Attention: Was younger than 16 years (15) when child (Claes van der Speck) was born (??-??-1470).
1491 - 1500
He is married to Bealtjen ??.
They got married
Child(ren):
In een akte van 27 april 1547 verklaren kerkmeesters van Rijswijk 20 pond Hall. ontvangen te hebben van de erfgenamen van Baeltgen (vrouw van IJsbrant Gherytsz) ter memorie van Baeltgen en voor Dirc Dircxzn van der Speck, haar eerste man. Zij is 16 januari 1546 overleden. Wanneer Dirc overleden is, is niet bekend. Hij komt voor het - laatst voor in een akte van 1519.
Als Jonge Dirc wordt hij voor het eerst vermeld als kerkmeester op 10 april 1491. Bij de overige vermeldingen tussen 1489 en 1500 (reeds vermeld onder A. 1.) kan het zowel De Jonge als De Oude betreffen. Behalve het kerkmeesterschap is er op 7 maart 1487 nog de vermelding van ene Dirc van der Speck als getuige bij een akte. Ook deze vermelding laat in het midden of het De Jonge dan wel De Oude betreft. Hetzelfde geldt voor de vermelding van Dirc Dircxzn. van der Speck in een overeenkomst van 1494 tussen Schout, Molenmeester en Ingelanden. Hij is de Molenmeester, een functie in de waterhuishouding van de polder(s). We mogen aannemen, dat zijn leven zich afspeelt tussen 1450/60 en 1520/30. Hij is lange jaren kerkmeester geweest.
In een dertigtal akten komt hij als zodanig voor in het rijk voorziene archief van de Hervormde Gemeente te Rijswijk. Dankzij een voortreffelijke inventaris van de hand van de heer H. Winkelman - en een zorgvuldige bewaring - is deze rijke bron van plaatselijke geschiedenis en van genealogie sinds enige tijd toegankelijk. Slechts eenmaal vond ik hem aangeduid als Jonge Dirck Verspeck, een samentrekking van de naam, die aan het eind van de 16e eeuw en de gehele 17e eeuw veel voorkomt, maar daarna weer ingeruid wordt voor het oorspronkelijke meer nabij komende "van". Behalve kerkmeester is Dirc ook gezworene geweest. Hij (Dieriek Dircxzn van der Speck) wordt met vermelding van zijn functie, op 17 maart 1503 genoemd als getuige bij het testament van Pieter Suys en Joncvrouwe Janne van der Burch. Dirc zal - aangezien het hier geen openbare handeling betrof aanwezig geweest zijn als naaste buur van Suys, die door zijn huwelijk Ambachtsheer van Rijswijk geworden was.
Een ambachtsbestuur bezat Rijswijk eerst sinds 1474, toen Karel de Stoute een privilege gaf, waarbij de Schout zou verkiezen en beëdigen, zeven van de notabelste, rijkste en verstandigste buren, die voortaan gezworenen zullen heten. A. Rodenburg, die een volledige copie van het privilege gaf, vermeldt dat bij de uitvaardiging mede aanwezig was ene Lodewijck van der Specke. In de twee geschreven copieën, die ik heb gezien, en één gedrukte, is de naam evenwel Lodewijck van der Eycke. Dirc is geen bewoner geweest van de hofstede van zijn vader. Hij heeft een boerderij vlak naast de reeds genoemde Pieter Danielsz. Suys, wiens westelijke buur hij genoemd wordt in een akte van 1501. De hofstede is niet zijn eigendom. In een akte van 1503 is zij omschreven als liggende aan de oostzijde aan de Burg-hofstede, de hofstede van Pieter Suys, aan de west-zijde aan het aan de Kapellerie van Steenvoorde behorende land, aan de zuidzijde aan de Bredeweg. aan de noordzijde aan de Hoefsloot. De hofstede is groot 9 morgen min 2 hont . Ongetwijfeld heeft Dirc ook elders land in eigendom of in gebruik gehad. Met enige zekerheid is ook van hem maar één kind bekend.
22-12-1504: Adriaen, weduwe van Dirck Gerijtsz, koopt van Adam Jansz, Fl orijs Harpersz en Dirck Dircksz van der Speck, kerkmeesters te Rijswijck, een jaarrente van 7 pond hollants, waarvan zij 1 pond aan de kerk terug schenkt voor de zielerust van haarzelf en haar man. Na haar dood moeten hiertoe 3 lessen met 3 kaarsen worden gelezen, de pastoor krijgt 2 stuiver, de koster 1 stuiver en 3 priesters elks stuiver (inv. nr. 519: 15).
20-6-1484: Jan Jansz. van Oudewater verkoopt namens Goburch, weduwe va n Gerijt Jan Burch, aan Jan Dircksz. een jaarrente van 1 pond hollants, verzekerd op 13 morgen land van Gerijt van Berkenroe te Rijswijck, belend ten westen: Jan die Buyser, ten noorden: de Hoeve, ten oosten: Jan Dircksz. voornoemd, ten zuiden: de Brede weg. Getuigen: Jan Claesz. en Claes Ysbrantsz.
10-4-1491: Pieter Korstantsz., Huybrecht Claisz. en Jonge Dirck van de r Speck, kerkmeesters te Rijswijck, verkopen aan Jan Dircxz. een jaarrente van 1 pond hollands, verzekerd op de hofstede Scuylenburch, groot 13 morgen, aldaar, belend ten westen: Jan die Buyser, ten noorden: de Hoeff, ten zuiden: de heerweg, ten oosten: Jan Claisz. van de Werve. Bezegeld door Gerijt Phillipsz. die Bloet, schout van Rijswijck: 3 lelies, 2,1. (Dez acte is door de vorige gestoken, inv. nr. 519: 12.)
20-6-1484: Jan Jansz. van Oudewater verkoopt namens Goburch, weduwe va n Gerijt Jan Burch, aan Jan Dircksz. een jaarrente van 1 pond hollants, verzekerd op 13 morgen land van Gerijt van Berkenroe te Rijswijck, belend ten westen: Jan die Buyser, ten noorden: de Hoeve, ten oosten: Jan Dircksz. voornoemd, ten zuiden: de Brede weg. Getuigen: Jan Claesz. en Claes Ysbrantsz.
10-4-1491: Pieter Korstantsz., Huybrecht Claisz. en Jonge Dirck van de r Speck, kerkmeesters te Rijswijck, verkopen aan Jan Dircxz. een jaarrente van 1 pond hollands, verzekerd op de hofstede Scuylenburch, groot 13 morgen, aldaar, belend ten westen: Jan die Buyser, ten noorden: de Hoeff, ten zuiden: de heerweg, ten oosten: Jan Claisz. van de Werve. Bezegeld door Gerijt Phillipsz. die Bloet, schout van Rijswijck: 3 lelies, 2,1. (Dez acte is door de vorige gestoken, inv. nr. 519: 12.)
Jonge Dirck van der Speck | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bealtjen ?? |
The data shown has no sources.