische Compagnie, laatstelijk als sous-luitenant bij het korps dragonder-lijfwacht, in de rang van kapitein naar Nederland terugkeert. Op 6 november 1783 vertrok Petrus met zijn stiefzoon met het schip de Schoonderloo vanuit Batavia en op 17 juni 1784 kwam hij aan bij Goeree in de Republiek. In oktober van datzelfde jaar komen we hem alweer tegen in notariële akten in Utrecht. Hij had namelijk nog gelden te goed van de VOC-kamers Rotterdam en Delft.
Begin februari 1790 solliciteert Petrus naar een post als commandant binnen het korps van chasseurs (jagers). Hij vermeldt in dit schrijven niet alleen zijn militaire carrière, maar ook het gegeven dat hij katholiek is.
Van der Mersch steunt zijn sollicitatie en roemt zijn getoonde inzet en capaciteiten. Op 23 februari 1790 wordt hij dan benoemd tot commandant van een eskadron cavaleristen, standplaats Maaseik.
Huwelijk
Eerder dat jaar, op 3 februari 1790, is Petrus in Maaseik in het huwelijk getreden met de in Utrecht geboren Petronella van Zail. Met haar had hij overigens al op 11 januari 1789 in Thorn een dochter gekregen. De pastoor van Thorn schreef bij de doopinschrijving dat Petrus calvinist was, Petronella katholiek en dat beiden beweren door een predikant in Amsterdam te zijn getrouwd. In zowel Amsterdam als Utrecht is echter geen huwelijk van de twee te vinden. Petronella is inderdaad in 1765 katholiek gedoopt in de Utrechtse statie Onder de Linden. De pastoor van Maaseik vermeldde bij de huwelijksinschrijving dat Petrus protestantse ouders had en dat hij zich nu katholiek had laten herdopen. Petronella werd vermeld als Maaseiks parochiaan en bovendien werd het in 1789 in Thorn gedoopte kind gewettigd.
De pastoor van Maaseik gaf op 6 februari een bekeringsoorkonde uit, waarin hij schrijft dat Petrus de Koning het allang door hem verfoeide calvinisme eindelijk heeft afgezworen. En vrij vertaald dat het niet te geloven is hoeveel kwaden deze soldaat van Christus heeft moeten verduren alvorens hij zich openlijk heeft durven uitspreken als Rooms Katholiek, en dat hij nu eindelijk daartoe de moed heeft gevonden, ondanks alle bedreigingen van zijn ouders en andere tegenstanders. Zal Petrus werkelijk een hekel hebben gehad aan zijn oude geloof of waren er meer praktische redenen om van geloof te verwisselen?
Zeker als hij al van zins was om in de Zuidelijke Nederlanden te blijven.
Heldense periode
Op 24 december 1791 komen we Petrus voor het eerst tegen in Helden en wel in een akte waarin hij volmacht verleent aan zijn inmiddels in Haarlem wonende vader om bepaalde zaken te regelen. (Blijkbaar was de relatie met zijn vader toch niet zo slecht als de pastoor van Maaseik eerder schreef.) Hij had namelijk nog van de Oost-Indische Compagnie een bedrag te goed van ruim vierduizend gulden.
Een maand later, op 24 januari 1792, kopen Petrus de Koning en Petronella van Zail twee huizen in Helden. Bepaald werd dat het oude huis, dat verhuurd werd, niet voor Pasen 1792 behoefde te worden ontruimd. In het andere, kennelijk nieuwere, huis aan de Pool vestigde Petrus zich met zijn vrouw, stiefzoon en de in Thorn geboren nog jonge dochter.
De totale koopsom bedroeg 2900 gulden Hollands. Verkopers zijn de kapelaan van Helden Reinier Verhaegh en het echtpaar Michiel Crommentuijn en Christina Verhaeg.
In 1795 werd door Petrus de Koning, inwoner van Helden, 100 ha. woeste grond gekocht op de grens van de Gemeente Helden en Maasbree.
Hij bouwde er enkele kleine pachtboerderijtjes en begon met behulp van zijn pachters de woeste grond te ontginnen.
Dit werk werd in 1849 door zijn zoon Leonard de Koning, destijds Pastoor te Geysteren, overgenomen.
Deze priesterzoon stichtte in ditzelfde jaar een kloosterorde van de Broeders van de derde Orde van de Heilige Franciscus.
Hij bouwde een klein klooster en noemde dit Huize Koningslust
Deze orde, die het land verder ontgon en bewerkte, hield zich daarnaast bezig met werken van liefdadigheid.
Het klooster groeide uit en rondom deze gemeenschap ontwikkelde zich het latere dorp Koningslust.
Grafkelder
Op 13 november 1826 stierf Petrus de Koning in het bijzijn van zijn vrouw, zijn dochter Martina Helena en zijn zoon Stephanus Napoleon, kapelaan in Helden. Hij werd begraven tegen de sacristie aan de oostkant in een kist van twee duims eikenhout in een van steen gemetselde grafkelder. In november 1828 stichtte Petronella van Zail een eeuwigdurend jaargetijde in de kerk van Helden ten behoeve van haar overleden man, voor de gestorven en nog te sterven familieleden en voor haar zelf.
Stiefzoon Willem Vincentius Helvetius overleed op 13 december 1834. Willem Vincentius had een gereformeerde opvoeding gehad, was geestelijk gehandicapt en zeer braaf, aldus de familiekroniek. Hij werd begraven op het gereformeerde kerkhof in Helden bij de grote lindeboom die op het gewone kerkhof stond.
De overheid had al enige tijd geleden bevolen dat er een fatsoenlijke begraafplaats diende te komen voor de niet-katholieken. Het aparte stukje kerkhof werd afgezet met een geverfd houten hekwerk. Petronella van Zail stierf in Helden op 3 juni 1842 en werd bijgezet in het graf van haar man. De jongste zoon, Stephanus Napoleon, stierf op 15 mei 1855 als pastoor van Ell in de pastorie aan de gevolgen van waterzucht. Ook hij werd in de grafkelder in Helden bijgezet. Zie: de begraafplaats
Child(ren):
petrus de koning | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1779 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
theodora maria thornton | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1790 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
petronella van zail |
The data shown has no sources.