He is married to Anna Maria Ernesta van Bassen.
They got married on January 26, 1750 at Culemborg, he was 24 years old.Source 2
Anna Maria’s grootvader, Jan Ernst van Bassen, had indertijd zijn kinderen niet onbemiddeld achter gelaten. Daardoor bezat zij, als erfgename van haar vader en als mede-erfgename van haar tantes Johanna, Aletta en Constantia Catharina Ernst van Bassen, een aanzienlijk kapitaal. Als voogden over Anna Maria beheerden haar stiefvader en haar moeder dat kapitaal. In 1749 gaf Anna Maria van Bassen te kennen dat ze wilde trouwen met Jacob Jongbloet, een Utrechtse rechtenstudent uit Culemborg, maar haar moeder en stiefvader weigerden hun toestemming. Ongetwijfeld speelden hierin de schulden van De Vrij een rol: door te trouwen zou Anna Maria meerderjarig worden en zou haar kapitaal dus buiten het bereik van haar moeder en stiefvader komen. Anna Maria van Bassen verkreeg een ‘venia aetatis’ (meerderjarigheidsverklaring) via de rechter, maar nog steeds stemden haar ouders niet toe. In het najaar van 1749 was het geduld van de geliefden op.
Op 22 oktober 1749, zo vertelt Gijsbert Jan van Hardenbroek in zijn Gedenkschriften, werd Jacob de Vrij in gijzeling genomen vanwege zijn wanbeheer van Anna Maria’s goederen. Hij zou een groot deel van haar vermogen verduisterd hebben. Bovendien had hij, toen zij achttien was, obligaties die op haar naam stonden laten overdragen aan de bank van lening ter aflossing van enkele van zijn schulden die in totaal zo’n tachtigduizend gulden beliepen. Ook voerde hij processen tegen haar tantes van vaders kant om uitbetaling van een kapitaal dat allang was uitbetaald.
Anna Maria liet zich door Jacob schaken – een strafbare daad – en vluchtte naar de vrijstad Buren, waar ze asiel aanvroeg en kreeg in de vorm van een ‘brieve van sureté de corps’ (Gijswijt-Hofstra). In Utrecht werd de zaak geschikt met de schout, Diderik van Lockhorst. Van Hardenbroeks bronnen vertelden dat deze ‘voor zijn privé er wel 5 à 6.000 guldens van heeft gehad’ om af te zien van gerechtelijke vervolging van Jongbloet. Op 7 januari 1750 werd de gijzeling van De Vrij opgeheven. Op diedag passeerde notaris Van Overmeer een akte waarin de schuld geregeld werd tussen de echtelieden De Vrij en Tepel enerzijds en Anna Maria Ernst van Bassen anderzijds; tevens kregen Anna Maria en Jacob toestemming om te trouwen. De commotie over deschaking had geen negatieve gevolgen voor de carrière van Jongbloet. Hij promoveerde in november van datzelfde jaar aan de Universiteit van Utrecht en werd raad in de Culemborgse Raadkamer en stadhouder van de Culemborgse lenen (eigendom van prinsWillem IV). Het echtpaar behoorde tot de notabele kringen van Culemborg.
Child(ren):
Jacob Jongbloet | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1750 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Anna Maria Ernesta van Bassen |